Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
mr. A.E. Verstand-Bogaert, van 7 februari 2002, Directie Coördinatie
Emancipatiebeleid, nr. DCE/2002/8152, Subsidieplafonds Subsidieregeling
emancipatieondersteuning
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
mr. A.E. Verstand-Bogaert
maakt bekend:
dat de subsidieplafonds zoals bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van de Subsidieregeling
emancipatieondersteuning 1998 (Staatscourant 1997, nr. 249) voor het jaar 2002 worden vastgesteld
op:
* * 454.000,= voor het actuele thema `Levensloopbaan en de jonge generatie', en
* * 454.000,= voor het actuele thema `VN-vrouwenverdrag en nieuwkomers'.
Aanvragen voor subsidie voor het thema `Levensloopbaan en de jonge generatie' dienen vóór 1 juni
2002 te worden ingediend.
Aanvragen voor subsidie voor het thema `VN-vrouwenverdrag en nieuwkomers' dienen vóór
1 juli 2002 te worden ingediend.
Het subsidieplafond zoals bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de Subsidieregeling
emancipatieondersteuning wordt voor het jaar 2002 vastgesteld op * 454.000,=. Het subsidieplafond
zoals bedoeld in artikel 2, onderdeel c, van de Subsidieregeling emancipatie-ondersteuning 1998 wordt
voor het jaar 2002 vastgesteld op * 4.764.000,=.
`s-Gravenhage, 7 februari 2002
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.E. Verstand-Bogaert)
Toelichting
Inleiding
Volgens de begroting van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2002 is voor de
toepassing van de Subsidieregeling emancipatie-ondersteuning 1998 voor het kalenderjaar 2002 een
bedrag beschikbaar ad * 7.491.000,=. Daarvan is reeds * 4.764.000,= gereserveerd voor
organisaties die per boekjaar worden gesubsidieerd (artikel 2, onderdeel c). Voor toepassing van de
subsidieregeling is * 908.000,= beschikbaar voor activiteiten zoals bedoeld in artikel 2, onder-deel a,
en * 454.000,= voor activiteiten zoals bedoeld in onderdeel b. Voor overige activiteiten is *
1.365.000,= gereserveerd, waaronder de inrichting van het Informatiepunt Gelijke Behandeling m/v en
de uitfinanciering van de Vrouwenvakscholen.
Actuele thema's
Jaarlijks worden in de begroting van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid actuele
thema's gekozen die vanuit beleidsdoelstellingen van de coördinerende staatssecretaris om een extra
impuls vragen. Doel hiervan is om in aansluiting op de beleidsvoering het maatschappelijk bereik van de
thema's te vergroten door niet-gouvernementele organisaties in staat te stellen rond de thema's
activiteiten te organiseren.
Levensloopbaan en de jonge generatie
In de afgelopen decennia hebben mensen in Nederland meer mogelijkheden gekregen om hun
levensloop naar eigen inzicht in te richten. Ongeacht leeftijd en fase van hun leven willen mensen steeds
meer zelf invulling geven aan werken, leren, zorgen, wonen en rusten en de volgorde van deze fasen.
Het keurslijf van de oude standaard levensloop (leren/werken/ pensioen) is grotendeels verdwenen.
Uitgangspunt is dat individuele burgers in beginsel zelf verantwoordelijk zijn voor de consequenties van
keuzes die zij in vrijheid maken. En de overheid schept de randvoorwaarden om ervoor te zorgen dat er
werkelijk sprake is van keuzevrijheid. De beschikbaarheid van betaalbare kinderopvang is bijvoorbeeld
een voorwaarde om de keuze om arbeid en zorg te combineren daadwerkelijk te realiseren. Daarbij
wordt een groter beroep op de eigen verantwoordelijkheid van burgers gedaan.
Het verdwijnen van een keurslijf geeft vooral jonge `burgers' meer ruimte om hun leven naar eigen
inzicht in te richten. De keerzijde van deze grotere eigen verantwoordelijkheid is dat met name de
jongere generatie, dat wil zeggen de jonge mensen die zich in de opbouwfase van de levensloop
bevinden, weten wat op termijn de consequenties zijn van keuzes die zij nu maken. Bijvoorbeeld:
* (tijdelijk) stoppen met werken om voor een kind(eren) te zorgen, wat zijn de sociale en economische
gevolgen?
* sparen voor de oude dag, is dat nou wel nodig?
* is een relatie een `verzekering' voor de toekomst?
* eerst een stevige positie op de arbeidsmarkt en dan pas een gezin?
