Toespraak Voorzitter einde plenaire vergadering voor kerstreces op donderdag
19 december 2002Geachte medeleden,
Onze volgende vergadering zal naar menselijke berekening de vergadering van
woensdag 29 januari zijn, tevens de laatste vergadering van de Kamer in de
huidige samenstelling. De vergadering van woensdag 29 januari is de
gelegenheid om terug te kijken op onze gemeenschappelijke ervaringen sinds
15 mei. Vanavond zullen velen van u eerder vooruit dan achteruit kijken en
misschien zullen velen zelfs met gemengde gevoelens terugkijken op de
afgelopen maanden.
Ik vermeld één groep in ons midden die zichzelf daarmee zeker onrecht zou
doen, namelijk de woordvoerders in de debatten over de belastingonderwerpen.
Zij hebben niet alleen hard gewerkt - dat hebben de andere leden ook - maar
zij hebben dit ook gedaan met de bereidheid zich te laten overtuigen, een
essentiële eigenschap bij parlementaire besluitvorming. Zij hebben de Staat
voorzien van financiële middelen maar ook het parlement van gezag en
daarvoor wil ik hen bedanken.
Voordat ik nu alle andere leden gerust stel voor het geval ze denken dat ze
van mij geen kort reces hebben verdiend, wil ik twee andere groepen noemen
waarvan het lot met het onze is verbonden. Onze medewerkers - fractie- en
persoonlijk medewerkers uiteraard inbegrepen - hebben inmiddels een langere
gemiddelde parlementaire ervaring dan wij zelf. Ik bedank hen allen voor de
wijze waarop ze onder de bijzondere omstandigheden van dit jaar hun stand
hoog hebben gehouden en daarmee ook de onze.
De andere groep waarvan het lot met het onze is verbonden is die van de
media. Nu zitten zij waarschijnlijk niet te wachten op lof en zelfs niet op
onze dank om het reces te kunnen beginnen en ook onze, al dan niet terechte
kritiek, wordt in die kring maar matig gewaardeerd. Vast staat dat zij
steeds een belangrijke rol vervullen in ons democratisch bestel.
Geachte medeleden, de ervaring leert dat enige afstand nodig is om over
historische gebeurtenissen te oordelen. Toch vermoed ik dat velen de in
feite nu afgelopen parlementaire periode, hoewel zeer kort, hebben ervaren
als een tijdperk dat veel langer heeft geduurd, omdat er in en rondom de
politiek zo ongelofelijk veel is gebeurd. Ikzelf heb dat gevoel in ieder
geval wel.
U gaat nu over van het Kerstregiem op de Kerstsfeer. Dat is de sfeer waarin
wij ons met familieleden en vrienden zonder spreektijdbeperking bezinnen op
datgene wat ons dierbaar is. Daarna gaan velen van ons al snel op de
verkiezingstour. Ik wens u allen - en onze personeelsleden, de parlementaire
pers en alle bewindslieden - toe dat zij in de kerstsfeer inderdaad
bezinning en ontspanning zullen vinden alvorens zich in die
verkiezingscampagne te storten.
Tot 29 januari !