Exposities
Toelichting Tegeltableau Panorama (19-12-02)
Wie ooit boven op één van de torens van het World Trade
Center heeft gestaan, weet wat een panorama is. Ik sta er nu. Het
eerste wat ik doe is naar beneden kijken. In de diepte zie ik de autos
als gekleurde vlekjes die over de straten kruipen. Het raster van
straten en gebouwen lijken zoveel Lego blokjes. Richting het zuiden is
lower Manhattan te zien, in de baai het Vrijheidsbeeld, dan komen alle
zuidelijke staten, Mexico en Midden- en Zuid-Amerika. Kijkend naar het
noorden, ligt de stad uitgestrekt van Wall Street tot Harlem als een
bos van stalagmieten. Ten westen over de Hudson Rivier ligt New
Jersey, een vlechtwerk van snelwegen, fabrieken en moerassen. Nog
verder naar het westen voorbij Californië en over de Stille Oceaan kan
ik de rook nog zien van het pas opgeblazen Buddha beeld in
Afghanistan. In het Oosten achter de East rivier zie ik Brooklyn, mijn
geboorteplaats. Over de Atlantische Oceaan ; de scheve toren van de
oude Kerk in Delft waar ik nu woon. Verder in oostelijke richting
Italië, met op een heuvel een klein dorp waar mijn grootouders vandaan
komen. Het uitzicht is adembenemendzoveel vrijheid bijna teveel. Op
zon moment komen er vragen naar boven: Wat is vrijheid? Waar begint
het? Waar eindigt het? Als schilder probeer ik problemen te
relativeren door ze in relatie te brengen met de schilderkunst. En zo
kwam ik tot een tegenstelling, twee definities van vrijheid.
Stel, er zijn twee schilders. De één maakt gebruik van alle denkbare manieren om verf aan te brengen en te kijken naar de wereld; alle beeld materialen citerend uit de 30.000 jaar oude kunstgeschiedenis, fotografie, film, infrarood, röntgen, microscopen, telescopen. Kortom: eindeloze vrijheid. Eindeloos omdat er geen einde is aan de vindingrijkheid en denkbeeldigheid van de mens om nieuwe manieren van zien te ontdekken. De andere schilder heeft maar een paar gereedschappen. Hij heeft slechts één onderwerp of kleur. Zijn werkgebied is beperkt. Misschien gebruikt hij alleen wit. Wat voor wit? Wat voor verf? Hoe brengt hij deze verf aan? Wat is het formaat? De zeer persoonlijk gekozen en gerichte manier van werken biedt de toeschouwer de vrijheid om dergelijke vragen te stellen, zelfs om iets toe te voegen aan het werk vanwege de openheid ervan. Vrijheid zonder begin. Zonder begin omdat het lijkt altijd te hebben bestaan. Deze manier van werken en zien heeft zijn basis in intuïtie. Deze tweede vorm van vrijheid is nauw gerelateerd aan de traditionele vormen van kunst, zoals bijvoorbeeld het decoreren van keramiek. Hier gelden bepaalde regels en moet men zekere handelingen volgen. Door ervaring is het mogelijk vaardigheden te ontwikkelen en eigen te maken..
Ik raakte geïnteresseerd in keramiek toen ik in Delft over een weiland
liep en een scherf vond. Op het stukje keramiek waren slechts een paar
penseelstreken te zien. Toch sprak deze kleine vondst mij meer aan dan
het complete object, omdat het mij de vrijheid bood om te
visualiseren. In de jaren 70 waren de werken van abstracte
expressionisten zoals Jackson Pollack, Willem de Kooning, Arshile
Gorky en andere nog steeds voorbeelden van de essentie van
schilderkunst. Er was een eerste, en tweede en een derde generatie
abstracte expressionistenruimte voor nog een generatie. Met dit
gegeven in mijn achterhoofd bekeek ik de scherf. Het sterke abstracte
karakter van de schildering, de sensuele werking van het verweerde
glazuur en de samenstelling van de rood-wit gebakken klei maakte dit
stukje puin tot een juweel voor mij. Geïnspireerd door de brede
mogelijkheden van deze kunst werd ik later ook gefascineerd door de
technieken. Geleidelijk leerde ik het ambacht van plateelschilder en
sinds die tijd experimenteerde ik naast mijn werk met traditionele
technieken met beschildering van keramiek en het maken van reliëf
tegels en tegeltableaus.
Het raster van een tegeltableau is dwingend en genadeloos om op te
schilderen omdat het associaties oproep met iedere levenloze tegel
muur die ik ooit gezien heb. Een beperkte oppervlakte. Matisse zei
over zijn werk: Het is goed in een schilderij het idee te geven van
een enorme ruimte binnen een beperkte oppervlakte. Het is de rol van
de schilderkunst om de oppervlakte te vergroten zodat men de dimensie
van de muur niet meer voelt.
Groei houdt ook in destructie en verval. Soms kan men pas begrijpen
hoe iets is ontstaan als het uit elkaar valt, zoals een blad dat
langzaam verteert of een stuk aardewerk dat kapot valt en zijn kern
laat zien. Als schilder is het fijn om te kunnen onderzoeken, ideeën
uit te werken, onverwachte wegen in te slaan, terugkomen op iets dat
ooit begonnen is en weer verdergaan of juist radicaal iets weggooien.
Maar niets is verloren en alles dat op de mest hoop gaat geeft voeding
voor volgende werken. In tijden van groot verlies is het moeilijk voor
te stellen wat de zin is van het creëren. Alles lijkt alleen maar
bestemd om uit elkaar te vallen. Na 11 september 2001 kan ik alleen in
gedachten van het prachtige uitzicht genieten. De glans en de mist op
de East rivier, het spel van licht en schaduwen tussen de straten,
gekleurde vlekjes die langs kruipen. De vrijheid van het uitzicht
strekt zich uit door ruimte en tijd. Pas als ik het panorama helemaal
tevoorschijn heb gehaald en beleefd realiseer ik de kracht van
verbeelding. Wat zou nog zinvoller kunnen zijn dan de positieve kracht
van vrijheid vorm te geven?
Ik wil de Porceleyne Fles bedanken voor het sponsoren van mijn
expositie. Chris Dagradi December 2002
vorige