---

Brieven aan de Kamer
---

Stand van zaken Enduring Freedom

20-12-2002

Hierbij informeer ik u, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken, over de stand van zaken met betrekking tot de uitgezonden Nederlandse militaire eenheden in operatie Enduring Freedom.

Algemeen Na de aanvang van operatie Enduring Freedom ruim een jaar geleden zijn Al-Qaida en Taliban in Afghanistan voor het grootste deel verslagen en/of verdreven. De resterende verzetshaarden bevinden zich vooral in het oosten van Afghanistan, in de grensstreek met Pakistan, waar nog regelmatig vuurgevechten plaatsvinden met troepen van de internationale coalitie in Enduring Freedom. Tevens worden nog steeds wapenopslagplaatsen ontdekt. Ook elders in Afghanistan blijft de aanwezigheid van militairen van Enduring Freedom noodzakelijk om te voorkomen dat de strijders zich hergroeperen en opnieuw een bedreiging gaan vormen voor de veiligheid in Afghanistan. Voor grote delen van Afghanistan, de genoemde grensstreek met Pakistan uitgezonderd, zal de operatie meer gericht worden op stabilisering en consolidering. De Verenigde Staten hebben verklaard tenminste tot 2004 met troepen aanwezig te zullen blijven in Afghanistan.

De Regering is van mening dat Nederland de internationale strijd tegen het terrorisme actief zal moeten blijven steunen overigens niet alleen met militaire middelen. De militaire acties blijven, voorzover het de Nederlandse militaire inzet betreft, gericht op de in Afghanistan aanwezige groeperingen die verantwoordelijk zijn voor de terroristische aanslagen van 11 september 2001.

De meeste Nederlandse eenheden die thans nog zijn uitgezonden waren destijds ter beschikking gesteld voor inzet gedurende een jaar, alleen de F-16s waren ter beschikking gesteld voor zes maanden. Vanwege de verschillende ingangsdata van de operationele inzet verschilt ook per eenheid het moment waarop een besluit over verlenging aan de orde is. Thans is dat het geval voor het fregat dat opereert in het verantwoordelijkheidsgebied van US Central Command en voor de onderzeeboot, alsmede voor de extra inzet van twee fregatten en een maritiem patrouillevliegtuig in het Caribische gebied in het kader van backfill voor Amerikaanse eenheden die elders werden ingezet.

Op basis van Nederlandse mogelijkheden en verschuivende Amerikaanse prioriteiten is besloten de extra inzet in de Cariben te beëindigen. De inzet van het fregat in het verantwoordelijkheidsgebied van US Central Command zal wel met zes maanden worden verlengd. De taakstelling van het fregat blijft onverminderd gericht op het voorkomen van verplaatsingen van verdachte personen en/of goederen uit Afghanistan en bijdragen aan het beveiligen van de waterwegen rondom het Arabische schiereiland. Ook in 2003 zal gedurende vier maanden een onderzeeboot ter beschikking worden gesteld. De inzettermijn van de F-16s en het tankervliegtuig loopt tot 1 april 2003, die van het maritieme patrouillevliegtuig tot 1 juli 2003.

Fregat De Hr.Ms. van Galen is op 11 november jl. afgelost door de Hr.Ms. van Nes. De Hr.Ms. Van Galen heeft tijdens de operationele inzet in totaal bijna 2000 vaartuigen opgeroepen, meer dan 30 verdachte schepen doorzocht en diverse escortetaken uitgevoerd. De Hr.Ms. van Nes zal zes maanden actief blijven in en rond het Arabisch schiereiland.

Maritiem patrouillevliegtuig Vanaf 28 juni jl. voert het Nederlandse maritieme patrouillevliegtuig (MPA) in het kader van Operatie Enduring Freedom Intelligence, Surveillance and Reconaissance-tasks (ISR) uit ter ondersteuning van de maritieme operaties in het verantwoordelijkheidsgebied van CENTCOM. Tijdens zijn operationele inzet heeft het Nederlandse MPA tot nog toe ruim zeventig vluchten uitgevoerd.

De Verenigde Staten hebben verzocht het MPA ook boven Afghaans grondgebied in te mogen zetten. Reden hiervoor is dat van de deelnemende landen uitsluitend de Nederlandse en Amerikaanse toestellen beschikken over een infrarood detectiesysteem waarmee op grote hoogte hoogwaardig beeldmateriaal kan worden verzameld. Omdat niet alle Amerikaanse toestellen beschikken over dit systeem is er schaarste in het inzetgebied. De Regering heeft besloten tegemoet te komen aan het Amerikaanse verzoek. Aangezien het MPA op grote hoogte vliegt, zijn aan de inzet van het MPA boven Afghanistan niet meer risicos verbonden dan aan de huidige inzet.

