Rijksuniversiteit Groningen

18 dec 2002

Nummer 158 18 december 2002

weinig inzicht in eigen bezittingen

Gemeenten hebben 6,5 miljard euro aan stille reserves

Meer stille reserves
Meer bestedingsruimte?
Gebrek aan inzicht
Nieuwe voorschriften
Noot voor de pers

Gemeenten in Nederland bezitten tezamen 6,5 miljard euro aan stille reserves. Deze middelen zijn niet vrij beschikbaar. De stille reserves zitten in beperkt verhandelbare aandelen. Dit blijkt uit het vandaag naar de Tweede Kamer gestuurde rapport Stille reserves van gemeenten van het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (coelo) van de Rijksuniversiteit Groningen. Coelo voerde het onderzoek uit in opdracht van de Ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Financiën.

Gemeenten moeten hun deelnemingen (aandelen en effecten) volgens de voorschriften op de balans zetten voor de aankoopwaarde. De waarde die een deelneming vertegenwoordigt kan aanmerkelijk hoger zijn. Het verschil tussen de waarde in de boeken en de werkelijke waarde wordt stille reserve genoemd. Het totaal aan stille reserves in de financiële vaste activa van alle gemeenten tezamen bedraagt 6,5 miljard euro. Dit komt neer op bijna één derde van de boekwaarde van het eigen vermogen.

Het bedrag aan stille reserves komt neer op gemiddeld 410 euro per inwoner. Het voormalige Diepenheim heeft de meeste: 2193 euro per inwoner. Best heeft de minste: -103 euro per inwoner. De boekwaarde van de deelnemingen in Best is dus hoger dan de werkelijke waarde. De Zeeuwse gemeenten en veel Zuid-Hollandse gemeenten springen er in positieve zin uit. De stille reserves van elke Zeeuwse gemeente bedragen meer dan 880 euro per inwoner. Dit komt door het grote verschil tussen de werkelijke waarde en de boekwaarde van de aandelen in Delta nutsbedrijven. Deze aandelen zijn voor ongeveer de helft in handen van de Zeeuwse gemeenten. De Zuid-Hollandse gemeenten hebben grote aandelenpakketten in Nuon of in het nutsbedrijf Westland.

Meer stille reserves

Naast stille reserves in de financiële bezittingen, zijn er ook stille reserves in de materiële bezittingen. Gebouwen zijn bijvoorbeeld vaak meer waard dan de waarde die in de boeken vermeld staat. Vanwege de complexiteit van de gemeentelijke boekhouding blijkt het nagenoeg onmogelijk om deze stille reserves in kaart te brengen.

Meer bestedingsruimte?

Gemeenten zijn dus rijker dan uit hun eigen boekhouding blijkt. Dit betekent niet dat zij ook meer te besteden hebben. Gemeenten kunnen het verborgen vermogen niet zomaar te gelde maken. Ten eerste dienen de bezittingen een publieke functie. Bij het afstoten van bezittingen zullen de betreffende publieke functies mogelijk verdwijnen of verschralen. Zo kan bijvoorbeeld de verkoop van een kabelbedrijf tot een kleiner zenderaanbod leiden. Ten tweede zijn de meeste bezittingen niet of moeilijk verhandelbaar. Zo mogen gemeenten voorlopig geen energiebedrijven aan particuliere bedrijven verkopen. Ten slotte kan de gemeente bij verkoop van aandelen inkomsten uit dividenduitkeringen mislopen. En dat kan een gat in de begroting slaan.

Gebrek aan inzicht

Bij de inventarisatie van de deelnemingen in handen van gemeenten blijkt dat veel gemeenten geen goed inzicht hebben in hun eigen financiële bezittingen. Veel gemeenten hadden grote moeite om een lijst met deelnemingen te presenteren. Bij 94 procent van de gemeenten bleek de lijst onvolledige of onjuiste informatie te bevatten. De belangrijkste oorzaak voor het gebrek aan inzicht is het niet up-to-date houden van informatie. Dit is bij 85 procent van de gemeenten geconstateerd. Vaak worden gegevens uit de vorige jaarrekening klakkeloos overgenomen. Tevens worden activa niet altijd juist geboekt - of helemaal niet geboekt. In sommige gevallen bleken gemeenten zelf niet te weten dat ze bepaalde deelnemingen bezitten. Daarnaast konden niet alle gemeenten de bedragen op de balans verklaren of weken de bedragen op de balans af van de bedragen in de toelichting.

Nieuwe voorschriften

Met ingang van begrotingsjaar 2004 komen er nieuwe richtlijnen voor de gemeentelijke financiële verslaglegging. Deze richtlijnen moeten er voor zorgen dat de verslaglegging van gemeenten tot beter inzicht leidt in de financiële situatie van gemeenten. Naast de nieuwe voorschriften voor de financiële verslaglegging is ook regelgeving omtrent de controle van de gemeentelijke financiën verscherpt. Het is nu aan de gemeenten om de voorschriften na te leven en de accountants en de provincies om dit te controleren.

Noot voor de pers


* Meer informatie: drs. Eduard Gerritsen, tel (050) 363 37 07 of tel (050) 363 70 18, e-mail: coelo@eco.rug.nl.

* Op het internetadres www.coelo.nl zijn kaarten en het rapport te downloaden.

* E. Gerritsen, Stille reserves van gemeenten, coelo-rapport 02-05, coelo, Groningen, ISBN 90 76276 24 2 (46 blz.).