Nieuws
18 dec 2002 - Maak werk van illegaal werk
Gedogen is "uit"in Nederland zeggen dappere politici en burgers. Toch
zijn er nog steeds terreinen waar het handhaven van onze wetten, en zelfs
de grondwet, afhoudende reacties oplevert. Artikel 2 van de grondwet
biedt hiervan een voorbeeld: "de wet regelt de toelating en uitzetting
van vreemdelingen". Nee, daar willen veel mensen toch maar niet te veel
werk van maken, illegaliteit is vast niet zo'n groot probleem of anders
is het wel een smeermiddel van de arbeidsmarkt zeggen ze . Maar het
vreemdelingenbeleid heeft terecht een heel prominente plaats gekregen in
de grondwet; het is cruciaal voor het handhaven van de rechtsstaat en
onze sociale voorzieningen.
In Nederland verblijven naar schatting 150.000 illegalen, de bevolking
van een middelgrote stad. Velen zijn hier ooit legaal gekomen,
bijvoorbeeld op familiebezoek vanuit Turkije of Marokko, als
"toerist"vanuit Roemenië of Bulgarije, of als asielzoeker in de hoop op
een vluchtelingenstatus. Hun bestaan kent veel onzekerheden: ze
verblijven in een land met een vreemde taal en cultuur, mogen niet werken
en hebben geen recht op sociale voorzieningen. Ze zijn kwetsbaar voor
uitbuiting door de profiteurs van de illegaliteit: malafide werkgevers,
huisjesmelkers en criminelen. Ondanks deze onzekerheden hebben toch grote
groepen mensen een illegaal bestaan in Nederland verkozen boven een
legaal bestaan in het land van herkomst. Gezien het aantal mensen waar
het om gaat is een leven in de schemerzone in Nederland kennelijk nog
steeds een wenkend perspectief. Er zijn inmiddels zelfs mensen die
beweren dat de Nederlandse economie stil zou vallen zonder illegale
werknemers: de tomaten zouden verrotten in de kassen, de kantoren niet
meer schoongemaakt en pizza's niet meer bezorgd worden. Heeft artikel 2
van de grondwet zichzelf dus overleefd ?
Een gesprek met bewoners van de achterstandswijken van onze grote steden
leert dat illegaliteit helemaal geen onschuldig verschijnsel is. Het gaat
om geld, groot geld en dat trekt de bijbehorende criminaliteit. Een
illegale werknemer ontvangt circa EUR 3 per uur, een malafide
uitzendbureau verhuurt hen voor tenminste EUR 15 per uur. Met 10
illegalen in dienst verdien je zo al EUR 300.000,- per jaar, netto wel te
verstaan, want belasting en sociale premies worden natuurlijk niet
betaald. Dat komt in de buurt van de winst uit drugshandel. En bonafide
uitzendbureaus in bijvoorbeeld het Westland kunnen inmiddels dan ook
verhalen vertellen over intimidatie en bedreiging. Ook bedrijfstakken
waar veel illegalen werken lopen het risico van het hellende vlak:
bonafide werkgevers die niet met illegalen werken ondervinden oneerlijke
concurrentie van hun vakbroeders die lagere arbeidskosten hebben, dankzij
illegalen. Werkgevers die zich eigenlijk aan de wet willen houden kunnen
zich hierdoor genoodzaakt voelen om ook met illegalen te gaan werken,
omdat ze anders het hoofd niet meer boven water kunnen houden.Ook op de
woningmarkt vindt een sluipende erosie plaats: 6 illegalen op een kamer
leveren meer op een een gezinnetje van 4 in een heel huis. Ook op de
woningmarkt ondervinden bonafide verhuurders concurrentie van
kwaadwillige collega's, terwijl bovendien menig huurder verleidt wordt
tot illegaal onderhuren. Zo infiltreert de illegale schemerzone
belangrijke onderdelen van onze samenleving.
"Maar we hebben de arbeidskrachten toch nodig" is een veel gehoord
argument. Nee, dat hebben we niet. Het werk dat door illegalen wordt
gedaan vraagt weinig bijzondere vaardigheden, zoals iedereen die wel eens
vakantiewerk in de tuinbouw, de schoonmaak of de horeca heeft gedaan kan
bevestigen. Het kan kennelijk zelfs zonder inburgeringcursus worden
gedaan. Tegenover de 150.000 illegalen staan 300.000 mensen in de
bijstand, waarvan de helft een arbeidsplicht heeft, een even groot aantal
mensen in de WW, vrijwel allemaal met arbeidsplicht, en ruim 900.000
arbeidsongeschikten, waarvan een aanzienlijk deel in landen als België en
Duitsland nooit arbeidsongeschikt zou worden verklaard. Er is dus geen
tekort aan mensen die legaal kunnen werken, wel een tekort aan mensen die
willen werken. Saillant is bovendien dat in al deze sociale voorzieningen
allochtonen, de legale migranten van gisteren, relatief
oververtegenwoordigd zijn.
