Nederlands Kanker Instituut
Nieuwe diagnostiek borstkankerpatiënten (II)
---
---
Amsterdam, 19 december 2002 Het Nederlands Kanker Instituut/Antoni van
Leeuwenhoek ziekenhuis (NKI/AvL) zal naar verwachting als eerste
instituut ter wereld medio 2003 een klinische micro-arrayfaciliteit
openen waar een nieuwe vorm van diagnostiek bij eigen patiënten met
borstkanker toegepast wordt. Met deze DNA-technologie zijn
borsttumoren van patiënten jonger dan 55 jaar, die een grote kans
hebben de ziekte terug te krijgen te onderscheiden van tumoren waarbij
die kans klein is. Hierdoor kan aan deze groep patiënten van het
NKI/AvL meer duidelijkheid worden gegeven over de kans op eventuele
uitzaaiingen en kan beter bepaald worden welke patiënten in aanmerking
komen voor een aanvullende behandeling na de operatie. Het aantal
patienten dat aanvullend behandeld wordt met chemotherapie zal
hierdoor aanzienlijk kunnen dalen. Nieuw onderzoek, uitgevoerd door
het NKI/AvL, toont aan dat de activiteit van zeventig genen in de
tumor kan aangeven hoe groot de kans is dat een borstkankerpatiënt op
langere termijn ziektevrij blijft. Het onderzoek zal op 19 december in
het New England Journal of Medicine worden gepubliceerd.
In een eerdere studie van het NKI/AvL in samenwerking met het
Amerikaanse bedrijf Rosetta Inpharmatics werd de voorspellende waarde
van dit prognoseprofiel voor de eerste vijf jaar na diagnose gevonden
in patiënten die bij operatie geen okselklier uitzaaiingen hadden; in
de huidige studie wederom uitgevoerd in samenwerking met Rosetta
Inpharmatics is de voorspellende waarde nu op een grotere groep
aangetoond én tevens voor patiënten die bij diagnose al wel
uitzaiingen in de okselklieren hebben.
In de nieuwe studie is de micro-arraytechnologie toegepast op
borsttumoren van 295 patiënten. Deze patiënten werden tussen 1984 en
1995 behandeld in het NKI/AvL. Alle patiënten waren op het moment van
de behandeling jonger dan 55 jaar en ondergingen een operatie voor een
borsttumor kleiner dan 5 cm; 144 patiënten hadden bij diagnose
uitzaaiingen naar de lymfklieren in de oksel; 151 patiënten hadden
deze uitzaaiingen niet. Voor het verrichten van een micro-arrayanalyse
is de beschikbaarheid van ingevroren tumormateriaal noodzakelijk; het
tumormateriaal voor deze studie is afkomstig uit de weefselbank van
het NKI/AvL.
Profielen van genactiviteit voorspellen ziektebeloop
In de 295 tumoren werd de activiteit bepaald van de 70 genen die in de
eerdere studie waren geïdentificeerd als voorspellend voor het
ziektebeloop op de korte termijn. Op basis van het activiteitenpatroon
werden de tumoren verdeeld in 180 tumoren met een slecht
prognoseprofiel en 115 tumoren met een goed prognoseprofiel. Nu is
aangetoond voor patiënten zonder uitzaaiingen in de okselklier bij
diagnose dat bij een tumor met een goed prognoseprofiel 87% van hen
tien jaar na de behandeling nog steeds vrij van uitzaaiingen elders in
het lichaam is; met een slecht prognoseprofiel in de tumor was dat na
tien jaar 44%. Ook de overleving van de twee groepen is sterk
verschillend: 10 jaar na de behandeling is de overleving 97% bij een
goed prognoseprofiel en slechts 50% bij een slecht prognoseprofiel.
Tot nu toe wordt een aantal patiënt en tumor karakteristieken gebruikt
om het risico op uitzaaiingen elders in het lichaam aan te geven,
zoals de leeftijd van de patiënt, de grootte en differentiatiegraad
van de tumor. Uit het onderzoek blijkt dat het profiel van
genenactiviteit een betere voorspellende waarde heeft dan deze bekende
risicofactoren.
Gevolgen voor behandeling
Het NKI/AvL wil deze vorm van diagnostiek medio 2003 gaan gebruiken
bij borstkanker patiënten die bij diagnose geen okselklier
uitzaaiingen hebben en jonger zijn dan 55 jaar. In eerste instantie
zal dit in klinisch onderzoeksverband gebeuren.
Micro-arraytechnologie, zo blijkt, maakt het voor het eerst mogelijk
met vrij grote zekerheid te voorspellen welke patiënten de aanvullende
chemotherapie nodig hebben en voor welke vrouwen deze aanvullende
behandeling een nodeloze last is. Het is een belangrijk hulpmiddel bij
het nemen van de vaak moeilijke beslissingen om wel of geen
aanvullende chemotherapie te ondergaan.
