Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

navigatie

Veel gebouwen volgens gemeenten nog zonder gebruiksvergunning

20 december 2002

Zeventig procent van de openbare gebouwen in Nederland heeft nog geen gebruiksvergunning, waar dat volgens de gemeenten wel zou moeten. Volgens opgave van de gemeenten komen 179.300 gebouwen in aanmerking voor een gebruiksvergunning. Op 1 januari 2002 is voor 51.700 van de gebouwen daadwerkelijk zon vergunning afgegeven. Dit blijkt uit het rapport actieprogramma brandveiligheid van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Volgens de IOOV zal het, uitgaande van resultaten in 2001, 13 jaar duren voordat de achterstanden zijn ingehaald. De gemeenten geven echter aan dit in drie en een half jaar te kunnen doen.


---

Uit het rapport blijkt verder dat de gemeenten momenteel een grote inzet en betrokkenheid tonen op het gebied van brandveiligheidstoezicht. Ze zijn duidelijk op de goede weg. Dit blijkt uit het feit dat er in 2001 door gemeenten 9.400 gebruiksvergunningen afgegeven zijn. Dit brengt de totale stand begin 2002 op 51.700. Maar er is nog een lange weg te gaan voordat de door gemeenten vastgelegde ambities daadwerkelijk zijn uitgevoerd.

Het onderzoek is gedaan om inzicht te krijgen in de wijze waarop gemeenten invulling hebben gegeven aan de gemeentelijke actieprogrammas brandveiligheid sinds het kabinetsstandpunt naar aanleiding van de bevindingen van de commissie Alders (cafébrand Volendam).

Staatssecretaris Hessing (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) heeft het onderzoek vandaag naar de Tweede Kamer gestuurd. Het onderzoek met de bijlagen is te vinden op www.minbzk.nl

Hessing gaat naar aanleiding van de uitkomsten van dit onderzoek de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) om een reactie vragen. In het bijzonder over het verschil in opvattingen over de benodigde tijd voor het inhalen van de achterstanden.
Ook zal hij het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding vragen om voor 1 maart 2003 hun reactie te geven. Zo spoedig mogelijk daarna zal het kabinet zijn definitieve oordeel geven. Het grote verschil tussen gemeentelijke ambities en geleverde prestaties èn het vermogen van gemeenten om ambities en prestaties op korte termijn beter op elkaar aan te laten sluiten zal daarbij bijzondere aandacht krijgen.

De staatssecretaris wijst er in zijn brief aan de Kamer op dat de gebruiksvergunning niet door het rijk voorgeschreven is en dat de streefaantallen en de gebouwfuncties waarvoor een gebruiksvergunning is vereist dus niet op rijksniveau zijn vastgelegd. Gemeenten hebben er zelf voor gekozen om via het instrument gebruiksvergunning invulling te geven aan hun wettelijke taken bij het toezicht op gebruiks- en
brandveiligheidsvoorschriften. Het Rijk heeft hulpmiddelen ter beschikking gesteld zoals de handleiding voor de planmatige uitvoering van brandpreventietaken door gemeenten (handleiding Prevap).


---
© Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -