Katholieke Universiteit Nijmegen

Veelbelovend kankeronderzoek
Stap verder op weg naar nieuwe medicijnen voor selectieve chemotherapie

Kanker is de tweede doodsoorzaak in de Westerse wereld, na hart- en vaatziekten. Ondanks grootschalig antikankeronderzoek om betere medicijnen en behandelingen te vinden neemt de kans op genezing van kanker jaarlijks maar met 0,5 procent toe. Chemotherapeutische behandeling van kanker is nog steeds zeer ingrijpend voor de patiënt, omdat de giftige middelen niet alleen de kankercellen, maar ook gezonde cellen doden. Daarom mag de dosering ook niet te hoog zijn. Doxorubicine is een veelgebruikt antikankermedicijn, evenals paclitaxel (Taxol®). Nijmeegse chemici werken al geruime tijd aan een nieuwe manier om dergelijke geneesmiddelen selectief af te leveren op de plaats van bestemming. Daarvoor ontwikkelden ze een aantal zogeheten prodrugs. Veel onderzoeksgroepen wereldwijd werken met dit prodrug-concept. Tot nu toe zijn er nog weinig middelen gevonden die goed volgens dit principe werken. Chemicus Vincent de Groot heeft nu voor het eerst goede resultaten verkregen voor een middel dat reageert op het tumor-enzym plasmine.
Met twee prodrugs zijn vervolgens dierstudies in muizen uitgevoerd. De meest veelbelovende stoffen zullen verder worden ontwikkeld. De Groot promoveert woensdag 18 december aan de KU Nijmegen.

Het prodrug-concept
In het prodrug-concept gaat het om selectieve chemotherapie: het ontwikkelen van medicijnen die niet giftig zijn voor gezonde cellen, maar die hun werk pas doen in kankercellen. De giftige stof, het medicijn, wordt gekoppeld aan een substraat, de specifier. De gifstof wordt hierdoor als het ware afgedekt en verliest zijn activiteit. Het gekoppelde product is de prodrug. De specifier kan er alleen weer afgeknipt worden door enzymen in het tumorweefsel. Het gaat dus om het vinden van die specifier die ook in de tumor wordt herkend. Een belangrijk enzym dat betrokken is bij tumorgroei is plasmine. Dat enzym is ook in staat om peptiden in stukken te knippen.

De Nijmeegse chemici ontwikkelden prodrugs van doxorubicine, een chemotherapeutisch middel dat wordt gebruikt voor behandeling van onder meer leukemie, borstkanker en lymfeklierkanker. Al eerder was gebleken dat als de specifier die door plasmine moet worden geknipt direct aan doxorubicine wordt gekoppeld, het plasmine de specifier niet van doxorubicine kan afsplitsen. Daarom bouwden de chemici een `spacer' in. Deze spacer moet ruimte creëren tussen specifier en het medicijn, zodat het enzym de specifier wél kan afsplitsen (figuur 2). Nadat de specifier door plasmine is afgesplitst (activering) dient de spacer spontaan het doxorubicine los te laten.

Subsidie
Met een subsidie van 450.000 euro van Stigon (Stimuleringsprogramma voor Innovatief Geneesmiddelonderzoek en Ondernemerschap in Nederland) gaat De Groot zijn onderzoek naar selectieve chemotherapie voortzetten in het bedrijf Syntarga, spin-off bedrijf van de KUN. Hij denkt nog twee jaar nodig te hebben voordat de meest veelbelovende prodrug in patiënten onderzocht kan worden. In totaal zal het zeker nog zeven tot tien jaar duren voordat er een dergelijke prodrug als medicijn op de markt is.
10-12-2002


* Figuren prodrugs (pdf)

* Samenvatting proefschrift (pdf)