Open brief Unie van Waterschappen aan de politiek
* Er moet in Nederland veel meer aandacht komen voor water. Het
wordt hoog tijd dit thema op de politieke agenda te zetten en
onderwerp te maken van publiek debat.
* Het nieuwe kabinet dient water een volwaardige plek te geven in
zijn strategische re-geerakkoord. Twee acties zijn op korte
termijn al gewenst.
* Het rijk moet de komende jaren 100 miljoen Euro reserveren voor de
uitvoering van regionale waterbergingsplannen.
* Een van de eerste daden van de nieuwe premier moet de
ondertekening zijn van een werkelijk betekenisvol Nationaal
Bestuursakkoord Water.
De Unie van Waterschappen, de overkoepelende organisatie van alle
waterschappen in ons land, doet deze dringende oproep in de vorm van
een open brief aan de Haagse politiek met het oog op de komende Tweede
Kamerverkiezingen. De oproep gaat vergezeld van een 10-punten manifest
waarin de belangrijkste achter-gronden en overwegingen op een rij zijn
gezet.
De Unie constateert dat het thema water in politiek Den Haag weinig
leeft ondanks alles wat ons de komende jaren op het gebied van
waterbeheer te wachten staat. Menig Nederlander krijgt ermee te maken.
Grote belangen staan op het spel. Het kabinet Balkenende besteedde in
zijn strategische akkoord helemaal geen aandacht aan water. In de
Troonrede werd één zin aan het onderwerp gewijd. Extra geld werd niet
in het vooruitzicht gesteld.
Begin februari 2003 gaat wel een landelijke campagne ('Nederland leeft
met water') van start. Met deze brede publiekscampagne wordt
geprobeerd de bevolking bewust te maken van de ernst van de situatie
rond het waterbeheer. Maar de politiek laat het vooralsnog afweten. In
de partijprogramma's zien we opnieuw geen of slechts in algemene zin
aandacht voor de waterproblematiek.
Het 10-punten manifest van de Unie van Waterschappen omvat het
volgende:
1. Water neemt een essentiële plaats in in ons land. We beschermen
ons ertegen. Water vormt een belangrijk transportmiddel en is een
productiefactor van betekenis. En water is een bepalende factor
voor de ontwikkeling en het behoud van natuur.
2. Nederland moet de komende tientallen jaren rekening houden met een
sterk toenemende wateroverlast. Door klimaatverandering krijgen we
te maken met veranderingen in de rivier-afvoeren (soms veel meer
water, soms minder), met hogere zeespiegels en niet in de laatste
plaats met heviger neerslag. Daarnaast is er sprake van
bodemdaling en nemen de waterafvoerproblemen in stedelijke
gebieden toe. Andere delen van Europa ondervonden al eens de
schadelijke gevolgen van ernstige wateroverlast, zoals recent nog
Tsjechië en Duitsland. Niets wijst erop dat Nederland, waar dan
ook, op dit punt gevrijwaard blijft.
3. Zonder ingrijpende maatregelen houden we het niet droog.
Technische maatregelen (dijken en andere waterkeringen, pompen en
malen) alleen zijn niet meer genoeg. We moeten water letterlijk
meer ruimte geven. Waterberging op het land is nodig, waar
mogelijk in combinatie met landbouw en natuur. Waterberging moet
een prominente plaats krijgen in het ruimtelijke ordeningsproces.
4. Waterschappen, provincies en gemeenten hebben de
wateroverlast-problematiek in kaart gebracht in de vorm van
deelstroomgebiedsvisies. De eerste indruk is dat tot 2015 alles
bij elkaar opgeteld circa 350.000 hectare land een waterbergende
en vasthoudende functie moet krijgen. Tot 2050 spreken we zelfs
van 500.000 hectare. Deze opper-vlaktes zijn vergelijkbaar zijn
met die van een grote provincie.
5. De totale kosten van de ruimte-voor-water-operatie op het land
bedragen naar schatting 5 miljard euro tot 2015 en 15 miljard euro
tot 2050.
6. Het nieuwe waterbeleid vergt dus veel extra financiën die, via de
water-schapsomslagen, in belangrijke mate kunnen worden opgebracht
door de waterschappen zelf. Burgers en bedrijven moeten wel
rekening houden met een extra stijging van deze heffingen met
gemiddeld enkele procenten per jaar.
7. Een investeringsimpuls van het rijk kan het proces echter
bespoedigen en past in het nationale karakter van het probleem.
Het onderwerp is immers van vitaal belang voor Nederland. Het is
in dit licht logisch dat het rijk de komende jaren althans een
deel van de benodigde financiering helpt oplossen. De
Waterschappen hebben tot 2006 al 600 miljoen euro gereserveerd
voor verschillende projecten. Een rijksbijdrage van 100 miljoen
Euro is redelijk. Enkele koploperprojecten zijn inmiddels
voorhanden. Daaraan zou het rijk nu al kunnen bijdragen.
8. In een land als Nederland behoren we prioriteit te geven aan het
waterbeheer. Het is een goede zaak dat burgers en bedrijven daar
apart voor betalen en dat er specifieke, democratische
organisaties zijn (waterschappen) die samen met Rijkswaterstaat en
andere instanties de dagelijkse zorg voor het waterbeheer voor hun
rekening nemen.
9. De waterschappen hebben de toekomstige bestrijding van
wateroverlast uiteraard hoog in hun vaandel staan. Ze zijn er al
dagelijks mee bezig. De Waterschappen zijn er met andere woorden
klaar voor. Maar er zijn meer taken. De kwaliteit van het water
vraagt ook veel aandacht, inspanning en geld. Om aan de
verplichtingen, voortkomend uit de nieuwe Europese Kaderrichtlijn
Water te kunnen voldoen, moet het oppervlaktewater de komende
jaren nog een stuk schoner worden. Ook hier is extra kabinetsinzet
gewenst.
10. Tot slot het Nationale Bestuursakkoord Water. De voorbereiding van
dit 'contract' tussen rijk, provincies, gemeenten en waterschappen
is gestart. De vier overheden leggen in het akkoord vast wat op
het gebied van regionaal waterbeheer moet gebeuren, met welk
tempo, wat het kost, en wie, waarvoor verantwoordelijk is.
Belangrijk is dat het bestuursakkoord geen opsomming wordt van
'mooie voornemens', maar dat de partners elkaar en zichzelf ook
werkelijk verplichten, zowel qua uitvoering van maatregelen als
wat betreft de financiering ervan. De Unie van Waterschappen wil
zo spoedig mogelijk na het aantreden van een nieuw kabinet een
dergelijk contract sluiten. De regie van het rijk is
onontbeerlijk.
Voor nadere inlichtingen kunt u bellen met Jelle Leenes, woordvoerder
van de Unie van Waterschappen. Telefoon: 070-3519775 of 06-53175864.