Gezamenlijk persbericht van het Productschap Vis, Federatie van Visserijverenigingen, Nederlandse Vissersbond en de Redersvereniging voor de zeevisserij:
"Uitkomsten Visserijraad minder dramatisch dan verwacht"
Ons kenmerk: Datum 022/33.1.1 20 december 2002
Uitkomsten Visserijraad minder dramatisch dan verwacht
Rijswijk, Na een marathonvergadering van een week hebben de Europese visserijministers vandaag een akkoord bereikt over de vangsthoeveelheden voor 2003, de herstelmaatregelen voor kabeljauw en de uitgangspunten van het nieuwe Gemeenschappelijke Visserijbeleid. Eerder deze maand publiceerde de Europese Commissie zeer dramatische voorstellen voor de vangsthoeveelheden voor vissoorten die voor Nederland belangrijk zijn. Het nieuwe akkoord gaat weliswaar een stuk in de richting van de wensen van de Nederlandse sector, maar de vangsthoeveelheden vallen gemiddeld lager uit dan die van dit jaar. Het eindresultaat past ruimschoots binnen de grenzen die biologisch verantwoord zijn.
TAC en quota
Voor de voor Nederland belangrijke platvissoorten schol en tong zijn de maximaal toegestane vangsthoeveelheden (TACs) voor 2003 vastgesteld op respectievelijk 73.250 ton voor schol (2002: 77.000 ton) en 15.850 ton tong (2002: 16.000 ton). Eerder deze maand stelde de Europese Commissie (EC) nog een scholTAC voor van 60.000 ton en een tongTAC van 13.500 ton. De Europese Commissie legde hiermee een veel te directe relatie tussen de platvisvisserij en de kabeljauwherstelproblematiek. Het Nederlandse visserijbedrijfsleven zag zich gesteund door de Nederlandse visserijbiologen en door de Nederlandse regering in zijn vraag om minimaal de beide TACs te handhaven op het niveau van 2002. Desondanks is vooral de scholTAC uiteindelijk op een lager niveau vastgesteld.
Mede vanwege de situatie van het kabeljauwbestand zijn, naast de kabeljauwTAC, ook de andere rondvisTACs (b.v. wijting en schelvis) fors verlaagd. Deze worden veelal samen met kabeljauw gevangen. Voor de Nederlandse rondvisvissers zijn met name kabeljauw en wijting belangrijke soorten. De kabeljauwTAC is vastgesteld op 27.300 ton (2003: 49.000 ton) en de wijtingTAC op 16.000 ton (2002: 41.000 ton).
De gezonde situatie van de meeste pelagische bestanden heeft geleid tot TACs die hiermee in overeenstemming zijn. Zo werd de TAC voor haring tot tevredenheid van het Nederlandse bedrijfsleven verhoogd naar 400.000 ton (2002: 265.000 ton).
Kabeljauwherstelplan
De herstelmaatregelen voor kabeljauw vormden het moeilijkste punt op de agenda. De visserijministers zijn akkoord gegaan met de Europese invoering van het instrument zeedagen (dit betekent dat het aantal dagen dat een visser op zee mag doorbrengen wordt beperkt). De rondvisvissers mogen in 2003 nog maar negen dagen per maand de zee op. Samen met de fors verlaagde rondvisTACs betekent dit een harde aanslag op de toekomst van de Nederlandse rondvisvissers. Het is dan ook noodzakelijk dat de regering in overleg met de sector een sociaal-economisch plan voor deze groep opstelt.
De platvisvissers (die een zeer geringe bijvangst van kabeljauw hebben) mogen maximaal 15 dagen per maand vissen. Mits er flexibel mag worden omgegaan met deze 15 dagen, zou het mogelijk moeten zijn om daarmee de toegestane vangsthoeveelheid voor platvis te kunnen benutten. Op dit moment wordt nog gewerkt aan de definitieve invulling van dit zeedagenregime.
Herziening Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB)
De afgelopen drie jaar heeft de EC voorstellen voorbereid voor de herziening van het GVB. De visserijministers hebben nu overeenstemming bereikt over de uitgangspunten van het nieuwe visserijbeleid (de zogenaamde basisverordening). Hiermee is een belangrijke eerste stap gezet richting de broodnodige harmonisering van de Europese visserijregelgeving op het gebied van zowel (afschaffing van) subsidies als van controle en inspecties. Een van de grootste zorgpunten voor de Nederlandse visserijsector blijft de toegang van Spanje en Portugal tot de Noordzee vanaf 1 januari 2003. Hierdoor kan de visserijdruk op de Noordzee onverantwoord toenemen. De Nederlandse vissector pleit er daarom voor om door middel van monitoring en controle de vinger goed aan de pols te houden.
---