Rotterdam, 19 december 2002
OM in hoger beroep terreurproces
Het Openbaar Ministerie heeft vandaag hoger beroep ingesteld tegen de
vonnissen van 18 december 2002, waarin de Rotterdamse rechtbank vier
verdachten heeft vrijgesproken, die onder andere werden verdacht van
betrokkenheid bij het voorbereiden van een terroristische aanslag op
de Amerikaanse ambassade in Parijs.
Het Openbaar Ministerie kan zich in het bijzonder niet verenigen met
het oordeel van de rechtbank dat het Openbaar Ministerie verdachten
niet uitsluitend op grond van de inlichtingen van de BVD (thans AIVD)
als verdachten hadden mogen aanmerken en vervolgens niet tot
aanhouding en doorzoekingen op een tweetal adressen had mogen
overgaan.
Ten onrechte heeft de rechtbank al hetgeen dat als het directe en
latere resultaat moet worden gezien van de doorzoekingen als
onrechtmatig verkregen bewijs aangemerkt en als bewijsmateriaal buiten
beschouwing gelaten.
Indien dit bewijsmateriaal wel had kunnen worden gebruikt bij de
bewijsvoering, dan had de rechtbank tot een bewezenverklaring en een
veroordeling kunnen komen.