Provincie Noord-Holland

Onderzoekscommissie Zuidtangent rapporteert

De op 21 oktober 2002 ingestelde Ad Hoc Commissie Zuidtangent concludeert na onderzoek dat in formele zin is voorbijgegaan aan het budgetrecht van Provinciale Staten van Noord-Holland. Dit omdat niet formeel goedkeuring is gehecht aan het eventueel lopen van financieel risico door het overnemen van het opdrachtgeverschap van het project. Tegelijk stelt de commissie vast dat de staten wel op de hoogte waren van het opdrachtgeverschap en daar geen aanleiding in hebben gezien om aan te dringen op behandeling in Provinciale Staten. Enerzijds zijn dus Gedeputeerde Staten qua procedure niet zorgvuldig geweest door het overdrachtsdocument niet aan de staten ter goedkeuring voor te leggen. Anderzijds namen Provinciale Staten niet hun eigen verantwoordelijkheid in deze kwestie.

Naast de procedurezaak heeft de commissie onderzocht of sprake is van eventuele overschrijdingen van de door het rijk beschikbaar gestelde gelden voor de Zuidtangent. Daarop is op dit moment geen uitsluitsel te geven omdat nog onderhandelingen lopen over bijdragen van derden. Wel heeft de commissie geconcludeerd dat er geen substantiële overschrijdingen te verwachten zijn.

Aanleiding onderzoek
Op 10 juni 2002 dienden de PvdA, GroenLinks en D66 bij de behandeling van de jaarrekening en het jaarverslag 2001 een motie 6-1 in , wegens twijfel over het eventueel schenden van het budgetrecht van PS ten aanzien van de besluitvorming over mogelijke overschrijdingen bij de financiering van de Zuidtangent. De Rekeningencommissie zou dit moeten onderzoeken .De stemmen staakten over de motie. Op 23 september 2002 namen Provinciale Staten een gewijzigde motie aan: niet aan de Rekeningencommissie, maar aan een commissie ad hoc werd het onderzoek over het budgetrecht en de eventuele overschrijding van de financiering van de Zuidtangent opgedragen. In de statenvergadering van 21 oktober 2002 werd deze commissie ingesteld. De commissie raadpleegde documenten en hoorde betrokkenen over de zaak. Feitenoverzicht.
De Zuidtangent is een openbaar vervoerverbinding tussen Haarlem en Amsterdam . De aanleg van de vrije busbaan voor de Zuidtangent was een project van het rijk en werd ook gefinancierd door het rijk. In oktober 1993 werd het beleidsplan Zuidtangent voorgelegd aan Provinciale Staten, die unaniem instemden met de planvorming en uitvoering en met de maatregelen die nodig waren om het planologisch uit te voeren. In augustus 1995 verzocht Rijkswaterstaat Gedeputeerde Staten om de organisatie van aanleg en instandhouding van de Zuidtangent en de financiering van het onderhoud en beheer van de NZH over te nemen.
In mei 1996 werd een besluitvormingsdocument besproken in de statencommissie Wegen, Verkeer en Vervoer, die instemde. Het werd niet aan de staten voorgelegd. Evenmin gebeurde dit met een raamovereenkomst waarin de overdracht van NZH naar provincie werd geregeld. Wel werd er melding van gemaakt in andere documenten die de staten akkordeerden: het Slotbericht 1996 en Voorjaarsbericht 1997. Later is de zaak nog aan de orde geweest in de rekeningencommissie en de in de staten bij de jaarrekening 2001.
Het rijk heeft voor de Zuidtangent in verschillende fasen in totaal 480 miljoen gulden beschikbaar gesteld. De provincie heeft daarnaast geld gestoken in de Zuidtangent bij wijze van voorinvestering voor toekomstige gewenste vertramming: eenmalig 8,8 miljoen gulden in de begroting 1997 en daarna jaarlijks 7, 1 miljoen gulden. Als gemeld is de eindafrekening nog niet opgemaakt, omdat nog met derden wordt onderhandeld.

Bespreking rapport
Het onderzoeksrapport zal worden besproken op 13 januari in Provinciale Staten.
Woordvoerder over de rapportage van de commissie is voorzitter mevrouw M. Beens-Jansen (GroenLinks), tel. 0251-650356.

U kunt het rapport hier downloaden

rapport onderzoekscommissie Zuidtangent

Redactie Nieuws 18-12-2002 14:41:00