Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag

Directie Sub-Sahara Afrika

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag

Datum

19 december 2002

Behandeld

Evelien Pennings

Kenmerk

DAF 853/02

Telefoon

070-3485743

Blad


1/6


Fax

070-3486607

Bijlage(n)

E-Mail

evelien.pennings@minbuza.nl

Betreft

Beantwoording vragen van het lid Eurlings over de beschuldiging dat President Mugabe de oppositie verhongert.

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Eurlings over de beschuldiging dat President Mugabe de oppositie verhongert. Deze vragen werden ingezonden op 27 november jl. met kenmerk 2020303740.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Mr. J.G. de Hoop Scheffer

Antwoord van de heer de Hoop Scheffer, Minister van Buitenlandse Zaken, op de vragen van lid Eurlings (CDA) over de beschuldiging dat President Mugabe de oppositie verhongert.

Vraag 1
Bent u op de hoogte van het bericht dat hulporganisaties in Zimbabwe wederom de regering van Mugabe hebben beschuldigd van bewuste obstructie van de voedselvoorziening met als doel de oppositie te laten verhongeren?

Antwoord
Ja, daar ben ik van op de hoogte. In het rapport Voting ZANU for Food: Rural District Council and Insiza Elections van de Deense hulporganisatie Physicians for Human Rights (20 november 2002) wordt geconstateerd dat tijdens verkiezingen in verschillende districten voedselhulp misbruikt is door de Zimbabwaanse overheid om het stemgedrag van de bevolking te beïnvloeden. Rapporten van verschillende andere NGO's bevatten soortgelijke conclusies . Ook de Zimbabwaanse oppositiepartij Movement for Democratic Change beschuldigt de overheid van politisering van voedselhulp.

Vraag 2
Deelt u de mening dat de honger van meer dan de helft van de Zimbabwaanse bevolking het gevolg is van het wanbeleid van Mugabe, waardoor niet alleen bijna alle landbouwbedrijven van blanke boeren in beslag genomen zijn, maar tevens de invoer van voedselhulp door bedrijven, hulporganisaties en de oppositiepartij Movement for Democratic Change (MDC) verboden is en tegelijkertijd de distributie van noodvoedsel, verstrekt door het Wereldvoedsel Programma, in handen is van een staatscommissie waarvan de leden door Mugabe benoemd zijn? Zo ja, neen, waarom niet?

Antwoord
Ik deel uw mening dat de politieke en economische bad governance op het gebied van landhervorming door President Mugabe, in combinatie met de droogte, geresulteerd heeft in de humanitaire crisis die Zimbabwe op dit moment treft. De situatie wordt nog verergerd door de HIV/AIDS epidemie (35% van de Zimbabwaanse bevolking is HIV-positief), waardoor grote delen van de bevolking te zeer verzwakt zijn om het land te bewerken. De wijze waarop de Zimbabwaanse regering de voedselhulp in Zimbabwe organiseert heeft tevens negatieve invloed op de effectiviteit van de hulp.

De distributie van voedsel in Zimbabwe vindt plaats via meerdere kanalen. Het eerste kanaal is de Grain Marketing Board (GMB), een regeringsinstelling met een monopolie op de import en distributie van maïs. De GMB slaagt er niet in voldoende voedsel te importeren voor de 6,7 miljoen Zimbabwanen die voedselhulp nodig hebben, onder andere door een tekort aan buitenlandse valuta. De distributie van voedsel door de GMB vindt regelmatig plaats op politieke gronden. Het is bedrijven en de MDC niet toegestaan om graan te importeren.

Het tweede kanaal is het Wereldvoedsel Programma (WFP), dat een aantal nationale en internationale NGO's als uitvoeringspartners gebruikt en via hen voedselhulp verspreidt. Tot een aantal weken geleden had het Wereldvoedsel Programma te weinig uitvoeringspartners om het hele land te kunnen bestrijken, maar inmiddels hebben voldoende NGO's toestemming gekregen van de Zimbabwaanse autoriteiten om mee te werken aan de distributie van de voedselhulp. Op dit moment wordt echter de aanvoer van voedsel beperkt doordat het VN-appeal voor Zuidelijk Afrika financieel onvoldoende gedekt is en er logistieke problemen zijn, met name door een tekort aan vermalingscapaciteit voor maïs.

Het laatste kanaal voor de import en distributie van voedselhulp wordt gevormd door verschillende nationale en internationale NGO's.

