Wageningen Universiteit

Persbericht Wageningen Universiteit, nummer 075, 17 december 2002

Betrek toeristische sector bij ontwikkeling platteland

Er moet meer aandacht komen voor de rol van toerisme in plattelandsvernieuwings-processen. Ondernemers zouden beter betrokken moeten worden bij plannen voor de ontwikkeling van het platteland. Dat stelt drs Janine Caalders in haar proefschrift â¤~Plattelandstoerisme: een netwerkbenadering⤮ waarop zij donderdag 20 december hoopt te promoveren.

Volgens Caalders speelt de toeristische sector in de praktijk nauwelijks een rol bij de vernieuwing van het Europese platteland. Merkwaardig, want toerisme zou veel banen kunnen opleveren in plattelandsgebieden, erkennen ook beleidsmakers. In beleidsnota⤮s is dan ook een grote rol weggelegd voor toeristische ontwikkeling. In de praktijk houdt dit echter vooral in dat er aandacht is voor â¤~agritoerisme⤮: toerisme als een neventak voor boeren.

De reguliere toeristische sector speelt in de praktijk slechts een kleine bijrol in projecten voor plattelandsvernieuwing. Dat heeft volgens Caalders te maken met het versnipperde karakter van deze sector, die uit zeer diverse ondernemingen is opgebouwd, van grote amusementsparken als de Efteling tot streekmusea en kleine campings. Versnipperd is ook de overheid. Naast de ministeries van Landbouw, Economische zaken, VROM en Volkgezondheid, welzijn en sport, zijn in Nederland bijvoorbeeld ook provincies en lokale overheden betrokken bij toerisme. Door de versnippering werken plattelands-vernieuwingsprojecten en de ontwikkelaars van nieuwe toeristische attracties in plattelandsgebieden vaak langs elkaar heen.

Caalders baseert haar conclusies op een onderzoek naar nieuwe vormen van besluitvorming voor vernieuwing van het platteland. Het gaat hierbij om â¤~interactieve planvorming⤮ waarbij bewoners van het platteland en belangenorganisaties samen een beslissing nemen. Die methode wordt volgens haar nu onvoldoende serieus genomen. Alleen bij kleine minder strategische projecten worden bewoners betrokken. Bij grotere projecten trekken uiteindelijk bedrijven en nationale overheid aan de touwtjes. Dat kan anders, volgens Caalders. Voorbeelden in Nederland en Frankrijk hebben volgens haar laten zien dat met nieuwe vormen van overleg interessante nieuwe projecten tot stand kunnen worden gebracht. En dat is nodig ook, volgens de promovenda. ,,Het gebrek aan aandacht voor toerisme in plattelandsvernieuwingsprocessen betekent een serieuze bedreiging, zowel voor de toekomst van toerisme als voor de toekomst van plattelandsgebieden. (⤦) Een innovatieve benadering van plattelandstoerisme is cruciaal voor de toekomst van het Europese platteland.⤮⤮