Illegaliteit is dus niet nodig voor het functioneren van onze economie,
leidt tot mensonterende toestanden voor de betrokken werknemers en
corrumpeert een aantal sectoren van de maatschappij. Bovendien valt te
verwachten dat de aanwezigheid van een nog steeds groeiende groep
allochtonen in Nederland een grote aantrekkingskracht zal blijven
uitoefenen op achtergebleven familieleden. Bovendien zal, naarmate we er
beter in slagen om echte vluchtelingen te scheiden van economische
migranten, een steeds groter deel kiezen voor illegaal verblijf. Het
probleem zal zonder aanvullende maatregelen dus eerder toe- dan afnemen.
Hoog tijd dus om ook werk te maken van artikel 2 van de grondwet. Dit
vraagt om een consequent aanpakken van alle schakels die betrokken zijn
bij de keten van illegale arbeid.
Allereerst toegang tot en verblijf in Nederland. Aangezien de meeste
illegalen legaal Nederland zijn binnengekomen, moeten we allereerst werk
gaan maken van een goede verblijfsregistratie. Als een visum voor
bijvoorbeeld 3 manden wordt verleend, moet er ook afmelding plaats vinden
bij vertrek. Vaak heeft een familielid in Nederland zich borg moeten
stellen voor de overkomst, wanneer deze borg voortaan geïnd wordt na
afloop van de visumperiode indien geen afmelding heeft plaatsgevonden,
zal de visumplicht veel effectiever zijn.
Uitgeprocedeerde asielzoekers moeten daadwerkelijk uitgezet worden om te
voorkomen dat ze in de illegaliteit verdwijnen. Reeds eerder heeft de VVD
gepleit voor het opzetten van een professionele uitzetorganisatie om hier
werk van te maken.
Tijdens het verblijf in Nederland moeten overheids- en door de overheid
gefinancierde instellingen eenduidige signalen uitzenden wanneer zij in
aanraking komen met illegaliteit, en deze melden bij de
vreemdelingenpolitie. Nu is het nog zo dat menig illegale werknemer de
trotste bezitter is van een Nederlands sofi-nummer, rijbewijs en pasjes
van ziekenfonds en woningcorporatie. De invoering van de door minister
Donner aangekondigde algemene identificatieplicht biedt hiervoor een
logisch startpunt. Een verstandiger gebruik van informatietechnologie,
inclusief het koppelen van overheidsbestanden, is hierbij een onmisbaar
hulpmiddel. Terecht deden onder meer de burgemeesters Deetman en
Opstelten in een recent artikel in NRC Handelsblad dan ook een oproep tot
een doeltreffend gebruik van moderne informatietechnologie bij overheid
en semi-overheid.
Ook richting malafide werkgevers moet de overheid consequente signalen
uitzenden. De boete voor het in dienst hebben van een illegale werknemer
bedraagt bij eerste overtreding EUR 900,-. Dit staat in geen verhouding
tot de hierboven geschetste winst en de overheid kan de kosten van
uitzetting hiervan niet eens betalen. Malafide uitzendbureaus vormen een
cruciale schakel in het illegale circuit. Ook voor bonafide werkgevers is
het vaak niet eenvoudig om na te gaan of de werknemers die door een
uitzendbureau geleverd worden legaal in Nederland zijn. Het controleren
van een paspoort uit een ander EU-land met een onduidelijke pasfoto
vraagt vakkennis. De overheid kan de sector helpen door ondersteuning te
bieden bij controles, bijvoorbeeld door on-line controle mogelijk te
maken van de koppeling tussen paspoort en sofi-nummer. Zeker zo
belangrijk is een actieve ondersteuning door de overheid van keurmerken
die door de sector zelf worden opgezet. Zowel tuinbouworganisatie LTO,
als de brancheverenigingen van uitzendbureaus ABU en NBBU hebben zelf
keurmerken ontwikkeld voor bedrijven die hun administratie en
werkprocessen zo ingericht hebben dat illegale arbeid geen kans geeft.
Belastingdienst en UVI's zouden de kwaliteit van zulke ketens kunnen
(laten) verifiëren en op grond daarvan een vrijwaring voor boetes en
naheffingen geven aan bedrijven die deelnemen aan deze keten. Om
kartelvorming te voorkomen moet deze vrijwaring niet gebaseerd zijn op
het lidmaatschap van een branchevereniging, maar op het toepassen van
kwaliteitssystemen die aan objectief controleerbare kwaliteitseisen
voldoen. Net als bij de bekende APK-keuringen hoeft de overheid niet
dagelijks iedere onderneming te keuren. Op basis van steekproeven kan
gecontroleerd worden of een kwaliteitsketen aan de gestelde eisen blijft
voldoen.
Tenslotte dient het beschikbare arbeidsaanbod in Nederland gemobiliseerd
te worden. Onze sociale voorzieningen staan open voor mensen die niet
kunnen werken, niet voor mensen die niet willen. Het is schandalig dat
jaarlijks terugkerende pieken in de vraag naar arbeid, zoals bijvoorbeeld
de oogst van asperges, nauwelijks leiden tot inschakelingen van mensen in
de bijstand. Een juiste toepassing van de bijstandswet impliceert dat
mensen die kunnen werken ook moeten werken.
VVD