Ministerie van Verkeer en Waterstaat

21 december 2002


Minister De Boer luidt noodklok over het spoor

Minister De Boer van Verkeer en Waterstaat is geschrokken van een recent overzicht van achterstallig onderhoud aan het spoor. Het probleem blijkt veel groter te zijn dan hij tot nu toe had gedacht. De Boer is daar als minister verantwoordelijk voor. Daarom luidt hij nu de noodklok: De overheid heeft in het verleden structureel te weinig in het spooronderhoud geïnvesteerd. We moeten alles op alles zetten om het bestaande spoor op orde te brengen.
Die keuze voor de basiskwaliteit van het bestaande spoor is volgens minister De Boer onontkoombaar Als in een volgend regeerakkoord niet wordt gekozen om prioriteit te geven aan het bestaande spoor, wordt de betrouwbaarheid van het spoorsysteem de komende jaren nog slechter. In het belang van de reiziger kan en mag dat niet gebeuren. Te lang is alleen gerepareerd wat kapot was. Er moeten zaken worden vervangen. Als er een keuze is tussen nieuwe grote spoorprojecten en de betrouwbaarheid van het hele spoorsysteem, dan is die keuze wat mij betreft snel gemaakt. Want wat heeft nieuw spoor voor zin, als de basiskwaliteit niet deugt?
De Boer vindt het ook belangrijk om aan de reiziger duidelijk te maken wie waarvoor verantwoordelijk is op het spoor. Alle spoorpartijen moeten volgens hem aanspreekbaar zijn op hun prestaties. In de nieuwe Spoorwegwet en Concessiewet die nu bij de Eerste Kamer liggen, worden de verantwoordelijkheden heel duidelijk omschreven. De minister is daarin verantwoordelijk voor zowel het vervoer als de infrastructuur. Voor de uitvoering schakelt hij de twee bestaande uitvoeringsorganisaties in: de Nederlandse Spoorwegen (NS) voor het vervoer en Railinfrabeheer (RIB) voor de infrastructuur. Als deze Spoorwegwet en Concessiewet zijn aangenomen, kan de minister meer dan nu ingrijpen als de NS of RIB zich niet aan de gemaakte afspraken houden. De Boer: Als verantwoordelijk minister word ik regelmatig naar de Kamer geroepen om over de slechte toestand van het spoor te praten, terwijl ik daar met gebonden handen sta. Dat is heel frustrerend. Verantwoordelijkheid is prima, maar het moet wel mogelijk zijn om die te dragen en in te grijpen als het mis gaat. Daarom is het belangrijk dat de Spoorwegwet en de Concessiewet snel worden aangenomen. Ik zal mijn opvolger meegeven dat ik het goed zou vinden als de mogelijkheid wordt onderzocht om de NS en RIB in één holding onder te brengen. Dan worden de verhoudingen nog duidelijker.