Borstkankerpatiënten krijgen naast chirurgie eventueel aangevuld met
bestraling vaak nog een zogenoemde adjuvante behandeling. Deze
behandeling bestaat uit chemo- en/of hormoontherapie. Met name
chemotherapie heeft vaak aanzienlijke bijwerkingen. Adjuvante
(aanvullende) behandeling vermindert de kans op het later krijgen van
uitzaaiingen bij deze vrouwen aanzienlijk. Echter, zeventig procent
van de borstkanker patienten met okselklier negatieve diagnose zou
zonder chemotherapie ook geen uitzaaiingen gekregen hebben. Veel
patiënten krijgen deze aanvullende behandeling omdat op dit moment
niet goed vastgesteld kan worden bij wie van hen het meeste risico
bestaat op het krijgen van uitzaaiingen. Naar verwachting zal de
nieuwe technologie in de diagnostiek rond dertig procent van de
patiënten aanvullende chemotherapie behandeling kunnen besparen.
Micro-arrays
Micro-arrays zijn kleine glasplaatjes (2 x 6 cm) met tienduizenden
DNA-fragmenten, elk corresponderend met een bepaald gen, in fijne
rasters aangebracht. Hiermee kan in weefsels de activiteit van genen
bestudeerd worden. In de studie is gebruik gemaakt van arrays met
25.000 genenspots. Deze spots bestaan uit gesynthetiseerd DNA dat met
behulp van een inkjetprinter op de glasplaatjes is gezet. Het voordeel
ten opzichte van oudere technieken is dat in één enkele bepaling de
activiteit van tienduizenden genen tegelijk bekeken kan worden.
Genen sturen in cellen de productie van eiwitten aan, die nodig zijn
voor alle functies en processen van die cellen. In kankercellen zijn
tientallen tot honderden genen ontregeld.
Als men RNA (actief genenmateriaal) uit weefsel in contact brengt met
de array, kan na een aantal behandelingen worden afgelezen welke genen
in het weefsel afwijkende activiteit vertonen. Genen die in een tumor
actiever zijn dan gewoonlijk lichten rood op en genen die minder
actief zijn lichten groen op.
Op basis van het patroon van activiteit van specifieke genen wordt een
soort barcode gemaakt. Door classificatie worden genen die informatie
geven over het ziektebeloop geselecteerd en wordt bepaald of een tumor
een goed prognose of een slecht prognose profiel heeft.
Het NKI/AvL beschikt mede dankzij financiering van het Koningin
Wilhelmina Fonds (KWF) zelf over een micro-arrayfaciliteit voor
fundamenteel onderzoek. Die faciliteit is beschikbaar voor
onderzoekers uit heel Nederland en produceert arrays ten behoeve van
wetenschappelijk onderzoek. Het micro-arrayonderzoek in het NKI/AvL
wordt mede gefinancierd vanuit het Center for Biomedical Genetics
(CBG). Het CBG is een samenwerkingsverband van universiteiten en
onderzoeksinstellingen op het gebied van genoomonderzoek en wordt
gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk
Onderzoek (NWO). Voor vervolgonderzoek aan micro-arrayanalyse heeft
het KWF een programmasubsidie toegekend. Het Regieorgaan Genomics van
de overheid heeft recent een grote subsidie toegekend voor Cancer
Genomics onderzoek, waarin het NKI/AvL participeert.
Borstkanker
Borstkanker treft in Nederland één op de twaalf vrouwen. Kankercellen
in borstweefsel kunnen via de lymfklieren en het bloed uitzaaien naar
andere plaatsen in het lichaam. Als het proces beperkt blijft tot de
borst en okselklieren is de ziekte goed te behandelen door chirurgisch
ingrijpen of een combinatie van operatie en bestraling (borstsparende
behandeling). Uitzaaiingen elders in het lichaam zijn echter niet
anders te behandelen dan met medicijnen (chemotherapie en/of
hormonen). Dergelijke medicijnen hebben veel bijwerkingen. Om die
reden schrijft men deze geneesmiddelen zo gericht mogelijk voor en
doet men dat liever niet als er geen uitzaaiingen zijn. Het is tot nu
toe helaas gemakkelijker om vast te stellen dat er uitzaaiingen zijn,
dan om uit te sluiten dat ze er zijn. Veel groepen patiënten krijgen
daarom uit voorzorg toch de eerdergenoemde adjuvante chemotherapie.
New England Journal of Medicine, 19 december 2002, Volume 347, pgs
1999-2009.
A GENE EXPRESSION-SIGNATURE AS A PREDICTOR OF SURVIVAL IN BREAST
CANCER.
Marc J. van de Vijver, Yudong D. He, Laura J. van t Veer, Hongyue Dai,
Augustinus A.M. Hart, Dorien W. Voskuil, George J. Schreiber, Johannes
L. Peterse, Chris Roberts, Matthew J. Marton, Mark Parrish, Douwe
Atsma, Anke T. Witteveen, Annuska Glas, Leonie Delahaye, Tony van der
Velde, Harry Bartelink, Sjoerd Rodenhuis, Emiel Rutgers, Stephen
Friend and René Bernards.
Het Nederlands Kanker Instituut/Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis,
Amsterdam & Rosetta Inpharmatics, Kirkland WA, Verenigde Staten.
Datum laatst gewijzigd: Wednesday, December 18, 2002