Raad voor het openbaar bestuur

Het nieuws van de Rob is op 20 december 2002 bijgewerkt. Uit de Robvergadering van 12 december 2002. De Raad voor het openbaar bestuur heeft tijdens zijn 55e vergadering op 12 december 2002 opnieuw gesproken over de modernisering van hoofdstuk 7 van de Grondwet. In vervolg op de vorige vergadering is de kwestie rond de verordeningsbevoegdheden van de gemeenteraad in het nieuwe gedualiseerde stelsel aan de orde geweest. De Raad is geen voorstander van een stelsel waarbij de verordenende bevoegdheid van de gemeenteraad gedeeld wordt met het College van Burgemeester en Wethouders. Met deze standpuntbepaling heeft de Raad dit adviestraject over Grondwetswijziging beëindigd. De Minister van Binnenlandse Zaken kan het advies nog vóór het einde van het jaar tegemoet zien. Voor de veiligheidsregio's heeft de Raad in zijn vergadering van 14 november reeds gekozen voor een zogenaamd integratie-plus-model. In deze vergadering is hierover verder gesproken. De Raad denkt met dit model het beste van twee modellen - centraal en decentraal
- gecombineerd te hebben. De keuze is gemaakt voor een model op regionale schaal, gecombineerd met voldoende sturing van de lokale overheid. In de komende periode zal het model verder geoperationaliseerd worden op zijn bestuurlijk-organisatorische implicaties. Het advies wordt eind januari uitgebracht. De Raad heeft het voornemen helderheid te scheppen in het vraagstuk van de bestuurlijke aansprakelijkheid van de overheid. Er is een tendens om de overheid aansprakelijk te stellen voor geleden schade op grond van het vermeend ontbreken van voldoende toezicht. De Raad vindt deze ontwikkeling ongewenst. In zijn vergadering heeft discussie plaatsgevonden over dit onderwerp. Advisering volgt later.
De Raad heeft recent een adviesvraag van de minister van BZK ontvangen over de organisatiecultuur van de rijksdienst. Om dit brede onderwerp handen en voeten te geven zal de Raad zich, op basis van casuïstiek, richten op de vraag welke factoren bepalend zijn voor succesvolle uitvoeringspraktijken.