Bij inzet van het Nederlandse MPA boven Afghanistan blijft de eenheid onder operationele controle van de Combined Joint Force Maritime Component Commander te Bahrein, zoals ook nu het geval is. De tactische controle zal bij inzet boven Afghanistan overgaan naar de Combined Force Air Component Commander, die zorgdraagt voor de coördinatie met de overige luchtactiviteiten in het Afghaanse luchtruim. Het MPA zal in de Verenigde Arabische Emiraten gestationeerd blijven.

F-16s en KDC-10 De opbouwfase van de European Participating Airforces (EPAF) bestaande uit Nederland, Denemarken en Noorwegen is goed verlopen. Ook de samenwerking en coördinatie met de Amerikaanse eenheden verloopt goed. Het EPAF detachement is integraal opgenomen in de 376 Air Expeditionary Wing van de Amerikanen. Een dergelijke inbedding van coalitie-eenheden is nog niet eerder voorgekomen.

Sinds op 1 oktober jl. een Nederlandse F-16 de eerste missie vloog, hebben de Nederlandse F-16s bijna 200 vluchten uitgevoerd. Hoewel over de details van de operationele inzet geen mededelingen gedaan kunnen worden, kan wel worden gemeld dat bij de uitgevoerde vluchten tot nu toe geen wapens zijn afgeworpen. De F-16s zijn verschillende malen betrokken geweest bij een inzet waarbij duidelijk bleek dat hun aanwezigheid voldoende afschrikkende werking had om schermutselingen op de grond te stoppen.

Op verzoek van de Kamer wordt hieronder nader ingegaan op de Nederlandse betrokkenheid bij de besluitvorming over de operationele inzet van de F-16s. Nederland is bij deze besluitvorming primair betrokken via twee Nederlandse officieren in het Amerikaanse hoofdkwartier in Bagram, nabij Kaboel. Vandaar uit begeleiden zij de operationele inzet en toetsen zij de missies die worden verstrekt aan de Nederlandse F-16s. Overleg met Den Haag is niet altijd mogelijk vanwege de korte tijd tussen doeltoewijzing en de uiteindelijke aanval in Afghanistan: het kan zijn dat de F-16 zich al in Afghaans luchtruim bevindt en met spoed moet optreden. Voorafgaand aan de uitzending is dus veel aandacht besteed aan het opstellen van nationale instructies voor deze liaisonofficieren. Hun ervaringen zijn tot dusverre positief.

Zoals gebruikelijk bij luchtoperaties ligt de uiteindelijke beslissing tot het uitvoeren van een voorgenomen aanval bij de Nederlandse vlieger. Om het aan te vallen doel te toetsen aan de nationale geweldsinstructie en richtlijnen beschikken de Nederlandse toestellen onder andere over een targeting pod, waarin een camera is geplaatst waarmee het doel kan worden geverifieerd en op video wordt vastgelegd. Bij twijfel over de identiteit en de legitimiteit van het aan te vallen doel, zal de piloot geen wapen inzetten. Vanwege technische beperkingen, weer- en terreininvloeden en menselijke inschattingfouten kunnen risicos van onbedoelde nevenschade echter niet worden uitgesloten.

De Nederlandse KDC-10 ondersteunt de inzet van de F-16s door deze in de lucht bij te tanken tussen Kirgizië en Afghanistan. Het vliegtuig heeft inmiddels bijna veertig vluchten uitgevoerd.

Financiën De financiële raming van de additionele uitgaven voor de huidige bijdrage aan Enduring Freedom (dus exclusief de verlenging na de eerste mandaatsperiode van een jaar) kan neerwaarts worden bijgesteld tot een bedrag tussen de 35 en 45 miljoen euro. De additionele uitgaven die gemoeid zijn met de verlenging van de inzet van het fregat met zes maanden en de inzet van een onderzeeboot gedurende vier maanden bedragen tussen de vijf en zeven miljoen euro. Deze uitgaven komen ten laste van de Homogene Groep Internationale Samenwerking. Aan de veranderde taakstelling van het MPA (die boven Afghanistan zal gaan vliegen) zijn nauwelijks extra kosten verbonden.

DE MINISTER VAN DEFENSIE,

H.G.J. Kamp

Nieuws Ministerie van Defensie