Gemeenten in Zuidoost-Brabant trekken één lijn
De 22 gemeenten in Zuidoost-Brabant, verenigd in het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE), kiezen voor een regionale aanpak als het gaat om de tijdelijke opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers, die wel willen terugkeren, maar om de een of andere reden nog niet kunnen terugkeren naar hun land van herkomst. Het SRE heeft daarvoor een Regionale Toetsingscommissie voor uitgeprocedeerde asielzoekers ingesteld.
Deze regionale toetsingscommissie gaat beoordelen welke uitgeprocedeerde asielzoekers wel en welke niet voor "verlengde", tijdelijke opvang in aanmerking komen. Elke gemeente in de regio kan aan deze toetsingscommissie advies vragen over concrete gevallen. Binnen de regio vindt de beoordeling dus plaats op basis van dezelfde criteria.
De commissie bestaat uit vier onafhankelijke leden. IND en Vreemdelingenpolitie zijn adviseurs van de commissie; het SRE levert de secretaris.
Door de aanwezigheid van de IND-adviseur in de Toetsingscommissie is gewaarborgd, dat het rijksbeleid, zoals neergelegd in de Vreemdelingenwet, steeds wordt betrokken bij de adviesvorming.
Uitgangspunt is, dat de uitgeprocedeerde vreemdeling ons land verlaat.
Gemeenten worden in de praktijk echter geconfronteerd met schrijnende
gevallen. Zo zegt de nieuwe Vreemdelingenwet dat na 28 dagen nadat een
asielaanvraag definitief is afgewezen, de gemeente alle voorzieningen
waar betrokkene gebruik van maakt, moet beëindigen. Het Rijk voorziet
echter niet in een adequate uitzetting. Een aantal groepen
uitgeprocedeerde asielzoekers valt hierdoor tussen wal en schip,
namelijk die asielzoekers die wel willen meewerken aan hun terugkeer,
maar dat in de praktijk (nog) niet kunnen.
De gemeenten voelen zich verantwoordelijk voor deze categorie en
willen voor deze mensen om humanitaire redenen een "verlengde" sobere
opvang verzorgen.
Dat betekent wel dat zij hun woning moeten verlaten.
De sobere opvang ("bed+bad+brood") wordt in Zuidoost-Brabant geregeld
door de gemeenten Eindhoven en Helmond. De andere gemeenten kunnen
hiervan tegen betaling gebruik maken. De uiteindelijke kosten zullen
bij het Rijk gedeclareerd worden.
Minister Nawijn is geïnformeerd over deze plannen. Hij heeft
schriftelijk laten weten dat hij de Regionale Toetsingscommissie niet
acceptabel vindt, omdat gemeenten aan uitgeprocedeerde asielzoekers
geen voorzieningen mogen verstrekken. Bovendien was de minister van
plan om op rijksniveau de problemen op te lossen: hij heeft hiervoor
vorige week voorstellen gedaan aan de Tweede Kamer. Deze worden echter
niet meer behandeld. Het is nu afwachten wat het volgende kabinet met
de problemen gaat doen. Voorlopig heeft de Regionale
Toetsingscommissie dus voldoende redenen om aan de slag te gaan.
---