Consument opnieuw iets positiever
Het consumentenvertrouwen is in december met drie punten gestegen ten opzichte van november. Deze uitkomst is gecorrigeerd voor seizoeninvloeden. Dit is de tweede opeenvolgende verbetering van het vertrouwen, na een periode van voornamelijk dalingen sinds januari van dit jaar. Het vertrouwen blijft nog wel op een laag niveau, zo blijkt uit het Consumenten Conjunctuur Onderzoek van het CBS.
Tweede achtereenvolgende stijging
Voor het bepalen van omslagen van een trend kan het beste worden gekeken naar seizoengecorrigeerde cijfers. In november lieten deze cijfers voor het eerst dit jaar een stijging van het consumentenvertrouwen zien, van 5 punten. In december vindt nu opnieuw een verbetering plaats. In oktober was sprake van een stabilisatie, na dalingen sinds januari van dit jaar. De stijgingen in november en december hangen samen met een toegenomen koopbereidheid en een minder negatief oordeel over de economie in het algemeen.
Consument positiever over grote aankopen
De koopbereidheid is in december vrijwel gelijk gebleven. De koopbereidheid is gebaseerd op het oordeel over de financiële situatie van het eigen huishouden en het doen van grote aankopen. In deze voor de consument erg dure maand is sprake van relatief sterke seizoeneffecten. Met name vindt men in december de tijd meestal veel ongunstiger dan in andere maanden voor het doen van grote aankopen. Na correctie voor dergelijke effecten is sprake van een stijging van de koopbereidheid met drie punten in vergelijking met november. Consumenten zijn in december vooral positiever over het doen van grote aankopen en in mindere mate ook over de ontwikkelingen van hun financiën in de afgelopen tijd. Over de financiële toekomst van het eigen huishouden zijn ze daarentegen somberder dan in november.
Oordeel over economisch klimaat verder verbeterd
Het oordeel van de consument over de economische toestand in Nederland is in december positiever dan in november. De consument is minder negatief over de economie in de afgelopen twaalf maanden. Ook de verwachtingen voor de komende twaalf maanden zijn minder pessimistisch.
Technische toelichting
De index van het consumentenvertrouwen geeft aan in hoeverre huishoudens vinden dat het economisch gezien beter of slechter gaat. Het consumentenvertrouwen wordt bepaald op basis van de mening van huishoudens over het algemene economische klimaat en over de eigen koopbereidheid. Maandelijks worden hierover in het Consumenten Conjunctuuronderzoek (CCO) vijf vragen gesteld aan ongeveer duizend personen. Daarnaast bevat het CCO onder andere vragen over de verwachtingen voor de werkloosheid en de inflatie en over het spaargedrag en aankoopplannen van huishoudens.
De ondervraagden kunnen vinden dat het beter gaat (de 'optimisten'), dat het slechter gaat (de 'pessimisten') of dat de situatie gelijk blijft. Als er evenveel optimistische als pessimistische consumenten zijn, heeft de index de waarde nul. Een waarde van tien betekent dat de optimisten een meerderheid van tien procent hebben ten opzichte van de pessimisten.
Twee van de vragen gaan over de economische situatie in het algemeen. Het CBS berekent uit de antwoorden hierop de indicator van het economisch klimaat. De overige drie vragen gaan over de financiële situatie van het eigen huishouden. Daaronder is ook de vraag of de tijd gunstig is voor aankopen van duurzame goederen. De antwoorden op deze drie vragen worden samengevat in de indicator van de koopbereidheid.
Bij de seizoengecorrigeerde cijfers wordt gecorrigeerd voor het feit dat de consument in bepaalde periodes van het jaar doorgaans wat positiever aankijkt tegen de economische situatie in het algemeen. Bovendien wordt er rekening gehouden met seizoengebonden schommelingen in inkomsten en uitgaven in de loop van het jaar, zoals vakantiegeld en decemberaankopen.
Het Consumenten Conjunctuur Onderzoek wordt vanaf mei 2000 medegefinancierd door de Europese Gemeenschap.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persdienst van het CBS. Tel. (070) 337 58 16 Fax (070) 337 59 71 E-mail: persdienst@cbs.nl
PB02-267
19 december 2002
9.30 uur
Centraal Bureau voor de Statistiek
Persbericht