Het kabinet wil daarom de ontwikkeling stimuleren van instrumenten waarmee de jongere generatie zelf
de eigen verantwoordelijkheid voor het maken van keuzes wat betreft hun levensloop kunnen
vormgeven. Daarbij gaat het erom dat jonge mensen die zich in de opbouwfase van de levensloop
bevinden, worden gestimuleerd om actief over de consequenties van deze keuzes en hun
levensloopplanning na te denken. Bij levensloopplanning gaat het om
2
een betere spreiding en combinatie van activiteiten in de loop van het hele leven met het accent op de
afweging tussen "nu of later".
Door organisaties kan subsidie worden aangevraagd voor interactieve projecten die gericht zijn op het
aanreiken van instrumenten aan de jongere generatie en het aanleren van vaardigheden om de
levensloop te kunnen plannen (leren, economische zelfstandigheid, zorg, pensioen). De looptijd van het
project mag niet langer dan één jaar beslaan. Bij de beoordeling van de project-voorstellen wordt
voorts gelet op:
* de mate waarin het project de doelgroep actief stimuleert over levensloopplanning na te denken;
* de mate waarin en de wijze waarop met anderen wordt samengewerkt en de mate van nieuwheid
van de samenwerkingsvorm;
* de mate waarin waarborgen zijn opgenomen voor overdraagbaarheid en verspreiding van het
projectresultaat;
* de mate waarin het projectresultaat kan worden ingebed in het reguliere beleid van bedrijven,
instellingen en overheden;
* de mate waarin het project een vernieuwend karakter heeft (originaliteit);
Projecten die alleen gericht zijn op informatieoverdracht komen niet voor subsidiëring in aanmerking.
VN-Vrouwenverdrag en nieuwkomers
Het kabinet rapporteert één maal in de vier jaar aan het VN-Comité voor de uitbanning van alle vormen
van discriminatie jegens vrouwen (CEDAW). Hieraan vooraf gaat een nationale rapportage die aan de
Tweede Kamer wordt voorgelegd. Het kabinet volgt een tweejaarlijkse rapportagecyclus; in 2002 zal
de tweede nationale rapportage worden ingediend. Het onderwerp van deze tweede nationale
rapportage is de gender-sensitiviteit van en de relatie tussen het mensenrechtenbeleid, het
vreemdelingenbeleid, het nieuwkomersbeleid, het integratiebeleid en het terugkeerbeleid. Dit alles in het
licht van de relevante artikelen van het VN-Vrouwenverdrag en de vreemdelingrechtelijke rechtspositie
van vrouwen in het vreemdelingenbeleid. Het kabinet wil thans de rechten van vrouwen in het kader van
het VN-Vrouwenverdrag specifiek onder de aandacht brengen bij de jongere generatie nieuwkomers in
de Nederlandse samenleving.
Door maatschappelijke organisaties kan subsidie worden aangevraagd voor projecten waarbij de
doelgroep bewust wordt gemaakt van hun rechten zoals verwoord in het VN-Vrouwenverdrag, om zo
te (kunnen) komen tot empowerment van jonge allochtone vrouwen en vluchtelingen-vrouwen onder
nieuwkomers. Specifieke aandacht dient daarbij uit te gaan naar bewustwording van de rechten als
vrouw in relatie tot de gevaren van mensenhandel, seksueel geweld en gedwongen prostitutie. Centraal
bij de initiatieven gericht op empowerment van jonge allochtone en vluchtelingenvrouwen dient te staan
dat zij zich (verder) ontwikkelen als zelfbewuste persoonlijkheden en zich bewust zijn/worden van hun
rechten als vrouw.
De looptijd van het project mag niet langer dan één jaar beslaan. Bij de beoordeling van de
projectvoorstellen wordt voorts gelet op:
* de mate waarin het project de doelgroep actief stimuleert over hun rechten en hun positie in de
Nederlandse samenleving;
* de mate waarin en de wijze waarop met anderen wordt samengewerkt;
3
* de mate waarin waarborgen zijn opgenomen voor overdraagbaarheid en verspreiding van het
projectresultaat;
* de mate waarin het projectresultaat kan worden ingebed in het regulier beleid;
* de mate waarin het project een vernieuwend karakter heeft (originaliteit).
Informatie
Voor het indienen van de aanvraag kunt u het Informatiepakket Subsidieaanvragen 2002 aanvragen bij
de (gratis) informatietelefoon van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, tel: 0800-
9051. Dit pakket bevat de Subsidieregeling Emancipatie-ondersteuning 1998, de Algemene Regeling
SZW-subsidies en een aanvraagformulier plus handleiding die gebruikt kunnen worden als hulpmiddel
bij het indienen van de aanvraag.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.E. Verstand-Bogaert)