Kleine groei R&D-uitgaven
Nederlandse bedrijven hebben in 2001 een bedrag van 4,7 miljard euro besteed aan door hen zelf uitgevoerd onderzoek. De R&D-uitgaven komen daarmee ruim 3 procent hoger uit dan in het voorgaande jaar, aldus het CBS. Afgezet tegen de gemiddelde groei van de laatste tien jaar is dit een relatief laag groeipercentage. Ook internationaal bezien is de ontwikkeling van de R&D van het Nederlandse bedrijfsleven achtergebleven.
R&D-uitgaven industrie toegenomen
Ondernemingen in de industrie waren in 2001 goed voor ruim driekwart (3,6 miljard euro) van de totale uitgaven aan eigen R&D-onderzoek. De uitgaven lagen hiermee bijna 5 procent hoger dan in 2000. In de dienstensector was sprake van een daling met bijna 4 procent.
R&D-positie Nederland internationaal bezien
Voor een internationale vergelijking worden de R&D-uitgaven vaak uitgedrukt als percentage van het Bruto Binnenlands Product (R&D-intensiteit). In Nederland is de groei van de R&D-uitgaven sinds 1999 sterk verminderd, terwijl in deze periode de groei van het Bruto Binnenlands Product juist relatief hoog bleef. De R&D-intensiteit is dan ook in de afgelopen 2 jaar gedaald van 1,14 procent in 1999 naar 1,09 procent in 2001.
De Nederlandse R&D-intensiteit is de afgelopen jaren ook achtergebleven bij het gemiddelde voor de Europese Unie en de OESO-landen. Zo bedroeg de R&D-intensiteit in 2000 in Nederland 1,12 procent tegen 1,21 procent in de EU en 1,56 procent in de OESO-landen.
Technische toelichting
In dit persbericht zijn de begrippen uitgaven aan onderzoek (met eigen personeel) en Research en Development (R&D) als synoniemen gebruikt. Research is het systematisch zoeken naar oplossingen voor praktische problemen binnen een bedrijf. Development is het systematisch uitwerken van bedrijfsideeën of het verder ontwikkelen van eigen of andermans researchresultaten tot geheel nieuwe of wezenlijk verbeterde diensten, producten of productieprocessen.
Deze voorlopige cijfers zijn gebaseerd op de R&D-enquête 2001 van het CBS. In het najaar van 2003 zullen de resultaten van dit onderzoek uitvoerig worden besproken in de CBS-publicatie Kennis en economie 2003.
De beschreven populatie bestaat uit ondernemingen met 10 of meer werknemers in dienst. De gehele particuliere sector is opgenomen: industrie, dienstverlenende bedrijfstakken en de sector overig, bestaande uit onder meer landbouw, delfstoffenwinning, elektriciteit, gas & water en de bouwnijverheid.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persdienst van het CBS. Tel. (070) 337 58 16 Fax (070) 337 59 71 E-mail: persdienst@cbs.nl
PB02-265
18 december 2002
9.30 uur
Centraal Bureau voor de Statistiek
Persbericht