Ik deel uw mening echter niet dat er sprake is van een staatscommissie die de distributie van WFP voedselhulp in handen heeft. Er heeft in september en oktober een aantal malen overleg plaatsgevonden tussen de hoofden van de VN-instellingen in Zimbabwe en de Zimbabwaanse overheid om de distributie van de voedselhulp te coördineren; dit om te voorkomen dat meerdere organisaties zich op één district richten terwijl er in een ander district geen voedselhulp wordt gegeven. Inmiddels is dit overleg uitgebreid met bilaterale donoren en SADC. Dit overleg bepaalt niet wie in aanmerking komt voor voedselhulp in een specifiek district.

Vraag 3
Welke maatregelen bent u bereid te ondernemen om ervoor te zorgen dat de voedselhulp van het Wereldvoedsel Programma ook daadwerkelijk bij de gehele Zimbabwaanse bevolking aankomt?

Antwoord
Eén van de drie voorwaarden die Nederland stelt ten aanzien van de voedselhulp houdt in dat de distributie van voedselhulp volstrekt onpartijdig moet verlopen. Dit is u reeds gemeld in de brief van de staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking van 2 oktober 2002 over de voedselhulp in Zuidelijk Afrika (met kenmerk Buza 2002/32). Om ervoor te zorgen dat de voedselhulp ook inderdaad alle groepen van de Zimbabwaanse bevolking die hulp behoeven bereikt, zijn reeds de volgende maatregelen genomen.

Vanwege onzekerheid over de onpartijdigheid van de distributie heeft de staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking eerder besloten om van onze eerste bijdrage aan het VN-appeal voor Zuidelijk Afrika ¤ 1,1 miljoen voor Zimbabwe niet te besteden via WFP. De hulp is gekanaliseerd via NGO's ten behoeve van additionele voeding aan schoolkinderen. Voorzichtigheidshalve is een latere Nederlandse bijdrage aan het VN-appeal van ¤ 4 miljoen voor het WFP is wederom negatief geoormerkt voor Zimbabwe.

Het Wereldvoedsel Programma spant zich, mede op aandringen van donoren als Nederland, zeer in om politieke manipulatie van voedselhulp te voorkomen.

Recent heeft WFP executive director de heer J.T. Morris in een brief aan de staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking aangegeven dat WFP volledige controle heeft over de voedseldistributie en strikt toezicht houdt op de naleving van zijn eigen richtlijnen om misbruik van voedselhulp te voorkomen. De Zimbabwaanse overheid is bovendien akkoord gegaan met deze door WFP opgestelde richtlijnen. Het WFP heeft de distributie van voedsel in bijvoorbeeld het district Insiza opgeschort, toen bleek dat ZANU-PF dit voedsel gebruikte om het stemgedrag van de bevolking te beïnvloeden.

Vanwege bovengenoemde ontwikkelingen wordt in nauwe samenwerking met de betrokken ambassades onderzocht of in de toekomst niet toch via WFP kan worden gewerkt.

In samenwerking met de Europese Commissie en de andere lidstaten heeft Nederland eveneens richtlijnen vastgesteld voor de Europese voedselhulp in Zimbabwe om te voorkomen dat voedsel wordt ingezet voor politieke doeleinden.

Vraag 4
Welke mogelijkheden ziet u om de overige voedselhulpprogramma's weer op gang te brengen in Zimbabwe?

Antwoord
Eerder dit jaar weigerde de Zimbabwaanse overheid om vergunningen toe te kennen aan verschillende NGO's voor voedseldistributie. Deze NGO's zagen zich toen gedwongen om hun voedselprogramma's op te schorten. Verschillende donoren, waaronder Nederland, oefenden via de coördinator van de Verenigde Naties druk uit om deze NGO's wel vergunningen te verlenen. Zeer recent heeft de Zimbabwaanse overheid een aantal belangrijke NGO's, waaronder Save the Children's Fund (SCF) en Oxfam UK, vergunningen verleend, waardoor deze de distributie kunnen hervatten. Vele van deze NGO's zijn uitvoeringspartners van het Wereldvoedsel Programma. Wat toekomstige maatregelen betreft blijft Nederland de regering van Zimbabwe onder druk zetten om voedselhulp mogelijk te maken aan alle groepen van de bevolking die dat nodig hebben. Onze mogelijkheden zijn echter beperkt nu de Zimbabwaanse regering niet bereid is tot een constructieve dialoog over de verschillende problemen, zoals bleek tijdens de EU-SADC top in Maputo van 7 en 8 november jongstleden.

Telegraaf, 25 november jl.

International Crisis Group: Zimbabwe: The Politics of National Liberation and International Division (17 oktober 2002); FOSENET (Food Security Network, een samenwerkingsverband van 24 Zimbabwaanse NGO's): Community Assessment of the Food Situation in Zimbabwe (oktober 2002); The Economist Intelligence Unit: Zimbabwe Country Report (november 2002).

===