Ministerie van Economische Zaken Berichtnaam: Antwoord op vragen gesteld door het lid Crone Nummer: 200 Datum: 18-12-2002

Vragen van het lid Crone (PvdA) aan de minister van Economische Zaken over stroomstoring in Amsterdam. (Ingezonden 7 november 2002)

1 Bent u bereid zo snel mogelijk de Kamer te informeren, over de oorzaken van de stroomstoring van woensdagavond 6 november 2002?

2 Kunt u daarbij aangeven of de oorzaak mede is gelegen in eventueel achterblijvend onderhoud bij stroomnetwerkbedrijven waarop eerder is gewezen door Kema en waarover de Kamer op 6 november 2002 met u heeft gesproken in een overleg over het Energierapport?

3 Het is toch zo dat stroomnetwerken meestal meerdere verbindingen hebben zodat stroom bij storingen of onderhoud van één kabelsysteem kan worden omgeleid over een ander netwerk? Waarom is hiervan geen sprake geweest in Amsterdam, zodat de storing tot een zeer korte tijd kon worden beperkt?

4 Zijn de oorzaken van de storingen in Amsterdam vergelijkbaar, met die in Rotterdam eerder dit jaar?

5 Welke maatregelen worden genomen om grote stroomstoringen te voorkomen?

6 Welke schaderegelingen zijn van toepassing?

7 Zal de Dienst toezicht energie (Dte) er op toezien dat waar de netbeheerder fouten heeft gemaakt, deze daarop wordt aangesproken en zo nodig met sancties wordt getroffen?

De Staatssecretaris van Economische Zaken, mr.drs. J.G. Wijn heeft deze vragen als volgt beantwoord. Ministerie van Economische Zaken


1 Ja



2 Ik kan uw vraag niet zonder meer bevestigend of ontkennend beantwoorden. In de Netcode die door DTe is vastgesteld is ten aanzien van de betrouwbaarheid van netten de zogenaamde eis van enkelvoudige storingsreserve opgenomen. Deze eis houdt in dat wanneer een verbinding tussen twee stations wegvalt er een alternatieve verbinding inzetbaar is. Van de directeur DTe heb ik begrepen dat Continuon ruimschoots aan deze eis voldoet. Ten aanzien van de aard van de storing kan ik melden dat in eerste instantie rond 18.00 uur kortsluiting is ontstaan in een van de stations in het gebied, namelijk het station Klaprozenweg. Tussen het station Klaprozenweg en station Hoogte Kadijk loopt een drietal verbindingen. Ten tijde van de storing was van de drie verbindingen tussen de betreffende stations er een wegens verzwaringswerkzaamheden buiten bedrijf. Toen de kortsluiting ontstond is door Continuon opdracht gegeven deze verbinding zo snel als mogelijk weer in bedrijf te nemen. De enige nog werkzame verbinding draaide op dat moment op 85 procent. Dat wil zeggen dat de elektriciteitsvraag goed kon worden verwerkt. Om tot nu toe onduidelijke redenen is deze derde verbinding rond 21.45 uur uitgevallen. Zowel naar de oorzaak van de kortsluiting in de eerder genoemde verbinding, als naar het uitvallen van deze derde verbinding, wordt door Continuon onderzoek gedaan.

Net na middernacht is de stroomvoorziening weer hersteld. De langst gedupeerde afnemers van Continuon hebben ruim twee uur zonder stroom gezeten.


3 Zie het antwoord bij vraag 2, met dien verstande dat de genoemde eis, zoals in de Netcode opgenomen, alleen geldt voor netten op de netvlakken van 110 kV en hoger.

4 Deze vraag kan ik op dit moment niet beantwoorden. Naar de exacte oorzaak van de kortsluiting en het wegvallen van de andere verbinding wordt zoals opgemerkt nog onderzoek gedaan.

5 Belangrijkste maatregel is de al genoemde bepaling van het hebben van een enkelvoudige storingsreserve in de Netcode. Verder is door de gezamenlijke netbeheerders en TenneT overeengekomen dat wanneer door een calamiteit niet aan deze verplichting kan worden voldaan, binnen 8 uur wel aan deze verplichting moet worden voldaan. Naast de bepalingen van de Netcode is het naar mijn oordeel van belang dat de bedrijven prikkels krijgen om waar nodig een hoger niveau van onderhoud en investeringen te stimuleren. Vandaar dat de DTe vorige week heeft aangekondigd vanaf 2004 te komen tot een systeem van kwaliteitsregulering waarbij dergelijke prikkels in de tarieven worden opgenomen. Ik zal de hiervoor benodigde wetgeving zo snel mogelijk aan het parlement aanbieden.


6 Momenteel is schadeaansprakelijkheid voor energiebedrijven in geval van stroomstoringen uitgesloten. Wel is sprake van een vergoedingsregeling waarbij afnemers na 4 uur stroomstoring volgens de kwaliteitscriteria uit de Netcode (art. 6.3.1) recht hebben op een tegemoetkoming. Voor consumenten bedraagt deze bijvoorbeeld euro 35. Voor andere afnemers gelden bedragen van een andere orde van grootte. De betreffende stroomstoring heeft uiteindelijk ruim 2 uur geduurd, zodat op grond van deze regeling waarschijnlijk niet tot uitkering zal worden overgegaan.
In het voorjaar zal ik de Kamer per brief informeren over aspecten van voorzieningszekerheid en leveringszekerheid in de energiesectoren. Ik zal in deze brief ook ingaan op de aansprakelijkheid van energiebedrijven in geval van stroomstoringen.


7 Op dit moment is het sanctie-instrumentarium van de DTe beperkt tot de bij vraag 6 genoemde regeling. Deze regeling is beperkt tot het vergoeden van relatief bescheiden standaardbedragen aan getroffen klanten. Het is mijn bedoeling dat de DTe vanaf 1 januari 2004 tariefprikkels invoert die de bedrijven waar nodig aanzetten tot een hoger niveau van onderhoud en investeringen (zie ook vraag 5).