Procedure benoeming burgemeester Leiden moet over
19 december 2002
Minister Remkes van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft besloten dat de procedure tot de benoeming van een burgemeester van de gemeente Leiden opnieuw zal moeten worden gevoerd. De vacature zal binnenkort weer worden opengesteld. Dat heeft de minister laten weten in antwoord op Kamervragen van de heer Jense van Leefbaar Nederland van 3 december j.l. over de voordracht van slechts één kandidaat voor het burgemeesterschap van Leiden en de procedure die daarbij gevolgd is. Naar aanleiding van de vragen heeft de minister de Kamer als volgt geïnformeerd.
Antwoord minister
De gemeenteraad van Leiden heeft mij op 2 december 2002 een aanbeveling gezonden met de naam van slechts één kandidaat. In de openbare vergadering van 26 november 2002 besloot de raad tevens af te zien van een raadplegend referendum voor de benoeming van de burgemeester. De Gemeentewet schrijft voor dat de aanbeveling twee personen omvat. In bijzondere, door de raad te motiveren gevallen kan worden volstaan met een aanbeveling waarop één persoon vermeld staat (artikel 61, vijfde lid). Ik ben van mening dat er géén sprake is van een bijzonder geval. De raad geeft alles afwegende geen valabele motivering voor het inzenden van de enkelvoudige aanbeveling. Ik heb ook overigens geen aanleiding om te concluderen dat er sprake is van een bijzonder geval.
De commissaris van de Koningin in de provincie Zuid-Holland heeft mij op 2 december 2002 geïnformeerd over de procedure. Op 9 september 2002 is de vacature opengesteld in de Staatscourant. Daarbij werd melding gemaakt van het besluit van de raad om een raadplegend referendum te houden ten behoeve van zijn aanbeveling inzake de benoeming. In totaal hebben 12 kandidaten zich gemeld, waaronder één vrouw. De leeftijden varieerden van 36 tot 59 jaar. De politieke achtergrond van de kandidaten kan als volgt worden weergegeven: VVD 6, PvdA 3, D66 1, Lokale partij 1, geen politieke achtergrond 1. Onder de sollicitanten bevonden zich 4 (oud) burgemeesters en 4 (oud) wethouders. Eén kandidaat heeft zich voortijdig teruggetrokken uit de procedure. De commissaris heeft vervolgens een vijftal kandidaten geselecteerd, rekening houdend met de elementaire eisen van bekwaamheid en geschiktheid voor de vervulling van het burgemeestersambt én met de specifieke wensen zoals verwoord in de profielschets die de gemeenteraad voor de vacature had opgesteld. Deze vijf kandidaten werden overeenkomstig de gebruikelijke procedure-regels door de commissaris benoembaar geacht voor het burgemeesterschap van de gemeente Leiden. De commissaris heeft mij bericht dat de commissie van oordeel was dat van de vijf door hem geselecteerde kandidaten slechts één kandidaat geschikt is voor het burgemeestersambt van Leiden. Tevens was de commissie van oordeel dat afgezien moest worden van het houden van een referendum bij gebrek aan een tweede kandidaat die aan de profielschets voldoet. De gemeenteraad nam beide voorstellen, het inzenden van een enkelvoudige aanbeveling en het niet houden van het aangekondigde referendum, over. Ik heb op 18 december 2002 de fractievoorzitters persoonlijk doen weten dat ik niet gelukkig ben met de wijze waarop de procedure is gelopen. Mij is niet gebleken dat er een valabele reden was om met een enkelvoudige aanbeveling te komen. Dat strookt niet met de wet. Voorts ben ik van mening dat een aangekondigd referendum niet tijdens een procedure behoort te worden afgelast. De inspraak van de burgers vraagt een zorgvuldige behandeling van de (spel)regels. Beide onvolkomenheden tezamen, de enkelvoudige aanbeveling en het afgelasten van het referendum zijn voor mij reden om te besluiten dat de procedure tot de benoeming van een burgemeester opnieuw zal moeten worden gevoerd. De vacature zal binnenkort opnieuw worden opengesteld. Het kabinet is overeenkomstig het strategisch akkoord voornemens een wetswijziging in te dienen waarbij de mogelijkheid tot het houden van een referendum ten behoeve van de aanbeveling van de gemeenteraad wordt geschrapt, evenals de openbaarheid van de aanbeveling.
Gemeenteraad Leiden geïnformeerd
De minister heeft vanmiddag de fractievoorzitters van de gemeenteraad van Leiden geïnformeerd over zijn beslissing. In dit gesprek heeft hij begrip getoond voor de wijze waarop de raad tot zijn conclusie is gekomen, maar dat begrip laat onverlet de verantwoordelijkheid van de minister voor de zorgvuldige afhandeling van de procedure.