---

Kamervragen en antwoorden
---

Antwoorden op vragen over het JSF-project

20-12-2002

Ministerie van Defensie

Postbus 20701

2500 ES Den Haag

Telefoon (070) - 3 18 81 88

Fax (070) - 3 18 78 88

Aan

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Plein 2

2511 CR Den Haag

Datum

Ons kenmerk

Onderwerp

20 december 2002

D2002004127

Antwoorden op vragen van de Kamerleden Timmermans en Albayrak over het JSF-project (ingezonden 22 november 2002)

In de bijlage bied ik u mede namens de minister van Economische Zaken de antwoorden aan op de vragen van de Kamerleden Timmermans en Albayrak over het JSF-project (uw kenmerk 2020303570).

DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE Antwoorden op vragen van de Kamerleden Timmermans en Albayrak (uw kenmerk 2020303570).
---
Heeft het Amerikaanse Congres ingestemd met een Algemeen Licentie Stelsel (GPA) voor het delen van technische kennis met internationale partners in het JSF-programma? 1) Ja. Het Amerikaanse Congres heeft in oktober 2002 ingestemd met de ´Global Project Authorization (GPA). Het State Department heeft de GPA op 25 oktober 2002 aan Lockheed Martin ter uitvoering toegezonden. De GPA geldt voor bedrijven uit landen die deelnemen in de SDD-fase van het JSF-programma en heeft betrekking op ongeclassificeerde opdrachten en opdrachten waarvan de technologie niet te gevoelig wordt geacht. Op basis van deze GPA moet Lockheed Martin een `Compliance Plan' ter goedkeuring voorleggen aan het State Department. Indien Amerikaanse onderaannemers zelfstandig contracten willen afsluiten met buitenlandse bedrijven uit de ´SDD-landen´, moeten ook zij een `Compliance Plan' voorleggen. Voordat een buitenlands bedrijf kan worden ingeschakeld, moet Lockheed Martin of de betreffende onderaannemer een met dat buitenlandse bedrijf afgesloten concept ´Implementing Agreement´ voorleggen aan het State Department. Zo´n concept `Implementing Agreement´ wordt door het State Department in beginsel binnen vijf dagen goedgekeurd.


---
Zullen er met Nederlandse bedrijven in het kader van de GPA naar schatting 23 Technical Assistance Agreements (TAA's) worden gesloten? Zo ja, waarom worden er meer dan driemaal zoveel overeenkomsten met de andere level- 2-partner, Italië, gesloten? Waarom worden er meer dan tweemaal zoveel overeenkomsten met Canada gesloten, terwijl dat land level-3-partner is?
---
Wat is de verhouding tussen het niveau van de financiële bijdrage van een land en het aantal TAA's? Is er een verhouding tussen het aantal TAA's en het technologische niveau van de samenwerking?
---
Geldt de GPA niet voor informatie die betrekking heeft op radartechnologie, electronische oorlogsvoering en stealth-technologie? Zo ja, wat zijn hiervan de gevolgen voor de samenwerking tussen Lockheed Martin en Nederlandse bedrijven? Er is geen relatie tussen de financiële bijdrage van een land en het aantal ´Implementing Arrangements´ en TAA's. Evenmin is er een relatie tussen het technologieniveau, alsmede de financiële omvang en het aantal ´Implementing Agreements´ of TAA's. Het aantal ´Implementing Agreements´ dat in het kader van de GPA wordt afgesloten, staat nog niet vast. In de GPA worden 214 buitenlandse bedrijven genoemd die in potentie geschikt zijn om in de SDD-fase te worden ingeschakeld. Daarbij gaat het thans om 27 Nederlandse bedrijven. Overigens bestaat de mogelijkheid de GPA uit te breiden met andere bedrijven. Daarnaast blijft een aantal TAA's die met Nederlandse bedrijven in de Concept Demonstration Phase (CDP) van het JSF-programma zijn overeengekomen, van kracht. Omdat geclassificeerde delen van radartechnologie, electronische oorlogvoering en stealth-technologie buiten de GPA vallen, moeten daarvoor tussen LM of de Amerikaanse subcontractor en het buitenlandse bedrijf separate TAA´s worden afgesloten. Het State Department moet die TAA´s goedkeuren. Voor de goedkeuring van TAA´s met bedrijven uit de SDD-landen kan zonodig een versnelde procedure worden doorlopen. Een voorbeeld van een TAA buiten de GPA is die van Northrop Grumman met Thales Nederland op het gebied van radartechnologie.
---
Wat is de stand van zaken bij de invulling van de vele toezeggingen voor overeenkomsten die door Lockheed Martin aan Nederland zijn gedaan? Kunt u hiervan per bedrijf, dat het bewuste Memorandum of Understanding heeft ondertekend, een overzicht aan de Kamer doen toekomen? Lockheed Martin en haar partners Northrop Grumman en BAE Systems., alsmede de motorenleveranciers Pratt & Whitney en GE zijn voortdurend in gesprek met een aantal Nederlandse bedrijven die de MFO hebben ondertekend. Lockheed Martin heeft inmiddels een contract geplaatst bij het Prognostics and Health Management Consortium (Perot Nederland, Sun Electric Systems BV, NLR en TNO) voor ontwikkelingswerk voor zgn. 'Off Board PHM systemen'. NLR heeft een contract van Lockheed Martin voor windtunnelwerk en Rexroth Hydraudyne heeft een contract voor delen van een Motion Based Simulator. Pratt & Whitney heeft bij Stork/Fokker Elmo een opdracht geplaatst voor de ontwikkeling van het zogeheten "wiring harness" van de F135 motor en heeft het Nederlands Centrum voor Laser Research (NCLR) een opdracht gegeven voor de verdere ontwikkeling van excimeer laserdrilling van motoronderdelen. Daarnaast is een aantal bedrijven, waaronder Philips en Stork, in de laatste fase van onderhandeling voor het verkrijgen van ontwikkelingswerk. De contractondertekening wordt op korte termijn verwacht. Op dit ogenblik wordt deels al werk uitgevoerd op basis van zogenaamde overbruggingscontracten om de lopende kosten te dekken. Tenslotte nemen bedrijven zoals Thales, Urenco Arerospace, NLR en SP Aerospace thans deel aan het kwalificatie- en biedingsproces voor de voor hen relevante componenten en subsystemen. In de jaarrapportage "vervanging F-16" die de Kamer in het voorjaar ontvangt, zal per bedrijf worden ingegaan op de stand van zaken van de inschakeling van Nederlandse bedrijven in de SDD-fase van dat moment.

1) `Global JSF License gets nod from Congres' in: Defense News d.d. 28 oktober jl.

Nieuws Ministerie van Defensie