Nieuws en agenda
Onderzoek toont aan: geen bestaansrecht tweede markt
Het Amstelveense college van B&W heeft laten onderzoeken of het
marktaanbod in Amstelveen kan worden uitgebreid. Een tweede markt zou
immers een aardige toevoeging kunnen zijn aan het huidige winkelaanbod
in Amstelveen. Na afweging van verschillende aspecten concludeert het
college echter dat het instellen van een tweede markt niet aan te
bevelen is.
In het onderzoek is gekeken naar de ontwikkeling van Nederlandse
markten in het algemeen, het functioneren en de regionale positie van
de huidige Amstelveense markt, de belangstelling van de consument, en
het bestaansrecht van een nieuwe markt.
Landelijk is een afname van het aantal marktkooplieden en kleine
markten te zien. Daarnaast is er bij de grotere markten een tweedeling
waar te nemen: groeiende en goed functionerende grotere markten
enerzijds, met in hoog tempo krimpende markten anderzijds. De
Amstelveense markt behoort op dit moment tot de eerste categorie, maar
om voor deze (en/of een tweede markt) het risico te nemen tot de
tweede categorie te gaan behoren lijkt niet raadzaam. Amstelveen heeft
in vergelijking met andere gemeenten van vergelijkbare grootte
weliswaar een beperkt marktaanbod, maar de nabijheid van Amsterdam met
een grote variëteit aan markten is daar een verklaring voor.
Hoewel bijna de helft van de ondervraagde Amstelveense consumenten
aangeven dat zij belangstelling hebben voor een tweede markt, geven ze
vervolgens aan deze tweede markt aanzienlijk minder te zullen bezoeken
dan de bestaande markt. Bovendien zou een tweede markt nauwelijks
nieuwe bezoekers trekken, maar alleen een beperkte groep van de
huidige marktbezoekers. Daarmee kunnen er vraagtekens geplaatst worden
bij de rentabiliteit van een tweede markt.
Tot slot is de `leukheidfactor ` van een tweede markt onvoldoende
zwaarwegend voor het bestaansrecht daarvan. Eenmaal ingesteld door de
gemeenteraad heeft een markt immers geen vrijblijvend karakter. Door
marktkooplieden en door de gemeente moeten investeringen worden
gedaan, terwijl de opbrengsten uiterst onzeker zijn.
Al met al is het College van B&W geen voorstander van een tweede markt
in Amstelveen. Deze beslissing betekent echter niet dat alle
mogelijkheden voor ambulante handel worden uitgesloten. Zo kan bij een
sterke bevolkingstoename met een daaruit voortvloeiend groter
draagvlak voor een tweede markt de situatie opnieuw worden bekeken.