Gemeente Wijk bij Duurstede

Nieuws

Gewijzigde Woningwet per 1 januari 2003:

Welstand in Westelijk Weide- en Kromme Rijngebied In het Westelijk Weide- en Kromme Rijngebied werken negen gemeenten samen aan een nieuw welstandbeleid. In dit beleid staat hoe en waarop een bouwaanvraag getoetst wordt aan redelijke eisen van welstand. Om een bouwvergunning te krijgen is een positief welstandsadvies nodig. Vanaf 1 januari zullen de bouwaanvragen in Bunnik, Houten, Lopik, Nieuwegein, Montfoort, Oudewater, Wijk bij Duurstede, Woerden en IJsselstein vergelijkbaar beoordeeld worden.
De aanleiding voor het nieuwe beleid vormt de aanstaande wijziging in de Woningwet. Dit biedt de kans de welstandsbeoordeling inzichtelijker en objectiever te maken, wat zal leiden tot kortere en snellere procedures.

Eigen welstandsbeleid
Om bouwaanvragen te kunnen toetsen moet iedere gemeente een eigen welstandsbeleid opstellen. Hierin staan criteria voor bouwwerken die zo concreet en objectief mogelijk geformuleerd zijn en afgestemd op de lokale situatie. Zo is het voor iedereen vooraf helder waar de bouwaanvraag aan moet voldoen.

Samenwerking
De samenwerking met de buurgemeenten heeft als voordeel dat een welstandsbeleid ontstaat met regionale eenduidigheid. In de regionale welstandsnota worden de algemene en specifieke kenmerken van het Westelijk Weide- en Kromme Rijngebied vastgelegd. Het vormt het kader waarbinnen iedere gemeente afzonderlijk een eigen welstandsnota kan opstellen en zorgt daarmee voor samenhang in regelgeving en kwaliteitssturing.

Passen in de omgeving
De gemeentelijke nota richt zich op de lokale situatie. Het bevat per gebiedstype, bijvoorbeeld een dorpskern, bedrijventerrein of woonwijk, de basisvoorwaarden voor de welstandsaspecten waaraan de bouwaanvragen getoetst worden. Deze voorwaarden zijn opgesteld enerzijds vanuit de huidige situatie en anderzijds vanuit de gewenste situatie van het gebied. Ze zullen ertoe bijdragen dat de toekomstige bebouwing in de omgeving past. Afhankelijk van de waarde van het gebied kan het welstandsniveau meer of minder streng zijn. In bijvoorbeeld een historisch dorpscentrum ligt de prioriteit anders dan op een bedrijventerrein. Welstandstoezicht is dus niet zozeer een waardeoordeel over een bouwwerk, maar vooral een beoordeling van bijdrage van dat bouwwerk aan de ruimtelijke kwaliteit op die specifieke locatie.

Veranderingen in procedure van bouwaanvraag
In principe mag pas gebouwd worden als er een bouwvergunning is verleend. De gemeente verleent de vergunning na een stedenbouwkundige en welstandstoets en een toetsing op bouwtechnische eisen. Voor de zogenaamde bouwvergunningsvrije bouwwerken zijn de voorwaarden in het bestemmingsplan, de gemeentelijke bouwverordening en in principe ook de gemeentelijke welstandseisen niet van toepassing. Voorbeelden hiervan zijn kleine dakkapellen aan de achterzijde van een woning, kleine aanbouwen aan de achterzijde of een erfafscheiding tot maximaal 1 meter hoogte aan de voorzijde van een erf. In het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningsplichtige bouwwerken, staat precies welke bouwwerken hiervoor in aanmerking komen. De aanvragen van bouwvergunningplichtige bouwwerken gaan naar de Welstandscommissie. Zij toetst de aanvraag aan criteria uit de welstandsnota. Men toetst bijvoorbeeld het kleurgebruik, het materiaalgebruik of de hoofdvorm. Het advies van de commissie aan het college van B en W dient gemotiveerd, schriftelijk en openbaar te gebeuren. Het college zal over het algemeen dit advies overnemen. Maar kan ook, indien daar reden voor is, afwijken van dit advies.

Meer informatie:
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de cluster Bouwzaken. Op internet kunt u terecht op de sites van o.a. www.puwc.nl, www.vrom.nl en www.welstand.org.