Uitspraak Hoge Raad LJN-nummer: AF0222 Zaaknr: R02/071HR
Bron: Hoge Raad der Nederlanden 's-Gravenhage
Datum uitspraak: 20-12-2002
Datum publicatie: 20-12-2002
Soort zaak: civiel - civiel overig
Soort procedure: cassatie
20 december 2002
Eerste Kamer
Rek.nr. R02/071HR
JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
, wonende te ,
VERZOEKSTER tot cassatie.
1. Het geding in feitelijke instantie
, wonende te , heeft als eiseres in eerste aanleg
bij exploit van 6 november 2001 verzoekster tot cassatie - verder te
noemen: - gedagvaard te verschijnen voor de Rechtbank te
Dordrecht, sector Kanton, en de Kantonrechter aldaar verzocht
te veroordelen tot betaling aan haar van (1) het
pro-resto bedrag van f 961,98, vermeerderd met de wettelijke rente
over dit bedrag vanaf 9 juli 2001, en (2) een bedrag van f 144,30 aan
buitengerechtelijke kosten.
heeft de vordering bestreden.
De Kantonrechter heeft bij vonnis van 16 mei 2002
veroordeeld tot betaling aan eiseres van een bedrag van ( f 961,98)
¤ 436,52, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag
vanaf 9 juli 2001, en het meer of anders gevorderde afgewezen.
Het vonnis van de Kantonrechter is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het vonnis van de Kantonrechter heeft bij brief
van 15 augustus 2002 beroep in cassatie ingesteld en vernietiging van
voormeld vonnis verzocht. Het cassatierekest is aan deze beschikking
gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot
niet-ontvankelijkverklaring van in haar beroep.
3. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
Het onderhavige in een brief neergelegde verzoek strekt kennelijk
ertoe beroep in cassatie in te stellen van het hiervoor in 1 vermelde
vonnis van de Kantonrechter. Dit vonnis is gewezen in een
dagvaardingsprocedure, zodat het ingevolge het bepaalde in art. 407
lid 1 Rv. bij dagvaarding moet worden ingeleid.
Nu zulks niet is gebeurd, dient in haar beroep
niet-ontvankelijk verklaard te worden.
4. Beslissing
De Hoge Raad verklaart niet-ontvankelijk in haar beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren J.B. Fleers, als voorzitter, A.G. Pos en A. Hammerstein, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 20 december 2002.
*** Conclusie ***
Rek.nr. R02/071HR
Mr. L. Strikwerda
Parket 1 nov. 2002
Conclusie inzake
Edelhoogachtbaar College,
1. Bij vonnis van 16 mei 2002 heeft de Kantonrechter te Dordrecht de
bij dagvaarding van 6 november 2001 door tegen thans
verzoekster van cassatie (hierna: ) ingestelde vordering
tot betaling van het onbetaald gebleven gedeelte van het door
wegens verstrekt juridisch advies aan in
rekening gebrachte bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en
proceskosten, na verweer van , toegewezen.
2. Bij brief van 15 augustus 2002 heeft de Hoge Raad
verzocht genoemd vonnis van de Kantonrechter nietig te verklaren.
3. kan in haar verzoek, dat kennelijk ertoe strekt
beroep in cassatie in te stellen tegen voormeld vonnis van de
Kantonrechter, niet worden ontvangen. De bij de Kantonrechter gevoerde
procedure is een dagvaardingsprocedure. In een zodanige procedure moet
cassatieberoep krachtens het bepaalde in art. 407 lid 1 Rv bij
dagvaarding worden ingeleid. De onder 2. genoemde brief is geen
dagvaarding.
De conclusie strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van
in haar beroep.
De Procureur Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden,