Transactie is bekennen schuld
Bedrijven of personen die een transactie (schikking) treffen met
justitie geven daarmee in feite toe dat ze schuldig zijn. In de wet
staat nu nog dat het aanvaarden van een transactie geen
schuldbekentenis is. Dat zou eigenlijk moeten veranderen. Dat zegt
OM-topman mr. J.L. de Wijkerslooth in een interview met Justitie
Magazine.
,,Schikken is schuld bekennen. Dat kun je zo in de wet regelen. In essentie is dat ook de realiteit, want waarom zou iemand honderden, of zelfs tienduizenden Euro's betalen, als hij niets heeft gedaan? Er wordt ook heel precies onderhandeld over de vraag waarop de schikking betrekking heeft. Dan is de stap naar schuld bekennen expliciteren wat allang impliciet in de schikking besloten is."
Dat zegt mr. J.L. de Wijkerslooth, voorzitter van het College van procureurs-generaal, in een interview in het jongste nummer van Justitie Magazine. In de Tweede Kamer is het afgelopen jaar een discussie gevoerd over het feit dat het Openbaar Ministerie hoge transacties heeft aangeboden aan de bedrijven die waren betrokken bij de onregelmatigheden rond de bouw van de Schiplholspoortunnel en aan de bedrijven Versatel, Vos en Delta Lloyd.
Personen of bedrijven die een transactievoorstel aanvaarden moeten een bepaald bedrag betalen. Daarmee voorkomen ze dat ze voor de rechter moeten verschijnen. In de bovengenoemde zaken werd steeds (vrijwel) het maximumbedrag afgesproken. Als deze zaken voor de rechter zouden zijn gebracht dan zou deze waarschijnlijk geen hogere, maar eerder een lagere boete hebben opgelegd.
In de wet staat dat het aanvaarden van zo'n transactie niet betekent dat de verdachte de schuld aanvaard. Dat zou volgens de voorzitter van het College van procureurs-generaal, kunnen veranderen.
Mr. De Wijkerslooth stelt in het interview nogmaals dat het OM niet kan zonder het middel transacties. ,,We hebben een beperkte zaakscapaciteit. En tien zittingsdagen in een grote milieuzaak nemen de ruimte in van vijftig tot honderd andere zaken. Je kunt wel willen dat die afweging niet bestaat, maar die bestaat wel. De rechter moet vooral betrokken zijn bij zaken waarin gevangenisstraf wordt opgelegd, dus als het OM van plan is een geldboete te vorderen, transigeert het liever. Dat scheelt zittingscapaciteit. Ik ben - nog steeds - ook voor hoge schikkingen, daargelaten of je het zo inricht dat iemand die schikt, bekent. Daar ben ik voorstander van."
In het interview zegt De Wijkerslooth dat het OM de discussie met het publiek wil aangaan. ,,Het rechtsstatelijke bouwwerk staat er niet voor niets. Mensen raken een beetje weg van de reden waarom dat er staat. Totdat ze zelf verdachte worden, dan weten ze precis waarom die plichtplegingen er allemaal zijn. Maar we moeten bereid zijn die discussie aan te gaan."
Dat gebeurt nog onvoldoende, meent hij. ,,Dat kan nog wel meer, dat wil ik ook heel graag. Hoe? Dat hangt een beetje af van de ruimte die je daarvoor hebt. Ik wil wel graag dat het Om daar eigen beelden over kan communiceren, zonder dat iedereen meteen vraagt of de minister het daarmee wel eens is. De minister is het er soms wel en soms niet mee eens."
De Wijkerslooth zou de discussie over geweld het eerst op de agenda willen zetten. ,,Ik zou de burger willen uitleggen dat hij wordt geconfronteerd met het product van zijn eigen gedrag. Het opsteken van een middelvinger, iemand snijden, kwaad worden als iemand van 80 niet hard genoeg rijdt: we gaan geweld gewoner vinden. Dat moet je nadenken waar je dat geweld ook zelf kunt terugdringen."
Laatste update: 21 december 2002