Gezinsleden in AWBZ
De Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
DBO-CB-U-2337173
20 december 2002
In reactie op de brief van de heer Schasfoort van 19 november 2002 die
bij de Vaste Kamercommissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport is
ingediend, deel ik u het volgende mede. Mevrouw Schasfoort werkte in
Duitsland en was verzekerd in Duitsland. Zij heeft haar Duitse
verzekering beëindigd en een Nederlandse particuliere verzekering
genomen. Die Nederlandse particuliere verzekering is goedkoper dan een
Duitse verzekering omdat de Duitse verzekering alle zorg dekt terwijl
de Nederlandse particuliere verzekering maar een deel van de zorg
dekt. De AWBZ zorg is namelijk niet opgenomen in de dekking van de
Nederlandse particuliere verzekering. Blijkens de brief van de heer
Schasfoort heeft de particuliere verzekeringsmaatschappij hierop
gewezen. De AWBZ verzekering is een individuele verzekering. Dit houdt
in dat men niet, zoals dat bijvoorbeeld het geval is bij de
ziekenfondsverzekering, meeverzekerd kan zijn bij een verzekerd
gezinslid. Voorwaarde voor AWBZ verzekering is ingezetenschap of het
onderworpen zijn aan de Nederlandse loonbelasting. Aangezien mevrouw
Schasfoort niet aan deze voorwaarden voldoet is zij helaas niet voor
de AWBZ verzekerd. De vraag van de heer Schasfoort was of de
vrijwillige AWBZ verzekering opengesteld zou kunnen worden voor
gevallen als deze. De vrijwillige AWBZ verzekering dient ertoe om
mensen die krachtens de Nederlandse AWBZ verzekerd waren, de
gelegenheid te geven die verzekering voort te zetten wanneer zij in
het buitenland gaan wonen. Een dergelijke voortzettingssituatie is
hier echter niet aan de orde. Bij de parlementaire behandeling van de
wet waarbij de vrijwillige AWBZ in het leven werd geroepen, in 2000,
heeft de Tweede Kamer der Staten Generaal gevraagd te onderzoeken of
de vrijwillige AWBZ ook kan worden opengesteld voor andere categorieën
van personen, zoals die waartoe mevrouw Schasfoort behoort. lk
verwacht in de eerste helft van 2003 de Tweede Kamer te kunnen
informeren over de uitkomst van dat onderzoek. Hierbij zal ik de
uitvoeringstoetsen betrekken, die de Sociale Verzekeringsbank en het
College voor zorgverzekeringen in de loop van 2002 over een dergelijke
uitbreiding hebben uitgebracht.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
drs. Clémence Ross-van Dorp
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport