Verkenning van de
Nederlandse ISP markt
voor netwerktoegang en
internettoegang
Rapport voor OPTA
Interconnectie en
Bijzondere Toegang
Auteurs:
drs J. van Bussel en
ir H. Rood
Schiphol, 17 december 2002
Management Samenvatting
Dit rapport beschrijft de stand van zaken in de Nederlandse ISP markt voor internettoegang en
netwerktoegang en geeft een aantal indicaties over de te verwachten ontwikkelingen in de
komende jaren.
Uit de inventarisatie van openbaar beschikbare gegevens tot en met het derde kwartaal 2002 en
een interview met de branchevereniging NLIP rijst het volgende beeld op:
De markt voor retail internettoegangsdiensten is de afgelopen 4 kwartalen met ca. 34% in omzet
gegroeid. Het aantal inbelminuten op het telefoonnet stagneert echter op het niveau van 2001.
Er wordt op meerdere punten geconstateerd dat de grote groei zich verplaatst naar de partijen
die buiten de Randstad en op het platteland actief zijn. Een kabelexploitant als Zeelandnet
nadert bijv. een penetratie van 50% van de huishoudens in Zeeland die op de kabel zijn
aangesloten en groeide daarmee in enkele kwartalen van 2002 bijna net zo snel als KPN met
ADSL.
De groei in de markt vindt in hoofdzaak plaats in de internettoegang via kabelmodems en
xDSL-technieken. Voor internettoegang tot een besteding van ca. 1000 per maand domineren
deze technieken naast de klassieke technieken als toegang via het geschakelde telefoonnet.
Andere en opkomende toegangstechnieken zoals toegang via Wireless LAN verbindingen,
Satelliet, Glasvezel en mobiele communicatie zijn nog van marginaal belang.
Wel is vaste toegang via Wireless LAN c.q. WiFi op een voor consumenten vergelijkbaar
prijsniveau aanbeland als toegang via de kabel of ADSL. Een aantal zelfstandige ISP's kiest er
dan ook voor om met deze techniek zelf toegangsnetwerken te gaan realiseren. Dit is een
onverwachte terugkeer van Wireless Local Loops in vermomming.
Op de consumentenmarkt kan er een gelijkwaardigheid worden gezien tussen internettoegang
via kabelmodems en DSL als toegangsnet. Aanbieders in dat marktsegment volgen ook elkaars
marktbewegingen, zoals het recente verruimen van de maximale bandbreedte en/of datalimieten
als de introductie van goedkopere, beperktere abonnement. KPN heeft ADSL Lite evident als
reactie ingezet op vergelijkbare succesvolle goedkope aanbiedingen door diverse kabel-
exploitanten. De marketing is gestart om het marktsegment dat typisch 20 30 per maand
besteed aan internettoegang via de telefoon naar andere netwerken over te halen.
Van die onderlinge substitueerbaarheid is echter geen duidelijke sprake op de klein- en midden-
zakelijke markt. De beschikbare gegevens wijzen in één richting: de zakenwereld koos dit jaar
voor ADSL en SDSL als belangrijkste toegangstechniek voor een vaste internetaansluiting met
hogere capaciteit. Men kiest veel minder voor de kabelplatformen. Dit betekent dat niet zonder
meer kan worden gesproken van één breedbandmarkt.
Bovendien loopt de kabelsector het risico een deel van haar reeds bestaande zakelijke
aansluitingen te verliezen. De rijksoverheid heeft eind november besloten het contract met
ISP Markt © copyright Stratix 2002 2
nl.tree over Kennisnet te beëindigen en de scholen zelf hun ISP te laten kiezen. Het is nog niet
duidelijk wat dat perspectief betekent voor de bereidheid van kabelexploitanten om andere ISP's
op haar platform toe te laten die meer gespecialiseerd zijn in dat marktsegment.
Nu kabelmodem en DSL in september 2002 samen het aantal van 1 miljoen aansluitingen zijn
gepasseerd lijkt de grootschalige marketing te starten. Een terugblik op de groei van het aantal
internetters via de telefoon leert dat het punt van 1 miljoen Internetters via het telefoonnet eind
1998 werd gepasseerd. 1999 was het jaar van de lancering van gratis Internet en agressieve
marketing.
Met de lagere prijsstellingen van DSL en het verruimen van capaciteitsgrenzen lijkt de sector
zich op een nieuwe marktslag te prepareren. Dat betekent een herdefinitie voor zelfstandige
ISP's van hun marktpositie.
Stratix ziet een vijftal potentiële business concepten voor zelfstandige ISP's om te reageren op
de huidige marktsituatie: "Technologische voorloper", "Regionale provider concept",
"Toegevoegde waarde in zakelijke marktconcept", "Fiber-to-the-Home concepten", "Wireless-
LAN concepten". In elk van deze richtingen zijn business cases te maken voor zelfstandige
ISP's.
In een dynamische markt als die van Internettoegang is de rol van een regulator als OPTA een
lastige. Doorlooptijden van reactieve interventies zijn snel prohibitief. Wel kunnen echter
maatregelen worden beoordeeld op hun impact op de concurrentieverhoudingen.
Maatregelen kunnen zowel partijen in hun gedrag remmen, als een nieuwe optie voor het
realiseren van een lokale breedbandige verbinding scheppen voor een deel van de zelfstandige
ISP's. Des te meer opties zelfstandige ISP's hebben, des te sterker hun onderhandelingspositie
wordt met netwerkeigenaren.
Jolanda van Bussel
Hendrik Rood
ISP Markt © copyright Stratix 2002 3
Inhoudsopgave
Management Samenvatting..........................................................................................2
Inhoudsopgave .............................................................................................................4
1 Inleiding ................................................................................................................6
1.1 Onze aanpak.......................................................................................................6
1.2 Verantwoording en bronnengebruik.....................................................................6
1.3 Disclaimer..........................................................................................................7
2 "Foto van de markt" een generiek model..............................................................8
2.1 Generieke model voor netwerktoegangsdiensten..................................................8
2.2 Smalband en breedband internettoegang..............................................................9
2.3 Grootzakelijke markt is een tweede speler.........................................................10
2.4 Het aantal actieve internetaansluitingen groeit nog steeds..................................10
2.5 Omzetten in de internettoegangsmarkt nemen toe ..............................................11
2.6 Verkeersgroei op telefoonnet stagneert..............................................................13
3 Inkoop van toegang via DSL ...............................................................................15
3.1 Keten en marktstructuur....................................................................................15
3.1.1 Keten.........................................................................................................................15
3.1.2 Toegangsprijzen wholesalemarkt..............................................................................16
3.1.3 Marktstructuur...........................................................................................................16
3.2 Ontwikkelingen in het DSL aanbod tot op heden ...............................................17
3.3 Nieuwe ontwikkelingen in de DSL-markt..........................................................19
4 Inkoop van toegang via de kabel.........................................................................21
4.1 Keten en marktstructuur....................................................................................21
4.1.1 Keten.........................................................................................................................21
4.1.2 Tarieven ....................................................................................................................23
4.1.3 Marktstructuur...........................................................................................................24
4.2 Ontwikkelingen in het kabel-aanbod tot op heden..............................................27
4.3 Nieuwe ontwikkelingen: Internet-toegang via de kabel ......................................28
4.3.1 Opzoeken van de minder intensieve gebruiker.........................................................28
4.3.2 Beperkt animo van MKB en openbreken Kennisnet-contract...................................29
4.3.3 Technische vernieuwing en innovatie.......................................................................30
4.3.4 Conclusies.................................................................................................................31
5 Inkoop van toegang via Telefonieplatform .........................................................33
5.1 Keten en marktstructuur....................................................................................33
5.1.1 Keten.........................................................................................................................33
5.1.2 Toegangsprijzen, verkeersvolumes en omzetten.......................................................34
ISP Markt © copyright Stratix 2002 4
5.1.3 Marktstructuur...........................................................................................................36
5.2 Ontwikkeling van het telefonie aanbod..............................................................36
5.3 Nieuwe ontwikkelingen ....................................................................................37
6 Nieuwe netwerktoegangstechnieken....................................................................39
6.1 Inkoop/Aanleg WiFi - Wireless LAN straalverbinding.......................................39
6.1.1 Do it yourself model (als substituut).........................................................................39
6.1.2 Complementair: WiFi als uitbreiding op bestaande toegangsdiensten .....................41
6.1.3 Conclusie...................................................................................................................42
6.2 Glasvezel naar woningen en bedrijven...............................................................43
6.2.1 Ontwikkelingen in de markt voor toegang via glasvezel..........................................43
6.2.2 Eigendoms-, inkoop- en exploitatiemodellen............................................................43
6.2.3 Conclusies.................................................................................................................45
6.3 Overige toegangstechnieken..............................................................................45
6.3.1 Toegang via GPRS....................................................................................................45
6.3.2 Breedband via Satelliet .............................................................................................46
6.3.3 Optische infrarood-verbindingen (Free Space Optics)..............................................46
6.3.4 Gewone en punt-multipunt straalverbindingen.........................................................46
7 Overzicht van de markt voor netwerktoegang....................................................49
7.1 Netwerktoegang, breedband..............................................................................49
7.1.1 Overzicht toegangsdrempels.....................................................................................49
7.1.2 Marktpositie in breedband internettoegang...............................................................51
7.2 Netwerktoegang, smalband...............................................................................52
7.3 Dynamische markteffecten op de vraag naar internettoegang .............................53
8 Business concepten en conclusies ........................................................................54
8.1 Specialisatie en segmentatie..............................................................................54
8.2 Business concepten...........................................................................................56
8.3 Conclusies........................................................................................................57
ISP Markt © copyright Stratix 2002 5
1 Inleiding
Stratix Consulting Group BV is door OPTA verzocht een evaluatie te maken van de keuzes van
ISP's voor netwerktoegangsdiensten (zowel breedband als smalband) en inzicht te bieden in de
lange termijn ontwikkeling van deze markt. Deze evaluatie dient te worden verricht volgens
begrippen van de internetrapportage van 14 december 2001 van OPTA en NMa. OPTA heeft
klachten ontvangen over de keuzes die (zelfstandige) ISP's ter beschikking staan om
netwerktoegangsdiensten te kopen - deze is naar hun mening te beperkt om een reële business
case te bieden.
OPTA heeft om die reden behoefte aan een "foto van de markt" van netwerktoegangsdiensten
die ISP's kunnen inkopen. Daarbij dient aandacht te worden besteed aan de mogelijkheden, de
inkoopmodellen die hieraan ten grondslag liggen, de risico's en de verhoudingen tussen
zelfstandige ISP's en ISP's die gelieerd zijn aan bedrijven met eigen netwerken. Daarnaast
verwacht zij een beeld van de ontwikkelingen in de residentiële ISP-markt.
1.1 Onze aanpak
Om deze vragen te beantwoorden is ervoor gekozen per netwerktoegangstechniek een `foto van
de markt' te maken. Deze foto's worden in Hoofdstuk 2 ingeleid met een generiek model waarin
de economische begrippen upstream en downstream worden geïntroduceerd zoals die
voortvloeien uit de internetrapportage van 14 december 2001 van OPTA en NMa. Wij vatten
daar ook een totaalbeeld van de internettoegangsmarkt samen met omzetten en de
ontwikkelingen op hoofdlijnen. De daarop volgende hoofdstukken behandelen per
netwerktoegangstechniek een analyse van de bedrijfsketen, de marktstructuur en
inkoopmodellen en de ontwikkelingen (transformaties) van business modellen voor die
toegangstechniek.
De hoofdstukken 3 tot en met 5 beschrijven de markt voor netwerktoegang via resp. xDSL, de
kabel en het geschakelde telefoonnet. Dit wordt gevolgd door hoofdstuk 6 waarin de structuur in
de markt van nieuwere vormen van netwerktoegang wordt beschreven zoals WiFi, glasvezel-
netten, GPRS/UMTS en technieken zoals Satelliet, WLL en optische straalverbindingen.
In hoofdstuk 7 volgt een samenvattende analyse van de markt voor netwerktoegang uitgesplitst
in de smalbandmarkt en de breedbandmarkt. Het rapport eindigt met een aantal beleidsopties.
1.2 Verantwoording en bronnengebruik
Voor de gepresenteerde gegevens hebben wij, mede vanwege de relatief korte tijd waarin dit
rapport diende te worden opgesteld, vooral geleund op de aanwezige kennis van de markt
binnen Stratix. De kwantitatieve gegevens komen uit openbaar geraadpleegde bronnen. Dit zijn
met name de operationele gegevens uit de kwartaalcijfers en jaarverslagen van de grotere
marktpartijen tot en met het derde kwartaal van 2002. Aan die gegevens hebben wij ook de
gegevens getoetst die o.a. door telefonisch marktonderzoek als de Nationale Telecommunicatie
Monitor zijn opgegeven.
ISP Markt © copyright Stratix 2002 6
Tenslotte is er een interview gehouden met vertegenwoordigers van de brancheorganisatie voor
ISP's, de NLIP. Hierbij is een aantal beelden van de markt vergeleken en is uitgelegd waar naar
hun idee de knelpunten in de business cases voor zelfstandige ISP's zich bevinden.
1.3 Disclaimer
Dit onderzoek is een marktverkenning ten bate van OPTA. Het rapport wordt besproken tijdens
een bijeenkomst met de markt en zal daarna breed verspreid worden. Onze oordelen zijn gezien
de korte doorlooptijd gebaseerd op onderzoek, ons beste professionele oordeel en op publieke
bronnen. Het rapport beschrijft daarbij de stand van zaken in de bedrijfstak en betreft dus geen
advies ten aanzien van een specifiek geval of ten behoeve van een bedrijf. Deze rapportage is
geen formele marktanalyse, zoals die in de nieuwe EU-richtlijnen is beschreven.
Stratix accepteert daarom geen verantwoordelijkheid voor zakelijke beslissingen t.a.v.
investeringen of strategische koerswijzigingen genomen door een derde partij op basis van dit
onderzoek en de daarin gepresenteerde toekomstverwachtingen. Gebruik van dit rapport door
een derde voor welk doel dan ook ontslaat die partij niet van het toepassen van eigen controle-
onderzoek ter verificatie van de toepasselijkheid van de inhoud van dit rapport voor hun
specifieke geval.
ISP Markt © copyright Stratix 2002 7
2 "Foto van de markt" een generiek model
Voordat voor diverse vormen van internettoegang een analyse van de ISP markt wordt gegeven
achten wij het verstandig om een algemeen beeld en de methodische aanpak te schetsen. Dit
hoofdstuk start met een stuk begripsuitleg en een introductie van de economische begrippen
upstream en downstream. Deze begrippen wijken namelijk af van de betekenis van de
technische begrippen upstream en downstream, die vooral bij de asymmetrische
toegangstechnieken (Kabelmodems en ADSL) worden gehanteerd. Het is van belang dat
onderscheid goed in het oog te houden.
In de eerste paragraaf illustreren wij deze begrippen met het generieke model. In de volgende
paragraaf wordt een omschrijving gegeven van de breedbandmarkt en de smalbandmarkt
conform de door OPTA en NMA gehanteerde definities. De daaropvolgende vier paragrafen
geven een algemeen beeld van de ontwikkelingen op de internetmarkt voor het aansluiten van
woningen en vestigingen van het midden- en kleinbedrijf. De markt voor internettoegang via
huurlijnen en grootzakelijke aansluitingen is niet onderzocht. Om een beter beeld te geven van
de markt, worden wel ontwikkelingen beschreven van grootzakelijke partijen die ten behoeve
van hun thuiswerkers, filialen en bijkantoren inkopen op de markt voor internettoegang en
netwerktoegang.
2.1 Generieke model voor netwerktoegangsdiensten
De economische begrippen upstream en downstream worden op de meest eenvoudige wijze
voor een marktpartij gedefinieerd als:
· upstream: inkoop, relatie met de leveranciers
· downstream: verkoop, relatie met de klant
In een lange waardeketen waarin meerdere partijen achtereenvolgens componenten inkopen,
waarde toevoegen en halffabrikaten verkopen zijn deze begrippen sterk afhankelijk van de
positie van de marktpartijen in de waardeketen. In de Rapportage Internettoegang van 14
december 2002 heeft een team van OPTA en NMa de positie van ISP's gekozen als
referentiepunt. ISP's verkopen internettoegangsdiensten aan consumenten en zakelijke
gebruikers. Om deze diensten te kunnen aanbieden, dienen ISP's een aantal diensten te
verwerven, dan wel zelf met eigen middelen te produceren. Naast klassieke inputs als arbeid en
kapitaal wordt de upstream markt voor ISP's in belangrijke mate bepaald door:
· Internet connectivity naar (internationale) backbones
· Peering contracten met andere ISP's
· Elektriciteit
· Huur van facilitaire ruimte en/of serverparken
· Inkoop van netwerktoegang tussen de faciliteiten van de ISP en de klant
De analyses in dit rapport richten zich primair op de upstream markt voor netwerktoegang in
lijn met de internetrapportage. De overige inputs worden verder buiten beschouwing gelaten. In
ISP Markt © copyright Stratix 2002 8
figuur 2-1 worden de waardeketens voor de consumenten en zakelijke markt en voor de
grootzakelijke markt grafisch weergegeven.
Wij maken in dit stadium nog geen onderscheid tussen retail netwerktoegangsdiensten en
wholesale netwerktoegangsdiensten. Dit onderscheid, dat OPTA en NMa maakten in hun
internet rapportage, is vooral van belang bij netwerktoegang via het telefoonnet en via xDSL.
Het is een verdere detaillering van de upstream markt voor netwerktoegangsdiensten. In de
hoofdstukken die toegang via xDSL en PSTN/ISDN behandelen, zal dit aspect wel worden
uitgediept.
Connectivity & peering
Elektriciteit
Huur van ruimte etc.
Consument/
Zakelijke markt Klant ISP Netwerktoegang
betaling betaling
Groot zakelijke Groot zakelijke
markt Netwerktoegang
klant
betaling
"Downstream" "Upstream"
Figuur 2-1 Generiek model voor upstream en downstream internettoegangsdiensten
2.2 Smalband en breedband internettoegang
In dit rapport hanteren we de definities van smalband en breedband internettoegang conform de
rapportage internettoegang van OPTA en NMA. Smalband internettoegang heeft betrekking op
inbellen via het telefoonnet, breedband internettoegang op toegang via xDSL of de kabel dan
wel nieuwe vergelijkbare technieken. Het verschil tussen smalband en breedband is gebaseerd
op de doorgiftesnelheid, de prijs (flat rate of niet) en in samenhang daarmee de mogelijkheid
om always on te zijn. De kenmerken van smalband zijn, een maximale doorgiftesnelheid van
128 Kbit/s, geen flat rate en in combinatie daarmee niet always on. Bij breedband is de
doorgiftesnelheid minimaal 128 Kbit/s en is in principe sprake van een vast bedrag per
tijdsperiode, onafhankelijk van het daadwerkelijke gebruik. In de praktijk komen combinaties
van de verschillende kenmerken voor, bijvoorbeeld lagere doorgiftesnelheid in combinatie met
een flat rate. De verwachting van OPTA en NMA is dat in de toekomst alleen het kenmerk
snelheid als onderscheidend criterium tussen smalband en breedband zal overblijven.
ISP Markt © copyright Stratix 2002 9
2.3 Grootzakelijke markt is een tweede speler
Netwerktoegang is een "groothandelsmarkt". Op deze markt zijn twee relevante groepen actief:
ISP's en het grootzakelijk bedrijfsleven (eventueel in de vorm van inkoopcombinaties). Deze
tweede groep koopt netwerktoegang in voor het aansluiten van eigen medewerkers
(thuiswerkplekken), bedrijfsonderdelen (bijkantoren en filialen) of de "leden" van de
inkoopcombinatie. De IT-afdeling vervult dan veelal de rol van "Internet provider". Soms is
deze functie echter uitbesteed aan een computerdienstenverlener of een speciaal voor deze
functie gecreëerd bedrijf.
Enkele voorbeelden uit de grootzakelijke markt zijn:
· Meerdere universiteiten kopen in hun regio toegang in via de kabel en/of xDSL voor
thuiswerkplekken.
· De Nederlandse overheid heeft met nl.Tree een contract gesloten voor de levering van
Kennisnet aan de scholen uit het primair en secundair onderwijs.
· SURFnet koopt voor een deel van de bij haar aangesloten instellingen netwerktoegang in
via PSTN/ISDN, xDSL en glasvezel naar studentenwoningen.
· Rabobank heeft in augustus 2002 voor Rabonet-2 een contract gesloten met KPN voor o.a.
afname van Epacity Office diensten ( 2 Mbit/s symmetrisch) naar haar 1600 filialen.
Kenmerkend voor deze partijen is dat zij voor hun bedrijf, medewerkers of aangesloten
instellingen deels de distributieve taak overnemen, die ISP's vervullen voor de klein- en
middenzakelijke markt. Het belang om deze marktpartijen als referentie te beschouwen in de
analyse is gelegen in het feit dat een aantal netwerkoperators netwerktoegangsdiensten
aanbieden aan zowel ISP's als aan deze niet bij OPTA geregistreerde grootzakelijke markt-
partijen. De groothandelsmarkt voor netwerktoegangsdiensten kent dus meer partijen dan ISP's.
2.4 Het aantal actieve internetaansluitingen groeit nog steeds
Figuur 2-2 geeft de ontwikkeling aan van het aantal actieve aansluitingen op Internet aan excl.
huurlijnen. Actief betekent dat er tenminste 1 keer per maand contact wordt gelegd met Internet.
Met de uitsluiting van het huurlijnensegment beperkt de figuur zich daarmee tot het
bestedingssegment van ongeveer 1000 per maand. Dat bedrag is ongeveer de bovengrens voor
de duurste (zakelijke) internetaansluitingen via xDSL, de kabel en vaste draadloze toegang.
De totale markt voor internettoegang groeit door in aantal aansluitingen. Zo is er nog steeds
toetreding van nieuwe Internetters die gebruik maken van het telefoonnet. Tegelijkertijd is er
binnen de markt substitutie zichtbaar van het vaste telefoonnet naar breedbandaansluitingen via
diverse technieken.
ISP Markt © copyright Stratix 2002 10
Groei in aantal actieve aansluitingen
5.000
4.500
4.000
3.500
3.000
2.500
ngen (x 1000) .tiui 2.000
aansl 1.500
1.000
500
0
9 99 99 9 00 0 00 00 0 -00 01 1 01 01 1 1 02 02 02
apr-9 -9 t-0 t-0 -0 -02 t-02
jun- aug- okt-99dec feb- apr-0 jun- aug- ok dec feb- apr-0 un- aug-
j ok dec feb- apr jun- aug- ok
Maand
Figuur 2-2 Groei internetaansluitingen in Nederland vlakt langzaam af
2.5 Omzetten in de internettoegangsmarkt nemen toe
Figuur 2-3 geeft de gemiddelde maandelijkse bestedingen weer die de gebruikers betalen voor
internettoegang. Dit bestaat uit de som van de abonnementen die aan ISP's worden betaald, het
minutenverkeer op het telefoonnet en verkeerskosten die sommige ISP's berekenen. Dit is dus
inclusief de basisdiensten die veelal met een abonnement gebundeld worden verkocht (e-mail
postbus, toegang tot news-servers, beperkte homepage etc.), maar zonder de vele value added
diensten, die afzonderlijk worden afgerekend (firewall's, routers op locatie, bellen naar een
helpdesk etc.). Ook zijn de installatiekosten en eventuele aanschaf van een kabel of DSL-
modem niet meegenomen.
In de figuur valt in de laatste twee jaar duidelijk een temporisering te zien in de derde kwartalen
(zomermaanden) die minder "tikken" opleveren, en een versnelling van de groei in de
navolgende maanden. Omdat de telefoonverkeersomzet in de eerste 3 kwartalen van 2002 op
een vergelijkbaar niveau liggen als in 2001 valt met redelijke zekerheid aan te geven dat de
totale bestedingen aan Internettoegangsdiensten dit kwartaal de grens van 100 Miljoen per
maand zullen passeren.
ISP Markt © copyright Stratix 2002 11
Bestedingen aan Internettoegangsdiensten
120
100
. )nene 80
miljoni (d 60
na
mare p 40
s'or
Eu
20
-
jan-98 jul-98 feb-99 aug-99 mrt-00 okt-00 apr-01 nov-01 mei-02 dec-02 jun-03
Kwartaaleinde
Figuur 2-3 Bestedingen per maand aan Internettoegang nemen met 34% toe in 20021
De omzetgroei wordt tegenwoordig echter buiten de seizoenseffecten op het telefoonnet
volledig gedreven door het verkopen van abonnementen. Zowel door substitutie van "gratis
internet bellers" naar "betaalde internet bellers" met een (klein) abonnement, als door de
toename van het aantal aansluitingen via de kabel en xDSL. Bij die aansluitingen worden
abonnementen verkocht in verschillende verkeers- en tariefklassen.
In de bestedingen is een duidelijke verschuiving te zien van internet via telefonie naar
internettoegang via de kabel en xDSL. In 1999 lag de verhouding tussen de bestedingen op
respectievelijk 82% aan toegang via telefonie, 17% aan toegang via de kabel en bij benadering
1% aan toegang via xDSL. In het derde kwartaal van 2002 is deze verhouding gewijzigd in 56%
aan telefonie, 29% aan de kabel en 15% aan xDSL. De andere toegangstechnieken (WiFi c.q.
WLL, glasvezel naar woningen, Satelliet etc.) hebben een gezamenlijk marktaandeel qua omzet
dat nog onder de 1% ligt. Figuur 2-4 geeft een overzicht van deze verdeling.
1 Stratix analyse van de onderliggende, aansluitingen, verkeers- en abonnements-omzetgegevens.
Bedragen zijn exclusief BTW.
ISP Markt © copyright Stratix 2002 12
Omzet 3Q99 Omzet 3Q02
Glas
Overig
xDSL 0% Glas 0%
1% Overig 0%
xDSL
kabel 0% 15%
17%
Inbelverkeer
39%
Inbelverkeer
55% kabel
inbelabonnees 29%
27%
inbelabonnees
17%
Figuur 2-4 Ondanks sterke groei breedband domineert smalband nog de omzetcijfers2
2.6 Verkeersgroei op telefoonnet stagneert
De statistieken die KPN verstrekt bij zijn kwartaalcijfers en een analyse van de cijfers van
voorgaande jaren maken duidelijk dat het verkeersvolume op het vaste telefoonnet bij KPN
vrijwel tot stilstand is gekomen (tot september 2002 een groei van 3% op jaarbasis). Het verkeer
dat ISP's onderling uitwisselen op de Amsterdam Internet eXchange (Ams-IX) groeit
daarentegen gewoon door met een kleine factor 3 per jaar.
Internet Verkeer '93 - '02
100,00 100
10,00 10
netuni
m tesy
ne 1,00 1
dr Petab
Milja
0,10 0,1
0,01 0,01
1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002
Jaar
NL Geschakeld net Verkeer Ams-IX inkomend
Figuur 2-5 Verkeer geschakelde net stagneert, Ams-IX verkeer groeit onveranderd exponentieel
Figuur 2-5 geeft de groei weer vanaf 1993 en een prognose op basis van het verloop van de
eerste 9 resp. 10 maanden verkeersgegevens over 2002. De groei van het verkeer op de Ams-IX
2 Gebaseerd op Stratix analyse van de onderliggende, aansluitingen, verkeers- en abonnements-
omzetgegevens. Bedragen zijn exclusief BTW.
ISP Markt © copyright Stratix 2002 13
kan grotendeels worden toegeschreven aan het overstappen door steeds meer Internetgebruikers
naar breedbandige vaste internettoegang.
Hiermee zijn de hoofdlijnen van de ontwikkelingen in 2002 in de Internetmarkt aangegeven.
Het aantal actieve aansluitingen groeit nog steeds, zij het steeds gelijkmatiger. De verkeersgroei
op het telefoonnet stagneert. Zowel door de overstap naar breedband-internettoegang als door de
groei van het aantal betaalde abonnementen is er toch een substantiële groei te zien in de
bestedingen per maand. In vergelijking met dezelfde maand vorig jaar is er sprake van een
stijging in de bestedingen van ongeveer 34%.
ISP Markt © copyright Stratix 2002 14
3 Inkoop van toegang via DSL
In dit hoofdstuk beschrijven wij de huidige situatie op de netwerktoegangsmarkt met de DSL-
techniek. Eerst wordt de keten voor deze toegangstechniek geanalyseerd. Daarna schetsen we de
marktstructuur voor de inkoopmodellen in dit segment en de ontwikkelingen in de business
modellen voor deze toegangstechniek. Dit stramien wordt ook gevolgd in de navolgende
hoofdstukken.
3.1 Keten en marktstructuur
3.1.1 Keten
Bij de waardeketen voor DSL wordt een onderscheid gemaakt in retail-toegang en wholesale-
toegang. OPTA en NMa definiëren retail netwerktoegang als het afnemen van een
netwerktoegangsdienst van de netwerkeigenaar. Omdat KPN de enige partij is die beschikt over
aansluitlijnen3, kan retail netwerktoegang aan ISP's alleen geleverd worden via KPN of via
divisies c.q. dochters van KPN. In de terminologie van de Internetrapportage van OPTA en
NMa koopt een ISP die een ADSL dienst afneemt van KPN, `retail netwerktoegang' in. Figuur
3-1 toont de keten en maakt het onderscheid zichtbaar met `wholesale netwerktoegang'.
240 duizend Enkele tientallen 4 Consumenten 1 (KPN)
5 Zakelijk
DSL Aansluit
Klant ISP Retail
Platform lijn
betaling betaling
DSL Aansluit
Klant ISP Platform lijn Wholesale
betaling betaling betaling
"Downstream" "Upstream"
Figuur 3-1 xDSL inkoopketen kent twee varianten
Bij `wholesale netwerktoegang' koopt een platformhouder een ontvlochten aansluitlijn
(unbundled local loop) in; los of gedeeld met behulp van een splitter. Daar sluit hij zijn DSL-
3 Hier is één uitzondering op. Het aansluitnet op en rond Luchthaven Schiphol in handen van Schiphol Telematics. Zeer recent zijn daarop DSL-platformhouders toegelaten. ISP Markt © copyright Stratix 2002 15
platform op aan. Tussen het DSL-platform in de nummercentrales en de ISP's bevindt zich in de
praktijk nog een nationaal transportnet en enige schakelelementen van de platformhouder. Dat
transportnet is door sommige partijen zelf aangelegd of wordt (deels) ingehuurd bij derden.
OPTA heeft onlangs in een geschil tussen KPN en BaByXL bepaald dat onderdelen van KPN
ook ontvlochten aansluitlijnen van andere onderdelen van KPN afnemen.
3.1.2 Toegangsprijzen wholesalemarkt
Tabel 1 geeft de prijzen weer zoals KPN en OPTA die publiceren voor diverse componenten in
de wholesaleketen. Daarnaast staan enkele gangbare retailtarieven voor Internettoegangsdienst
van KPN dochter Xs4all en van Planet Internet.
Tabel 3-1 Tarieven van KPN ADSL en ISP-dochters voor toegang via ADSL excl. BTW 4
KPN ADSL `retail netwerktoegang' * KPN ISP's `retail internettoegang' *
Planet Internet Xs4all
Bitstream access Per maand per maand per maand
Lite 256/64 kbit/s 16,76 29,33 31,05
Basic 512/128 kbit/s 23,49 43,91 42,98
Extra 1024/256 kbit/s 28,53 74,08 72,35
KPN ULL `wholesale netwerktoegang' *
Ontvlochten aansluitlijnen
Line sharing tarief 5,60
Aansluitlijn 13,50 * Bedragen excl. BTW
Tabel 3-1 laat aanzienlijke marges zien tussen de wholesale-prijs en de retailprijs. Het interview
met de NLIP-vertegenwoordiging leerde dat een ISP naast de hier weergegeven wholesale prijs
ook nog te maken heeft met transportnetkosten. Die kosten zijn geschat op ca. 8 9 per
aansluiting. Met eigen inkoop van Internet-connectivity laat dat een paar euro per maand bruto
marge over, waaruit een zelfstandige ISP de resterende dienstverlening dient te betalen.
3.1.3 Marktstructuur
Er zijn op dit moment drie DSL-platformhouders die de consumentenmarkt bedienen. KPN,
BabyXL (Tiscali) en BBned (Telecom Italia). Daarnaast zijn Versatel, Worldcom en ESI-
Ned/Concepts-ICT nog op enige schaal actief als platformhouder. Deze laatste bedrijven
bestrijken tot nu toe vooral het zakelijke segment. Versatel brengt echter sinds kort in
samenwerking met haar ISP Zonnet een consumentendienst Zon Breedband Family op de
markt. Esi-Ned heeft wat resteerde van diverse DSL-aanbieders (o.a. Cistron, Innovara en
Novaxess) bij de curatoren gekocht. Aankondigingen van BT Ignite en Enertel over het lanceren
van DSL-dienstverlening zijn altijd in dat stadium blijven hangen. Wel hebben die bedrijven
voor een aantal platformhouders hun glasvezelkabels tot in de KPN nummercentrales aangelegd
en bieden zij transportdiensten aan deze platformhouders.
4 Bronnen: KPN Facts & Figures tweede kwartaal 2002, OPTA EDC besluit en website Planet Internet ISP Markt © copyright Stratix 2002 16
Tenslotte zijn er nog twee kleine regionale platformhouders Eager Telecom (Twente) en Plex
(regio Venlo), die een handvol centrales hebben uitgerust.
Tabel 3-2 Aantal met DSLAM's uitgeruste nummercentrales per grote platformhouder 5
Aantal uitgeruste Marktbereik
Platformhouder Nummercentrales 3q02 % aansluitlijnen
KPN 322 67%
BBned 300 63%
BabyXL ca. 100 ca. 25%
Worldcom beperkt ?
Versatel 160 35%
COLT Telecom ca. 45 ca. 10%
ESI-ned ca. 120 ca. 29%
KPN heeft bij de presentatie van haar derde kwartaalcijfers aangegeven haar ADSL-platform in
2003 te willen uitbouwen tot een bereik van 85% van haar aansluitlijnen in Nederland. Dat
vereist uitbouw naar ruim 500 hoofdverdelers. Aangezien het totale aantal hoofdverdelers in
Nederland ruim 1300 beloopt, zal verder opvoeren van het bereik aanzienlijk meer opstelpunten
vereisen dan de eerste ruime driehonderd die het bedrijf nu heeft gerealiseerd. De meeste DSL-
platformhouders hebben ervoor gekozen om de meest attractieve nummercentrales qua aantallen
aansluitlijnen eerst te realiseren. Alleen BBned volgt KPN en gaf eind augustus aan om door te
gaan met uitbreiding tot ca. 400 rond de jaarwisseling.
3.2 Ontwikkelingen in het DSL aanbod tot op heden
Figuur 3-2 maakt de marktverhoudingen zichtbaar in het aanbod van DSL op de Nederlandse
markt. Het is duidelijk dat KPN ADSL voor het toepassen van deze netwerktoegangstechniek
het dominante platform is. KPN Carrier Services levert 209 duizend ontvlochten aansluitlijnen
aan haar zuster divisie (KPN Broadband) voor het KPN ADSL-platform.
Buiten dit aantal heeft KPN in de loop van ruim 2 jaar na het verlenen van toegang tot de
hoofdverdeler 31 duizend stuks aan derden geleverd, d.w.z. krap 15% van het totaal aantal
ontvlochten lijnen. In Europees perspectief is dat een hoog percentage. Het is vergelijkbaar met
Finland en bevindt zich alleen achter de 21% van Denemarken. In andere Europese landen heeft
de gevestigde aanbieder altijd meer dan 90% van de DSL-aansluitingen geleverd.6 De penetratie
van DSL is in Nederland echter laag. Nederland is volgens het DSL Forum uit de top 20 van
hun DSL-wereldranglijst gezakt.
5 Bronnen: kwartaalverslagen en schattingen in samenspraak met NLIP-leden
6 ECTA DSL Scorecard. ECTA meldt KPN als bron maar rapporteert iets afwijkende getallen van KPN's
financiële kwartaalverslagen. Die laatsten worden in dit rapport gebruikt.
ISP Markt © copyright Stratix 2002 17
300
250
---
200
00)
10
150 (xne
ijn lL
100 SD
# x
50
---
3q00 4q00 1q01 2q01 3q01 4q01 1q02 2q02 3q02
Kwartaal
- Planet Internet ADSL (* 1,000) - Xs4all ADSL (*1,000) Bron: KPN
- Wholesale KPN ADSL (*1,000) - # unbundled loops (*1,000) facts & figures
Figuur 3-2 Een beperkt aantal DSL-aansluitingen wordt niet door KPN geleverd
Volgens taxaties van marktpartijen zijn zo'n 18 duizend aansluitlijnen ontvlochten voor BBned
en worden de overige 13 duizend verdeeld over BabyXL (Tiscali), Versatel, Worldcom, COLT,
ESI-Ned en de kleine regionale partijen.
Tabel 3-3 Afname van DSL in het MKB verzevenvoudigd in één jaar
Type aansluiting juli 2001 Juli 2002
MKB ADSL 9.500 62.000
MKB SDSL 4.500
Consument ADSL 62.000 136.000
Totaal 71.500 202.500
Bron: Infolook IRC7
Tabel 3-3 laat de verdeling in de markt zien van de ADSL-lijnen over het MKB en de
Consumentenmarkt, zoals gepubliceerd in de Nationale Telecommunicatie Monitor (NTM).
Wat duidelijk opvalt is het forse percentage aansluitingen van het MKB en de opmars van
SDSL, een aanbod dat qua prijsstelling duidelijk gericht is op zakelijk gebruik.
Een onderzoek van de diverse aanbiedingen voor zakelijke Internettoegang over DSL geven
prijzen aan tussen 299 en 1200 per maand. Voor het MKB wordt veelal een hogere kwaliteit
geboden voor een aanzienlijk hogere prijs. Het belangrijkste onderscheid bevindt zich daarbij in
de overboekingsratio. Ligt die voor Consumenten ADSL typisch rond de 1:40 (basic) resp. 1:25
(extra), voor zakelijke diensten worden overboekingen gehanteerd van 1:10, 1:4 of 1:1.
Dankzij de uitgebreide rapportage van KPN over de gang van zaken in de DSL-markt is het
goed mogelijk om een schatting te maken van de omzetten. Wat direct opvalt is dat de ISP's die
7 Infolook enqueteerde de gebruikers (ca. 1000) voordat KPN zijn kwartaalcijfers publiceerde. Volgens KPN bedroeg het totaal aantal DSL-lijnen zelfs 217 duizend stuks. ISP Markt © copyright Stratix 2002 18
toegang verwerven via de andere DSL-platformhouders een fors deel van de omzet realiseren
voor retail internettoegang via DSL. Dat wordt veroorzaakt door hun sterkere gerichtheid op de
kleinzakelijke markt (SDSL en ADSL) die een hogere inkomstenstroom per aansluiting bied.
Dit is grafisch weergegeven in figuur 3-3.
De kleine dip in het derde kwartaal van 2001 had als oorzaak het verdwijnen van een ISP annex
platformhouder (Cistron Telecom). De activiteiten van Novaxess en Inovara zijn, voorzover ons
bekend, voortgezet door ESI-Ned en daarom meegenomen in de omzetgrafiek van retail-
toegangbieders. Ook is er een bedrag aan retail internettoegang toegerekend voor one-stop-shop
diensten waarbij aanbieders telefonie, datacommunicatie en internettoegang over DSL in één
bundel verkopen.
Omzetten per maand in de DSL-markt in de afgelopen twee jaar
M 12,0
M 10,0
or M 8,0
Eunen M 6,0
e
iljoM M 4,0
M 2,0
M 0,0
4q00 1q01 2q01 3q01 4q01 1q02 2q02 2q03
Kwartaal
KPN ADSL netwerktoegang KPN line sharing & MDF access
Retailomzet ISP's op KPN Platform Retailomzet ISP's op andere DSL-platforms
Figuur 3-3 Hogere afzetprijzen bij MKB stuwt omzet ISP's buiten KPN-platform8
Tot nu toe wordt slechts op beperkte schaal wholesale-capaciteit verkocht aan grootzakelijke
gebruikers. Een aantal universiteiten is met BabyXL in zee gegaan, SURFnet heeft een contract
gesloten met BBned. Daarnaast heeft KPN een separaat platform in de markt gezet onder de
naam Epacity Office, een datacommunicatieplatform dat deels gebruik maakt van DSL-
technieken in het aansluitnet en dat volgens NLIP-vertegenwoordigers ook is aangeboden aan
ISP's.
3.3 Nieuwe ontwikkelingen in de DSL-markt
De introductie van "ADSL Lite" door KPN zorgt voor een versnelde overstap van gebruikers
die nu nog internettoegang verkrijgen via het telefoonnet naar `flat rate' internet. Het prijsniveau
van ca. 30 excl. BTW boort een tweede marktsegment aan na de `early adopters' en SOHO-
8 Stratix analyse op basis van KPN kwartaalverslagen ISP Markt © copyright Stratix 2002 19
markt (Small Office Home Office). Het is duidelijk dat dit product meer op de consumenten-
markt mikt en dat het is gepositioneerd tegenover vergelijkbare aanbiedingen die sinds eind
2001 door kabelexploitanten zijn gelanceerd. Door Versatel en Zonnet is een met het "Lite"
product qua prijsstelling concurrerend product in de markt gezet.
Door een aantal zelfstandige ISP's, dat op nationale schaal een fors klantenbestand aan de
onderzijde van de MKB-markt bedient, wordt geconstateerd dat sinds de lancering van "ADSL
Lite" klanten bij bosjes overstappen. Deze klanten maakten tot nu toe vooral gebruik van
PSTN/ISDN inbeldiensten. Het Lite-product is voor hun een attractief alternatief. Dit gedrag in
de markt deed zich niet in substantiële mate voor toen kabelexploitanten vergelijkbare
producten lanceerden.
Tegelijkertijd heeft KPN aangekondigd per 1 januari 2003 de maximale bandbreedte van de
bestaande producten ADSL basic en ADSL extra met 50% te verhogen. Deze aankondigingen
volgen een eerdere capaciteitsverhoging van concurrerende platformhouder BabyXL. Tenslotte
is er een verdergaande uitrol aangekondigd van de ADSL dienstverlening door KPN. In hoe-
verre de andere platformhouders dit gaan navolgen is onduidelijk. Hiermee start een verder-
gaande standaardisatie en schaalvergroting van de ADSL-dienstverlening.
Wanneer op de schets van de markt uit de vorige paragrafen wordt teruggeblikt, kan een aantal
voorlopige conclusies worden getrokken:
1. Het gebruik van ADSL groeit sterkt, zowel onder consumenten als onder het MKB. Met
name bij het MKB begint een sterke voorkeur voor de ADSL-techniek te ontstaan.
2. KPN is zeer dominant in de ADSL-markt. De eigen ISP's zijn veruit de grootste partijen op
het KPN ADSL-platform. Het aanbod van ontvlochten lijnen neemt toe, maar is buiten de
lijnen voor eigen KPN onderdelen nog beperkt tot 15 % van het totale aantal DSL-lijnen.
3. Met ADSL Lite wordt zowel een tweede stuk van de consumentenmarkt aangeboord als ook
het onderste segment van de MKB markt. Hiermee wordt een scherpe concurrentie met
toegang op de smalbandmarkt aangegaan.
ISP Markt © copyright Stratix 2002 20
4 Inkoop van toegang via de kabel
In dit hoofdstuk beschrijven wij in analogie met hoofdstuk 3 de situatie op de breedbandige
netwerktoegangsmarkt met gebruikmaking van de kabelmodemtechniek.
4.1 Keten en marktstructuur
4.1.1 Keten
Bij netwerktoegang via kabelmodems maken we onderscheid tussen vier verschillende
waardeketens. De meest zichtbare waardeketen in lijn met de Internetrapportage is die waar
alleen sprake is van retail internettoegang (retail internettoegang 1). Kabelbedrijven bezitten in
deze keten hun eigen ISP, of er is sprake van een ISP bestuurd door dezelfde moeder.
Voorbeelden zijn Chello, @Home, Wanadoo, Multikabel en Kabelfoon. Andere kabelbedrijven
werken met nauw gelieerde ISP's (gedeeltelijke aandelenparticipaties) bijv. Zeelandnet en Delta
Nutsbedrijven en Nutsbedrijven Maastricht (63.7% Essent) en @Home (100% Essent).
Daarnaast blijken veel kabelbedrijven ook retail netwerktoegang te leveren aan derden, maar
veelal onder beperkende voorwaarden (retail netwerktoegang 2). Voorbeelden van marktpartijen
die toegang hebben verkregen tot het kabelnet zijn grootzakelijke klanten uit de onderwijs-
sector. Onder andere de universiteiten in Groningen, Twente, Nijmegen, Wageningen, Eind-
hoven en Maastricht, hebben netwerktoegang verworven voor het aansluiten van hun mede-
werkers en studentenwoningen bij resp. Essent Kabelcom, UPC en Nutsbedrijven Maastricht.
Het bekendste voorbeeld uit de tweede categorie is het bedrijf nl.tree, dat voor het leveren van
Kennisnet retail netwerktoegang heeft verkregen op veel kabelnetten. De aandelen van nl.tree
zijn in handen van zeven kabelexploitanten. Figuur 4-1 toont de keten in deze twee gevallen en
maakt het onderscheid zichtbaar.
ISP's
aantal van de kabel Kabelmaatschappijen
Kabelnet
Klant Kabelmodem
ISP Retail Internettoegang
platform spectrum
---
betaling
Kabelmaatschappijen
Medewerkers Grootgebruikers
studenten Kabelmodem Kabelnet
(universiteiten) Retail Netwerktoegang
scholieren platform spectrum
(Kennisnet/nl.tree)
scholen 2
betaling
"Downstream" "Upstream"
Figuur 4-1 Waardeketens voor retail internet- en netwerktoegang op het kabelnet
Naast retail netwerktoegang voor grootzakelijke gebruikers blijken diverse kabelbedrijven ook
netwerktoegang aan `third party ISP's' te leveren (retail netwerktoegang 3). In het verleden
ISP Markt © copyright Stratix 2002 21
heeft het bedrijf Quicknet (van de Finse operator Sonera) bij diverse kabelnetten als ISP
opgetreden. @Home vervult een vergelijkbare rol bij COGAS (Almelo e.o.). Bij UPC acteert
alleen op de Alkmaarse kabel nog een third party ISP. Naast UPC levert ook Essent Kabelcom
retail netwerktoegang aan ISP's.
Op het Rotterdamse kabelnet van Eneco was zelfs tijdelijk sprake van twee ISP's (bART en
Quicknet). Dat dit technisch mogelijk was, had te maken met de keuze van dit kabelnet voor
apparatuur van Com21. Com21 modems passen een fabrikantspecifieke techniek toe die intern
gebruik maakt van ATM (net als DSL-platforms) en daarom verkeersscheiding eenvoudig
mogelijk maakt. Recent heeft Kabel Noord (Dokkum e.o., Friesland), dat eveneens over een
Com21-platform beschikt, aangekondigd naast internet retaildiensten van Chello (UPC) ook
@Home (Essent) te gaan leveren over haar kabelnet.
Alle voorgaande vormen van netwerktoegan, betreffen i.p.v. laag 2 of 3 (de datalink resp.
netwerklaag) van het OSI-model9. Bij de laatste vorm van netwerktoegang die is gevonden,
wordt toegang verleend tot het radiospectrum op het kabelnet (retail netwerktoegang 4). Dit is
toegang op laag 1 van het OSI-model (de fysieke laag),. De keten laat zien dat in dit geval de
ISP niet alleen toegang heeft tot het kabelnet maar ook zelf de eigenaar is van het kabelmodem-
platform. Dit model is vooral populair bij gemeenten en stichtingen die zelf nog exploitant zijn
van kabelnetten. Vaak wordt hiervoor een lokale/regionale ISP aangezocht. Voorbeelden uit
deze categorie zijn: Betuwenet Huissen, Netvisit Veendam, Cable4U Culemborg &
Hattem, CuCi Brunssum, IAE Waalre. Ook Kabelfoon van CAI Westland opereert volgens
dit model buiten het gebied waar de moederstichting zelf de kabel exploiteert.
ISP's
aantal op de kabel Kabelmaatschappijen
Kabelnet
Klant Kabelmodem
ISP Retail Netwerktoegang
platform spectrum 3
betaling betaling
ISP op de kabel Kabelmaatschappijen
Kabelnet
Klant Kabelmodem
ISP Retail Netwerktoegang
platform spectrum
---
betaling betaling
"Downstream" "Upstream"
Figuur 4-2 Op kleine netten zijn zelfstandige ISP's actief met toegang tot het radiospectrum
9 Het zeven lagen model voor Open Systems Interconnect van de International Standards Organisation is een wijd en zijd gebruikte architectuur voor datacommunicatienetten. De onderste drie lagen: fysieke laag, datalink laag en netwerk laag zijn in het vraagstuk over internettoegang tot de kabel relevant. ISP Markt © copyright Stratix 2002 22
Er is in Nederland geen marktpartij actief die net als verscheidene DSL-platformhouders
verkeersaggregatie- en transportdiensten aanbiedt aan ISP's. Daarom kan er geen marktpartij als
wholesale netwerktoegangsaanbieder worden aangemerkt in lijn met de Internetrapportage.
Men zou in lijn met het OSI-lagen model keten 1 kunnen duiden als retail toegang op de
netwerklaag van het OSI-model, keten 2 en 3 als retailtoegang op de datalinklaag van het OSI-
model en keten 4 als retailtoegang op de fysieke laag van het OSI-model.
Veel in Nederland populaire leveranciers van kabelmodem-platforms10 hebben een technische
integratie gerealiseerd van de datalinklaag en de netwerklaag in de apparatuur voor het
ontvangststation van de kabel. Dit heeft een keuze voor het businessmodel van één ISP per
kabelnet sterk bevorderd en veel kabelexploitanten doen opteren voor de oplossing geschetst in
keten 1 of 4. Alleen het veel gebruikte Com21-platform biedt een relatief éénvoudige verkeers-
scheiding tussen meerdere ISP's. Dit is dan ook het platform dat is ingezet door kabel-
exploitanten die meerdere ISP's toegang verlenen of zowel een ISP als zakelijke gebruikers
tegelijk over één platform van toegang voorzien.
4.1.2 Tarieven
Openbare prijsinformatie over netwerktoegangstarieven is moeilijk te vinden, omdat de
groothandelsprijzen die kabelexploitanten afgeven veelal onder een non-disclosure gaan.
Zoals hierboven beschreven, worden deze contracten primair gesloten met het oog op de
zakelijke markt en de thuiswerkplek. Hiervoor wordt de volgende constructie gehanteerd. Een
werkgever/organisatie koopt de dienst in met een hogere kwaliteitsgarantie dan die van de ISP-
retaildienst voor consumenten (hogere maximale bandbreedte en betere doorvoercapaciteit,
beveiligd virtueel privé net van woning tot bedrijf etc.). Hiervoor wordt dan ook een hogere
prijs per aansluiting betaald dan de medewerker/consument ziet. De werkgever verstrekt de
kabelmodem-aansluiting echter tegen een lager tarief dan het consumentenabonnement, d.w.z.
met een werkgeverssubsidie. Aangezien veel werkgevers nog met terugbelmodems werken of
telefoonrekeningen e.d. vergoeden (en dus kosten maken bij Internetgebruik door hun
medewerkers) is dit een werkbaar business model.
De enige prijs die Stratix kon vinden, is afkomstig van Priority Telecom, de UPC-dochter die dit
soort diensten onder de naam Interkabel aanbiedt over UPC-netwerken. Deze wordt vergeleken
met alternatief aanbod in de DSL-markt in tabel 4-1. Door de verschillen in overboeking
worden hier al snel appels met peren vergeleken. De tabel maakt echter duidelijk dat het tarief
niet duur is, maar dat je met zo'n tarief ook geen prijsbrekende dienst in de markt zet, gericht op
de meer prijsbewuste consument.
10 Voorbeelden hiervan zijn o.a. Deltakabel/Lucent en Cisco.
ISP Markt © copyright Stratix 2002 23
Tabel 4-1 Netwerktoegangstarieven Priority Interkabel, KPN ADSL en BBned vergeleken 11
`Netwerktoegangsprijzen kabel en DSL'
Netwerkexploitant Bandbreedte Overboeking Tarief
(excl. BTW)
Priority Interkabel 2048 kbit/s downstream 1:16 32,77
BBned Variant 3 2048/512 kbit/s 1:25 45,38
KPN ADSL Extra 1024/256 kbit/s 1:40 28,53
4.1.3 Marktstructuur
In dezelfde periode dat Internettoegang via de kabel populair werd is de kabelindustrie in
Nederland op grote schaal geconsolideerd. Er zijn drie grote kabelexploitanten (UPC, Essent en
Casema). Daarna volgen middelgrote exploitanten als Multikabel, Delta (Zeeland),
COGAS/KMTO (rond Almelo), Nutsbedrijven Maastricht en CAI Westland met meer dan 50
duizend huishoudens. Daarnaast is er nog een aantal gemeenten en regio's waar zelfstandig een
kabelnet wordt geëxploiteerd.
De drie grote kabelexploitanten investeren op dit moment niet of nauwelijks in het retour-
geschikt maken van de kabelnetten voor het leveren van internettoegang, wel sluiten zij nog
nieuwe internetabonnees aan. Essent Kabelcom heeft dit voorjaar een investeringspauze
aangekondigd t.a.v. het retourgeschikt maken van haar kabelnetten en verbouwt nu slechts zeer
mondjesmaat. Het bedrijf remt sterk af nadat zij ca. 1 miljoen van haar 1,7 miljoen aansluitingen
geschikt heeft gemaakt. UPC is in surseance en kan daardoor weinig nieuws ondernemen. Ook
Casema is aan het reorganiseren en drukt de kosten.
Chello van UPC bereikt als marktleider met 294 duizend consumenten-aansluitingen ca. 12,1%
van de aangesloten kabel-TV abonnees op de UPC-netten en de andere kabelnetten die Chello
als ISP voeren. Casema volgt met een bereik van ruim 10% van al haar aangesloten huis-
houdens. Essent@Home sluit de rij wat dit aspect betreft met 9,5% kabelmodems per
kabelnetaansluiting in haar dekkingsgebied. @Home beoogt eind 2002 het abonneebestand op
200 duizend te brengen, wat een penetratie van 11% inhoudt voor de door dit bedrijf bediende
kabelnetten.
11 Bronnen: KPN Fact & Figures tweede kwartaal 2002, OPTA EDC besluit en website Planet Internet
ISP Markt © copyright Stratix 2002 24
Kabel Internet in Nederland
900.000
800.000
n 700.000 Overigen
600.000 NL.tree
uitingel Rendo de Kooi
s 500.000 Kabelfoon
na Multikabel
n a 400.000 Zeelandnet
lle Casema
nta 300.000 Essent@Home
Aa UPC
200.000
100.000
0
96 97 9 99 9 9 0 0 00 1 01 01 02 02 02
c- t- n-9 p-
7 97 97 98 98 98 -98 t-9
c- t- - p- r - p-0 c- t-01n-0 p- c- t- p-
de mr ju se de mr jun se dec m jun sep-9 c-9 t-0 n-00
de mr ju se de mr ju se de mr jun- se
Kwartaaleinde
Figuur 4-3 UPC en Essent@Home controleren samen 60% van de kabelinternet aansluitingen
De hoogste dichtheid aan kabelinternetaansluitingen in de gebieden die zij bedienen wordt niet
behaald door de grote 3 kabelexploitanten (UPC, Essent en Casema) en hun gelieerde kabel-
internet-dochters, maar de drie daarna volgende exploitanten: Multikabel, Zeelandnet en
Kabelfoon.
Zeelandnet noteerde deze zomer 62 duizend abonnees op een kabelnet van 146 duizend
aansluitingen12. Deze ISP benadert daardoor in hoog tempo 50% penetratie van de bekabelde
huishoudens. Het bedrijft stelt op haar homepage dat zij een marktaandeel heeft van ca. 90%
van de Zeeuwse Internet(toegangs)markt. Eind 2001 lanceerde Zeelandnet een najaarsactie met
een prijsbrekend aanbod. Meer dan een verdubbeling in ruim 6 maanden was het resultaat, wat
hen tot de snelste groeier maakt in 2002. Dit is een zeer intrigerende ontwikkeling, omdat
volgens De Digitale Economie 2001 (CBS) de provincie Zeeland in '98, 99 en 2000 steeds tot
de regio's behoorde met het laagste aantal huishoudens met toegang tot Internet (34% in juni
2000).
Kabelfoon is door recente uitbreidingen met de netten van Berghem (SKBG) en Gouda
(REKAM) teruggezakt tot iets meer dan 20% gerealiseerde aansluitingen van het aantal
huishoudens in de kabelnetten waar zij actief is. Multikabel nadert eind 2002 de grens van 20%
van de huishoudens. Met zo'n 60% van de huishoudens actief op Internet betekenen dergelijke
cijfers forse marktaandelen met betrekking tot de consumentenmarkt. Tabel 4-2 geeft een
opsomming van ISP's en op welke kabelnetten zij actief zijn en hun aandeel in de markt voor
retail internettoegang via de kabel.
12 Bron: informatiewebsite Delta nutsbedrijven. http://www.delta.nl/index.php?page=7
ISP Markt © copyright Stratix 2002 25
Tabel 4-2 ISP's actief op de kabel
Marktaandeel
Platformhouder Toegang tot kabelnet van: kabelinternet
Chello/Priority UPC, Kabel Noord, Harderwijk, Alkmaarse Kabel 37%
@Home Essent Kabelcom, COGAS, Nutsbedrijven Maastricht, 22%
Kabel Noord*, Rendo *
Wanadoo Casema 17%
Zeelandnet Delta-Nutsbedrijven 9%
Multikabel Multikabel 7%
Kabelfoon CAI Westland, ONS Schiedam, Harderwijk, 5%
Zevenbergen, Ijsselstein, Albrandswaard, Gouda
(REKAM), Loenen a/d Vecht, Doorn, Berghem (St.
Kabel-TV Brabant-Gelderland), Malden, Rhoon, H-I
Ambacht, Pijnacker
De Kooi Rendo 1%
Nl.tree Ca. 9350 Kennisnet-aansluitingen via de kabel 1%
Overigen
IAE Waalre
Netvisit Veendam
Cable4U Tebecai Culemborg & Hattem
Introweb COGAS, Essent (Twente)
Bedrijven @ Maastricht Nutsbedrijven Maastricht
Betuwenet Huissen
Totaal Aantal aansluitingen 3Q02 793 duizend
* Vanaf Eind 2002 is hier @Home beschikbaar
Dient eind 2002 het kabelnet te ontruimen
Hirschmann-Herfindahl index = 2326
Op een aantal kabelnetten is nog steeds sprake van de aanwezigheid van meer dan één ISP. Dit
is onder meer het geval in Harderwijk (Chello en Kabelfoon), binnen enkele weken bij Kabel
Noord (Chello en @Home) en in Twente. In Harderwijk hebben beide ISP's eigen apparatuur
ingezet (ketenmodel 4), bij Kabel Noord en in Twente gaat het om toegang tot een kabel-
modemplatform (ketenmodel 3).
De ISP Introweb uit Twente heeft onder beperkende voorwaarden toegang tot de kabel op de
netten van COGAS en Essent in die regio (zie ook het kader). Deze beperkingen zijn
vergelijkbaar met de wijze van toegang die Essent verkoopt aan o.a. universiteiten. De
beperkingen volgen uit een exclusiviteitsbeding van @Home. Doordat @Home op de
consumentenmarkt in haar onderhandelingen in 1998 exclusiviteit heeft geëist, komt de
dubbelslag van een aparte ISP voor de Consumentenmarkt en één voor de zakelijke markt wel
vaker voor (bijv. bij Nutsbedrijven Maastricht). Ook UPC heeft de zakelijke markt
doorgeschoven naar Priority Telecom. Dat bedrijf heeft samen met Multikabel onder de naam
Broadband Office een apart gepositioneerde Internet retailtoegangsdienst in de markt gezet.
ISP Markt © copyright Stratix 2002 26
Zijn er ook Cable Access abonnementen voor particulieren?
Wegens een voorwaarde in het contract tussen @Home en Essent is het voor IntroWeb helaas
niet mogelijk om Internet via de kabel aan particulieren te leveren. Het is wèl mogelijk uw
werknemers Kabel Internet te bieden. Neem contact op met IntroWeb en vraag naar de
mogelijkheden.
Naar verwachting zal de OPTA op termijn eisen dat ook de kabel-markt geliberaliseerd wordt,
waardoor ook IntroWeb rechtstreeks aan particulieren kan leveren. Om hierover geïnformeerd
te worden, kunt u lid worden van de mailinglist.
Bron: Veel gestelde vragen over Cable Access, Introweb
4.2 Ontwikkelingen in het kabel-aanbod tot op heden
Lang niet alle aansluitingen via kabelmodems voldoen aan het gestelde criterium ten aanzien
van de minimaal benodigde snelheid voor breedband toegang van minimaal 128 Kbit/s. .
Aanbieders zoals Casema, Kabelfoon, Cuci/Brunssum.net en Rendo - de Kooi hebben nog
substantiële aantallen Deltakabel DEMOS-modems in bedrijf, die een theoretische snelheid van
155 kbit/s, maar een praktische snelheid van 20 tot 30 kbit/s, hebben. Dit is vergelijkbaar met
een analoog modem op het PSTN. Daarnaast bieden diverse kabel ISP's een goedkope internet-
toegangsdienst aan waarbij de bandbreedte is beperkt.
Volgens directeuren de Goede van Casema en Verbree van Kabelfoon kiest nog steeds ca. 80%
van hun klanten voor de goedkope kabeldiensten met een beperkte snelheid. Zij bieden dan ook
met hun moderne kabelmodems `Basic' diensten met gemaximeerde bandbreedtes vergelijkbaar
met hun oude DEMOS-modems. Casema heeft het maximum van de Basic-dienst in de loop van
2002 echter al verhoogd van 64 kbit/s naar 150 kbit/s.
Andere kabelnet ISP's kiezen bij hun goedkope abonnementen voor een volumelimiet (een
maximaal aantal MegaBytes of GigaBytes verkeer per maand) en bieden daarbij wel een hogere
bandbreedte aan. Figuur 4-5 geeft de omzetten weer aan retail internettoegang van de kabelnet
ISP's, waarbij een onderscheid is gemaakt tussen omzet van toegang met een bandbreedte lager
dan 150 Kbit/s (lage bitrate) en hoger dan 150 Kbit/s (hoge bitrate).
ISP Markt © copyright Stratix 2002 27
Maandomzet internettoegang via de kabel (zonder Kennisnet)
30
25
or 20
u
n E Hoge bitrate aanbod
ne 15
e Lage bitrate aanbod
olji
M 10
5
0
31-dec-96
31-dec-97 rt-98 rt-99 rt-00 rt-01 rt-02
31-m 30-jun-98
30-sep-98
31-dec-98
31-m 30-jun-99
30-sep-99
31-dec-99
31-m 30-jun-00
30-sep-00
31-dec-00
31-m 30-jun-01
30-sep-01
31-dec-01
31-m 30-jun-02
30-sep-02
kwartaaleinde
Figuur 4-4 Omzet Retail Internettoegang via de kabel bereikt 27,6 miljoen per maand
Op dit moment worden door veel kabelmodem- en DSL-platformhouders de maximale
bandbreedtes verhoogd.Echter andere aanbieders verhogen juist de volumelimiet. Ophogen van
de bandbreedte betekent dat een steeds groter deel van het aanbod voldoet aan alle door OPTA
en NMa gestelde criteria voor breedband toegang. Wanadoo Cable Broadband Basic, dat in
2002 van 64 kbit/s is opgehoogd tot 150 kbit/s, bevindt zich op de grens. Wanneer Casema snel
haar resterende oude DEMOS modems saneert, dan verdwijnt het overgrote deel van het lage
bitrate aanbod van de kabel. Essent saneert de komende maanden de tienduizend kabelmodems
van Rendo De Kooi, door de verwijdering van De Kooi van het Rendo-kabelnet dat Essent in
2000 heeft gekocht.
Met deze saneringen verdwijnt de eerste technologische generatie van de kabelnetten, en zijn
vrijwel alle aansluitingen aan te merken als technisch geschikt voor hoge bitrate breedband-
diensten.
4.3 Nieuwe ontwikkelingen: Internet-toegang via de kabel
4.3.1 Opzoeken van de minder intensieve gebruiker
Gezien het veel hogere bereik van de diverse kleinere kabelexploitanten kan worden gesteld dat
een ambitieus, maar realistisch businessplan voor een kabelexploitant nu inzet op een markt met
40 50% internetaansluitingen in 2005.. Dit is in lijn met de huidige resultaten van Zeelandnet
en bijv. Kabelfoon in het Westland.
Het lanceren van een "Lite" aanbod, waarmee prijstechnisch de minder intensieve internetter
wordt aangetrokken, heeft zeker een rol gespeeld in het succes van Zeelandnet en Kabelfoon.
ISP Markt © copyright Stratix 2002 28
De twee marktleidende kabel ISP's Chello en @Home hebben zeer lang alleen een hoog
geprijsde dienst vermarkt met een abonnement van ca. 45 per maand. @Home heeft recent
een goedkoper abonnement geïntroduceerd. Chello heeft die stap nog niet gezet.
Succes om een substantieel stuk van een dergelijke markt binnen te halen, hangt echter ook
sterk af van de snelheid waarmee resterende nog niet retour-geschikte netten worden
omgebouwd. Vooral Essent Kabelcom heeft op dat punt nog veel werk te verzetten.
4.3.2 Beperkt animo van MKB en openbreken Kennisnet-contract
Een tweede ontwikkeling heeft betrekking op de MKB-markt. In een onderzoek van Heliview
halverwege 2002 wordt aangegeven dat ca. 12% van de bedrijfsvestigingen met 5 of meer
werknemers (daarvan zijn er 156 duizend in Nederland) toegang via het kabelnet had
verworven. Vrijwel hetzelfde aantal vestigingen had medio 2002 een DSL-aansluiting.
Dat komt neer op 18,5 duizend kabelinternet-aansluitingen. De Nationale Telecommunicatie
Monitor (Infolook IRC) met vrijwel dezelfde peildatum meldde dat 13% van alle bedrijven een
aansluiting op Internet betrok via de kabel en 10% via DSL. Dit zou betekenen dat zo'n 83
duizend bedrijven via de kabel toegang verkrijgt. In die telling worden ook de bedrijven met
minder dan 5 medewerkers meegenomen.
Heliview spreekt de verwachting uit dat het aantal vestigingen dat via de kabel breedband
afneemt blijft steken op 12%-13%. Het bureau verwacht daarentegen een forse groei naar 21%
voor breedbandtoegang via DSL. Kabelexploitanten zijn zelf helaas niet bijster scheutig met
afzetgegevens over dit marktsegment.
Tot december 2000 rapporteerde marktleider UPC echter wel het aantal klanten en het aantal
kabelinternet-aansluitingen van haar zakelijke klanten. (In december 2000 waren dat 2400
aansluitingen voor Chello Broadband en 300 aansluitingen voor 3rd party ISP's op UPC's
kabelnetten). In 2001 is de zakelijke tak door UPC doorgeschoven naar Priority Telecom, die
daar op een andere wijze over rapporteert. Sinds die tijd noteerde dit bedrijf een groei van
ongeveer 60% in haar Nederlandse klantenbestand tot begin 2002.
Daarnaast meldde Multikabel dat zij eind vorig jaar, bij het lanceren van haar zakelijke
Broadband Office-dienst, een dienst die ook door Priority Telecom wordt geboden, 100
aanmeldingen kreeg. Deze bedrijfsgegevens bevestigen het beeld van een relatief matig succes
van de kabelnet-ISP's in de MKB-sector gezien de dit jaar geconstateerde grote
verkoopaantallen aan zakelijke ADSL en SDSL-aansluitingen.
In hoeverre de golf van negatieve publiciteit over de kwaliteit van de dienstverlening van veel
kabel ISP's in 2000 hierbij een rol speelt blijft gissen. Wel is uit het interview met de NLIP-
vertegenwoordiging duidelijk geworden dat zelfstandige ISP's met kleinzakelijke klanten die
zeer intensief inbelden tot voor kort weinig substitutie-gedrag vertoonden van het telefoonnet
naar de kabel. Ook al werden er aanzienlijke telefoonrekeningen betaald. De laatste maanden is
echter wel een overstap naar(A)DSL-diensten te zien.
ISP Markt © copyright Stratix 2002 29
Wanneer we deze spaarzame gegevens van aanbieders en marktonderzoekers combineren valt
een goed beeld te schetsen van de positie van de kabel in het MKB-segment.
De grootste zakelijke klanten op het kabelnet zijn de partijen uit de onderwijssector. Dit betreft
vooral het aansluiten via de kabel van ruim 9000 Kennisnet-scholen (via nl.tree). Deze kopers
van breedbandtoegang via de kabel verklaren al de helft van het aantal aansluitingen van
bedrijfsvestigingen met 5 of meer medewerkers in de kabelsector. Voor deze breedbandtoegang
heeft het ministerie van OCenW met nl.tree een contract gesloten dat in 2003 100 miljoen
bedraagt13. Een groot deel van dit bedrag betreft inkoop van netwerktoegang. Oftewel: nl.tree is
een ISP op de kabel met ruim 8 miljoen omzet per maand.
Dat is een fors bedrag in vergelijking tot de omzet van de ISP's op de kabel (zie figuur 4.4).
Recent heeft het Ministerie van OCenW echter aangekondigd dat het Kennisnetcontract na 2003
niet wordt voortgezet. De nu geplande jaarlijkse overheidsbijdrage (55 miljoen) wordt voor
45 miljoen overgeheveld naar de scholen. De scholen kunnen dan zelfstandig hun ISP's gaan
kiezen. Een fors deel van de scholen dreigt daarbij naar alternatieven om te zien.
Daarnaast wordt nog steeds een aantal kabelinternet-aansluitingen geleverd via de wholesale-
combinaties met Universiteiten: Oprit Groningen (Essent), UT (Twente/Essent),
Interkabel@KUN (Nijmegen/UPC), Interkabel@TUE (Eindhoven, UPC) en
Campus@Maastricht (Nutsbedrijven Maastricht). De Universiteit Wageningen heeft op 1
oktober 2001 haar contract voor Interkabel@WU beëindigd.
Een belangrijke commerciële vraag voor Internettoegang via de kabel is of de kabelnet ISP's in
staat zullen zijn om zichzelf als aantrekkelijk alternatief te positioneren voor het MKB en de
onderwijsmarkt naast de leveranciers van toegang via DSL. Dan komt de vraag naar voren of zij
dat kunnen zonder dat ze daarbij andere ISP's, die veelal meer gespecialiseerd zijn in dat
marktsegment, netwerktoegang verlenen tot hun kabelplatform. Er hangt in 2003 een stevig
commercieel risico boven de kabelexploitanten.
4.3.3 Technische vernieuwing en innovatie
Naast de commerciële positioneringskwesties in de markt vinden er nog enkele belangrijke
technologische ontwikkelingen plaats. De meest relevante technologische ontwikkeling is de
invoering van standaard EuroDOCSIS modems. Tot nu toe waren vrijwel alle kabelmodems in
Nederland gebaseerd op een fabrikantspecifieke techniek. Sinds 1997 is in de kabelindustrie
gewerkt aan standaardisatie van kabelmodems. Uiteindelijk hebben de drie grootste
kabelexploitanten14 aangekondigd hun kabelmodem-platformen te gaan standaardiseren op het
EuroDOCSIS-platform. Dit technisch platform dient tenminste aan de standaard DOCSIS 1.1 te
voldoen om verkeersscheiding voor het ondersteunen van meerdere ISP's of grootzakelijke
gebruikers te kunnen implementeren en hen een kwaliteitsniveau te garanderen. Dat soort zaken
in standaard-apparatuur realiseren heeft veel langer geduurd dan velen eind 1998 verwachtten.
13 Brief van de staatssecretaris van OcenW n.a.v. opzeggen Kennisnet-contract per 1-1-2004
14 Casema, Essent Kabelcom en UPC.
ISP Markt © copyright Stratix 2002 30
Er is nog geen einde gekomen aan de technische innovatie in de kabelmodem-techniek. Zo zijn
er diverse startende technologiebedrijven met nieuwe generaties kabelmodems en
bandbreedteclaims van honderden megabit/s op de markt verschenen. Het is echter de vraag of
die producten snel aftrek gaan vinden. De prioriteit bij de meeste kabelaanbieders ligt nu juist
bij standaardisatie op een uniform platform. Het introduceren van weer een nieuwe
fabrikantspecifieke techniek komt niet overeen met de huidige stand van zaken: kabelmodems
zijn een massamarkt geworden.
Daarnaast mag het Maxi-sternet experiment van Kabelfoon/CAI Westland niet ongenoemd
blijven. Daar is dit voorjaar in Maassluis gedemonstreerd dat met enige architectuuringrepen in
het kabelnet een bandbreedte van 16 Mbit/s symmetrisch per huishouden kan worden
gerealiseerd. Zo'n bandbreedte-sprong via een architectuuringreep in het net vereist echter een
forse prijsval van de relatief dure apparatuur in het kopstation.
Casema is dit najaar gestart met het beproeven van multi-ISP oplossingen op basis van het
nieuwe EuroDOCSIS-platform. Er zijn met de Vecai en NLIP werkgroepbesprekingen opgestart
over multi-ISP toegang. Beschrijvingen van de voortgang maken echter duidelijk dat er veel
stappen en fasen worden gezien in het verlenen van toegang. Men denkt eerst aan een portal op
het kabelnet (d.w.z. dat de ISP boven OSI-laag 3 moet werken) en op termijn wil men in
stappen steeds meer controle geven over kwaliteitsparameters. Hoeveel stappen er gezet kunnen
worden en of er zo volledige netwerktoegang mogelijk wordt die vergelijkbaar is met
netwerktoegang tot de wholesale ADSL-platformen is voor ISP's nog onduidelijk. Het
verwachtingsniveau is in 2002 sterk gezakt.
4.3.4 Conclusies
Op de markt voor netwerktoegang via de kabel blijken met name regionale kabel ISP's een
grote groei door te maken en in staat te zijn een aanzienlijk marktaandeel in de betreffende regio
te realiseren. Dit geldt in het bijzonder voor de regio's buiten de randstad.
Het blijkt dat, waar het de consumentenmarkt betreft, exploitanten van kabelnet-platformen
voor Internettoegang en KPN als leidende partij van DSL-diensten elkaar goed in de gaten
houden. Het aanbod van ADSL Lite van KPN lijkt gezien het het succes van o.a. Zeelandnet en
de grote afzet van @Home en UPC niets anders dan een poging tot antwoord van KPN op de
diensten in het segment 20 30 per maand en de prijsverlaging die Zon samen met Versatel
lanceerde voor hun Family product.
Wanneer ADSL-partijen, zoals BabyXL en KPN de bandbreedte van hun producten verhogen
reageert binnen een maand een flink aantal kabelexploitanten met vergelijkbare verruimingen.
Dit is een duidelijk signaal dat waar het consumenten betreft beide toegangstechnieken op als
concurrerende technieken in de markt worden ingezet.
De cruciale vraag voor de kabelexploitanten is of zij de slag op de klein- en middenzakelijke
markt niet gaan missen door niet met in die markt gespecialiseerde ISP's samen te gaan werken.
Door een grote golf aan slechte publiciteit in 2000 is het imago van retail Internettoegang via de
kabel een stuk minder geworden dan het imago van netwerktoegang via DSL. Er zijn sterke
ISP Markt © copyright Stratix 2002 31
aanwijzingen dat dit imago repercussies heeft gekregen in de bereidheid van het bedrijfsleven
om toegang via de kabel te verwerven en men liever met een DSL-aanbieder "op safe" speelt.
Prognoses van medio 2002 dat de markt voor kabel ISP's stagneert worden tot nu toe niet
ontkracht.
Het feit dat ISP's rapporteerden tot voor kort geen sterke marktdruk te hebben gevoeld van
kabelinternet, waar het kleinzakelijke gebruikers betrof die intensief inbelden, terwijl die druk er
wel is gekomen sinds DSL-diensten stevig worden vermarkt in de vorm van lite producten is
ook tekenend.
Tenslotte is het beëindigen van het Kennisnet-contract een zeer forse bedreiging voor de positie
van de kabelnetexploitanten in de breedbandmarkt voor het MKB en een forse kans voor
aanbieders met diensten op DSL-platforms.
ISP Markt © copyright Stratix 2002 32
5 Inkoop van toegang via Telefonieplatform
In dit hoofdstuk beschrijven wij de ontstane situatie op de markt voor netwerktoegangs via het
geschakelde telefoonnet. De indeling van dit hoofdstuk is dat wij eerst de keten voor deze
toegangstechniek analyseren. Daarna schetsen we de marktstructuur voor de inkoopmodellen
die er in dit segment zijn en de ontwikkelingen in de business modellen voor deze
toegangstechniek.
5.1 Keten en marktstructuur
5.1.1 Keten
In de keten voor internettoegang via het geschakelde telefoonnet zijn twee hoofdsegmenten te
onderscheiden qua geldstromen, het terminating en het originating model. In het terminating
model verlopen de geldstromen van de klant naar de operator en de operator betaalt soms de ISP
een zogenaamde kick-back. Hiervan is bijvoorbeeld sprake bij een ISP die zich laat aankiezen
via geografische nummers. Per minuut wordt er een bedrag door de verlener van netwerk-
toegang verstrekt aan de ISP, omdat zijn apparatuur zo vriendelijk is om de oproeppoging te
beantwoorden en de kassa te laten rinkelen. In het originating model betaalt de klant aan de ISP
en de ISP betaalt daarna de operator voor netwerktoegang. In figuur 5-1 worden de ketens van
de twee modellen getoond.
3,3 miljoen Vele tientallen 5 grote partijen KPN vast
domineert
Terminating
model Klant ISP: Netwerkoperator:
internettoegang netwerktoegang
Betaling telefoontikken
"kick back"
Klant betaalt minuten aan netwerkoperator
Directe betaling
aan ISP Inkoop minuten/circuits
Originating
model Klant ISP: Netwerkoperator:
internettoegang netwerktoegang
Figuur 5-1 Verschillende richtingen van geldstromen in de telefonie-inkoopketen
In de praktijk doen zich allerlei combinaties van beide modellen voor, zo kan er bijvoorbeeld
zowel sprake zijn van een "kick-back" vergoeding als van een directe betaling aan een ISP.
Daarnaast is in de figuur de retail-geldstroom van ISP-abonnementen niet getoond.
ISP Markt © copyright Stratix 2002 33
De 06760-nummers die in 2001 zijn geïntroduceerd kunnen zowel op basis van het terminating
model worden ingekocht als het originating model. Het verschil met de geografische variant in
het terminating model voor 06760 is dat de ISP samen met de operator het tarief voor de
consument bepaald, terwijl in de geografische variant de operator zelf het tarief vast stelt.
In het FRIACO/MIACO15-model voor Internettoegang via 06760 koopt een ISP netwerktoegang
in bij een wholesale of retail-netwerktoegangsdienst en betaalt die respectievelijk per ingekocht
circuit of minuut.
5.1.2 Toegangsprijzen, verkeersvolumes en omzetten
KPN rapporteert in haar derde kwartaal 2002 dat de gemiddelde opbrengsten per minuut voor
haar retail Internetverkeer (dit is inclusief Call Setup) zijn gestegen naar 0,0181 ct. Dat is een
groei van bijna 3% ten opzichte van het derde kwartaal 2001. KPN stelt dat dit komt doordat de
gemiddelde gespreksduur van een Internet-oproep via haar telefoonnet aan het verkorten is.
Ditzelfde effect treedt op voor de eerste negen maanden van 2002. De gemiddelde opbrengst per
minuut is in 2002 gestegen tot 0,0181 ct van 0,0176 ct door het zwaardere effect van het
starttarief.
Sinds het vierde kwartaal van 2001 zijn door KPN de wholesale diensten MIACO en FRIACO
geïntroduceerd, die werken achter de nummers 06760, die niet meewegen in KPN's omzet in de
categorie retail internettoegang (die voortkomt uit internetverkeer naar geografische nummers
en 06760- terminating). De wholesale originating access van KPN is in het 3e kwartaal al goed
voor ruim 30% van het internet verkeersvolume dat KPN ziet.
Tabel 5-1 Verkeersontwikkeling KPN Retail Internettoegang en wholesale originating 16
Periode 3q02 2q02 1q02 4q01 3q01 2q01 1q01 2001 2000 1999 1998
Retail 4.12 5.2 5.9 6.3 5.9 6.4 6.7 25.3 18.3 10.6 6.1
Wholesale 1.86 1.44 1.04 0.40 0.4
Totaal 5.98 6.64 6.94 6.70 5.90 6.40 6.70 25.7 18.3 10.6 6.1
De conclusie dringt zich op dat een deel van de intensievere internetgebruikers is overgestapt
naar de nieuwe wholesale inbeldiensten, of het telefoonnet heeft verlaten door te kiezen voor
andere vormen van internettoegang zoals DSL en kabel. Er is echter nog geen sprake van
achteruitgang in het aantal inbelminuten via KPN's net.
KPN ziet niet alle Internet-verkeersminuten die consumenten en bedrijven genereren. Een paar
procent ontspringt op andere netten (vast en mobiel), een deel verloopt via Carrier (pre) select
partijen en een deel is gericht naar ISP's achter 0800 (in 2000 vooral Superweb) en 090x-
nummers. Mede vanwege zaken als prijssqueeze, waardoor carrier(pre)select partijen dit verkeer
van hun net weg proberen te houden en het daarom duurder tariferen, heeft dit andere verkeer
een beperkte impact op de retailbestedingen aan Internettoegang naast de bedragen die naar
KPN vloeien.
15 Flat Rate Internet Access Call Origination resp. Metered Internet Access Call Origination
16 Bronnen: KPN persberichten kwartaalcijfers
ISP Markt © copyright Stratix 2002 34
Met de komst van 06760, en dan vooral MIACO en FRIACO diensten, loopt een steeds groter
deel van de verkeersomzetten via de ISP's en wordt een deel nu via een maandelijks vast bedrag
met de ISP afgerekend. Figuur 5-2 schetst het verloop van de totale retailbestedingen aan
Internetten via geschakelde telefoonnetwerken (vast en mobiel) en de inbelabonnementen. Er is
een stijging te zien van de abonnementsinkomsten, die is echter vooral behaald door het
omzetten van de `gratis' internet-toegangsdiensten naar internettoegang samen met een klein
abonnement van grote marktpartijen als Het Net en Tiscali. Hierin is meegenomen dat het
overgrote deel van de ISP's dat nu verkeer via 06760-nummers afwikkelt voor verkeers-
gerelateerde verrekening (MIACO) heeft gekozen en FRIACO vooral is ingezet om het
zakelijke marktsegment te bedienen dat veel meer overdag inbelt.
Gemiddelde bestedingen per maand aan
retail internettoegang via het geschakelde net
M 70.0
M 60.0
M 50.0
o
M 40.0
Verkeersomzet
nen Eure abonnementen
ojli M 30.0
M
M 20.0
M 10.0
M 0.0
1Q98 3Q98 1Q99 3Q99 1Q00 3Q00 1Q01 3Q01 1Q02 3Q02
Kwartaaleinde
Figuur 5-2 Abonnementsinkomsten stijgen vooral door inkrimpen gratis internetaanbod
Partijen die wholesale netwerktoegang aanboden aan ISP's via geografische nummers
ontvingen een bedrag voor het afleveren van het verkeer, waarvan zij een vergoeding (kick-
back) aan de ISP betaalden. Die vergoeding liep in de tweede helft van '99 de hoogtijdagen van
gratis Internet op tot 40 à 45 % van hun eigen inkomsten aan termination fees.
Deze praktijk is in de herschikking van de markt en het omschakelen naar 06760 verminderd.
Deels doordat ISP's ook de modems zijn gaan inhuren bij de wholesale netwerktoegang-
aanbieders. Echter veel ISP's halen ook na overgang naar MIACO / FRIACO een substantieel
inkomen uit verkeersminuten via kick-back-fees of eigen facturering van verkeersminuten. De
bedragen belopen nog ca. 6 miljoen per maand in deze wholesale geldstroom. Dit is ongeveer
vijftien procent van de verkeersbestedingen voor retail-internettoegang in de Nederlandse
markt. De resterende 85% van de retail verkeersbestedingen komt in hoofdzaak terecht bij KPN
Telecom en de 4 andere grote aanbieders van wholesale netwerktoegang.
ISP Markt © copyright Stratix 2002 35
5.1.3 Marktstructuur
De markt voor internettoegang via het geschakelde telefoonnet is in 1998 en '99 snel
geconsolideerd. Inbelverkeer naar lokale nummers werd nationaal getransporteerd via carriers,
die ook nog een kick-back fee uitbetaalden aan ISP's. Nieuwe toetreders tot de geliberaliseerde
telefoonmarkt zoals Enertel, BT Ignite, Worldcom en Versatel hebben daardoor snel een
substantieel percentage van het inbelverkeer naar zich toegetrokken. Mede omdat voor ISP's de
noodzaak verviel om operationele kosten te maken voor het in standhouden van modempools en
een huurlijnennet in alle regio's van Nederland verviel.
Een fors deel van de ISP's heeft in die periode nog wel in eigen modembanken op centrale
locaties geïnvesteerd (o.a. Tiscali en Xs4all). De rest begon snel over te schakelen naar het
inhuren van modems bij de grote wholesalers. De marktverhoudingen waren begin 2000
zodanig dat KPN en de vier genoemde wholesalers ongeveer 95% van het internetverkeer
afleverden. KPN had daarvoor een geografisch over Nederland gespreidde inbeldienst. De
anderen stelden hun apparatuur vooral in Amsterdam en Rotterdam op. Sinds 2000 is de
consolidatie afgelopen en is een beperkt aantal grote aanbieders van nationaal transport blijven
bestaan.
5.2 Ontwikkeling van het telefonie aanbod
Met de komst van 06760 is ook KPN ertoe overgegaan om centraal modempools neer te zetten
en daarvandaan verbindingen naar de regio's te trekken. Tegelijk zijn vrijwel alle ISP's die naar
die inbelnummers overschakelden de modembanken gaan huren (virtuele ISP diensten) van de
wholesale netwerktoegangsaanbieders. Controle en beheersing van de kwaliteit van de eigen
modembanken is niet meer de differentiator die het in de periode '93 '99 was. De technische
innovatie in inbelmodems en ISDN is gestopt en het is een kapitaalsintensief grootschalig
commodity-product geworden. Deze technologie wordt nu door ISP's uitbesteed.
De belangrijkste consequentie daarvan is dat nog slechts een beperkt aantal ISP's zelf modems
bezit. Schattingen binnen de NLIP belopen ten hoogste 20% van hun leden en ze staan vooral
nog opgesteld bij de kleinere ISP's. Daarmee is niet alleen nationaal transport van internet-
inbelverkeer een wholesaledienst geworden, maar ook het termineren van dat verkeer op
modempools. Een ISP als Freeler is al zover gegaan om alle technische activiteiten, alsook het
eigen netwerk en een fors deel van de computerdiensten uit te besteden aan Enertel. Een
vergelijkbaar voorbeeld is 12move waar de operationele verantwoordelijkheid al volledig bij
Tiscali lag en dat nu door Tiscali is overgenomen, maar als apart merk in de markt is gehouden.
Deze ISP's zijn daarmee vergelijkbaar geworden met de switchless resellers op de
spraaktelefoniemarkt.
Aan de hand van Versatel's kwartaalcijfers en taxaties van marktpartijen is een inschatting te
maken van de verwerking van het internet minuten over de verschillende partijen: KPN ca.
40%, Enertel 28%, Versatel 12%, Worldcom 10% en BT Ignite ca. 8% van het verkeer
verwerken. Een kleine 2% eindigt nog bij andere ISP's en inbelplatformhouders. De
belangrijkste verschuivingen in marktaandelen ten opzichte van de situatie in 2000 is een
ISP Markt © copyright Stratix 2002 36
opmars van Enertel en Versatel, dit gaat ten koste van het marktaandeel van KPN, Worldcom en
BT Ignite. Zij hebben een aantal grote wholesale klanten naar zich toegehaald met
dienstverlening inclusief inhuur van modems. Kleinere ISP's die nog eigen apparatuur op een
centrale van een wholesale aanbieder hadden aangesloten krijgen nu het aanbod om de
inbellijnen af te stoten en modems op de grote platformen in te gaan huren.
5.3 Nieuwe ontwikkelingen
Het aanbod van inbeldiensten is volwassen. Er is geen serieuze technische innovatie meer in
modems en modempools, de wholesale en retail netwerktoegangsmarkt is geconsolideerd tot
een beperkt aantal spelers en het verkeersvolume stagneert. Het belangrijkste vraagstuk voor het
komende jaar is wat te doen als grote aantallen gebruikers het telefoonnet gaan verlaten en
kiezen voor andere toegangsnetwerken. Ook het verkeer vanaf mobiele netten groeit niet veel
meer. Een substantieel deel van de mobiele bellers loopt vaak zonder dit te beseffen - al rond
met een modern GPRS-geschikt toestel.
Dit is typisch het moment voor het lanceren van marketing innovaties, ingrepen in de
prijsstructuur voor klanten om leegloop te voorkomen, en om de vulling van de platformen te
rationaliseren. FRIACO is daar niet in geslaagd, dat is een aanbod waar men door de nog hoge
kostprijs teveel is blijven hangen in de zakelijke markt. Alleen Worldcom levert deze dienst aan
diverse ISP's en het is nog onduidelijk of het ophalen van FRIACO-verkeer via local access in
de nummercentrales zoveel goedkoper is.
In de huidige marktsituatie, waarin voor ADSL en de kabel diverse "Lite" en "Easy" producten
zijn geïntroduceerd in de prijsrange van 20 30 is zonder ingrijpen de kans op leegloop van
toegang via het geschakelde telefoonnet niet ondenkbaar.
Wanneer naar het huidige dagelijks verloop van het Internetverkeer zelf wordt gekeken met een
scherpe avondpiek is een logische rationalisatie een inversie van de huidige prijsstructuur voor
verkeerskosten. Bijv. goedkopere inbelminuten overdag en dure minuten in de avond, om de
avondpiek te verminderen. De enige retail ISP die flat rate Internettoegang via het telefoonnet
verkocht: (Netsource/FRIACO, www.friaco.nl) zet inderdaad al dit soort tariefstructuren in de
markt, omdat men exact dit probleem wil tackelen.
Dit soort commerciële ingrepen zijn echter typisch remmers van de leegloop, omdat ze het
verkeer op de kantooruren proberen te stimuleren en in de avonduren afremmen. Gebruik tijdens
de kantooruren is sterk gecorreleerd aan inbellen door bedrijven, een succesvolle verhoging van
het inbelverkeer overdag t.o.v. de avondpiek is lastig te realiseren en vereist aanzienlijke
marketingvaardigheden.
Een groot deel van het MKB schakelt volgens de huidige marktprognoses komend jaar om naar
een aansluiting via DSL of de kabel. Dat verscherpt de avondpiek. Die wordt nu eenmaal mede
veroorzaakt door menselijk gedrag (levensritme) en dat is veel moeilijker aan te passen. Een
mogelijke marketing-innovatie die aan gedragssturing probeert te doen is het introduceren van
Internet happy hours tussen 15:00 en 19:00 uur op werkdagen gericht op schoolgaande
kinderen.
ISP Markt © copyright Stratix 2002 37
De consequenties van leegloop voor wholesaletarieven (Internet originating) en een blijvende
scherpe avondpiek, kunnen zeer fors zijn, afhankelijk van het model voor kostenoriëntatie dat
wordt gebruikt. Een gemiddelde wholesale minutenprijs of een prijs per 2 Mbit/s (voor
FRIACO) is nog vast te stellen op basis van verkeersvolumes. De indeling die nu wordt
toegepast naar verschillende hoogten per dagdeel is echter een ander verhaal.
Er zullen bij terugval van het totale verkeer marketingmixen moeten worden bedacht die
inspelen op een evenwicht tussen betalingsbereidheid (die hoger is bij zakelijke klanten) en het
gelijkmatiger verdelen van het belverkeer.
ISP Markt © copyright Stratix 2002 38
6 Nieuwe netwerktoegangstechnieken
Dit hoofdstuk beschrijft een aantal nieuwe toegangstechnieken die de afgelopen twee jaar zijn
opgekomen. Dit hoofdstuk start met draadloze LAN verbindingen, vervolgt met de markt voor
glasvezelverbindingen naar woningen, appartementsgebouwen en bedrijfsverzamelgebouwen.
Daarna wordt GPRS besproken. Het hoofdstuk eindigt met een paar meer exotische technieken
zoals Satellietverbindingen, Optische straalverbindingen en gewone straalverbindingen.
6.1 Inkoop/Aanleg WiFi - Wireless LAN straalverbinding
Een aantal ISP's biedt breedbandige internettoegang via draadloze Local Area Networking-
techniek. Die technieken zijn al zo'n 10 jaar oud. Het meest populair zijn de technieken die
gebruik maken van de Industrial, Scientific & Medical band van 2,45 2,485 GHz. Deze band
wordt o.a. gebruikt voor magnetronovens en werd daarom vrijgegeven voor gebruik zonder
vergunning binnenshuis. Met behulp van spread spectrum technieken bleek het toch mogelijk de
vele mogelijke stoorbronnen in deze band in de praktijk te omzeilen en een redelijk betrouwbare
communicatie te realiseren. Niet alleen Wireless LAN technologie maakt gebruik van deze
band. Ook Bluetooth, ontwikkeld door Ericsson Emmen, en bedoeld voor communicatie op zeer
korte afstand, werkt met spread spectrum.
Eind jaren negentig is een internationale standaard gerealiseerd voor draadloze LAN-
verbindingen in de 2,4 GHz band: IEEE 802.11b. Deze staat beter bekend onder de naam WiFi
en levert maximaal 11 Mbit/s per kanaal. Naast 802.11b is 802.11a gedefinieerd in een tweede
vrije band (5,3 5,7 GHz) die snelheden kan bieden tot 54 Mbit/s. Sinds kort wordt ook
802.11g geproduceerd die de technieken van 802.11a gebruikt maar dan op de frequenties van
2,4 GHz. WiFi is bedoeld voor datacommunicatie over relatief korte afstand
Met de standaardisatie van WiFi is de prijs voor allerlei WiFi-componenten drastisch gedaald.
Een eenvoudige WiFi-kaart voor in een laptop kost nu zo'n 50. Dat was tweeënhalf jaar
geleden nog het tienvoudige.
WiFi is een techniek die voortkomt uit de zakelijke computernetwerken. Het wordt nu in de
openbare ruimte toegepast als een typische bottom up techniek, van buiten de ontwikkelcircuits
van de telecommunicatie- en kabelbedrijven. Deze technologische achtergrond uit de
bedrijfsdatacommunicatie heeft WiFi gemeen met veel andere pionierstechnieken die ingezet
zijn bij het realiseren van Internettoegang begin jaren negentig. Veel wat meer technisch
georiënteerde ISP's zien dan ook in WiFi een techniek om mogelijk als substituut een
netwerktoegangs-probleem op te lossen of als complementaire uitbreiding van hun internet
retail dienstverlening.
6.1.1 Do it yourself model (als substituut)
Met WiFi-technologie en richtantennes is het mogelijk om ook over grotere afstanden
buitenshuis een wireless LAN verbinding te realiseren tussen twee computernetwerken. Zo'n
wireless bridge kan ingezet worden als alternatief voor netwerktoegang om een retail
ISP Markt © copyright Stratix 2002 39
internetdienst te bieden. Zowel op moeilijk te bereiken locaties, als in regio's waar andere
vormen van netwerktoegang te duur worden geacht of niet verkrijgbaar zijn. Er dient wel een
zichtlijn voor 802.11b te bestaan tussen de twee antennes.
Hiervoor was tot voor kort een vergunning vereist, omdat er nog een aantal andere organisaties
deze frequenties buitenshuis gebruikten (o.a. Omroep, robot-camera's voor explosieven-
opruiming e.d.). Om die reden werd een rondstralend WiFi-signaal in de openbare ruimte ook
niet gegund. Deze regels zijn gewijzigd. De medegebruikers zijn uit de band verdwenen en er is
voor het realiseren van Internettoegang met de WiFi techniek weinig bureaucratische
rompslomp in vergelijking met het realiseren van toegang via andere technieken. Wel is deze
toegangstechniek kapitaalsintensiever voor de ISP. Bovendien vereist het toegang tot het dak
van een hoog gebouw of een hoge mast om de antennes op te stellen. Voor 802.11a (5 GHz)
wordt de OFDM-modulatie gebruikt die geen line-of-sight vereist. Echter op deze frequentie
dempen muren en de atmosfeer het signaal veel sterker.
Het bereik met een goede richtantenne komt op zo'n 4 6 km. Grotere afstanden zijn in
principe haalbaar, maar dan kunnen atmosferische storingen (fading) parten gaan spelen. Ook
kan men genoegen nemen met een iets lagere transmissiebandbreedte.
Het aanbod van WiFi als substituut richt zich primair op het zakelijke segment. Prijzen liggen in
de range van 200 - 400 per maand. Aanbieders in deze prijsrange passen een overboeking toe
van 1:15. Voorbeelden van ISP's die WiFi in de zakelijke markt inzetten zijn o.a.: Introweb,
Etherconnect.nl, iXS, Benitel, Cobweb.nl, BIT.
Figuur 6-1 Introweb's opstelpunten (wit) en onderzochte plaatsen (geel) voor WiFi-toegang.
ISP Markt © copyright Stratix 2002 40
WiFi is vooral attractief als substituut voor ISP's bij het leggen van verbindingen naar klanten
op of dichtbij het eigen bedrijfsterrein. Bij een gestructureerde uitrol moeten er transmissie-
verbindingen worden gerealiseerd en een basisstation ingericht dat aanzienlijk meer kost.
WiFi inzetten als substituut voor netwerktoegang blijkt vooral populair buiten de grote steden.
Dit heeft deels te maken met de lagere beschikbaarheid van breedbandige toegangstechnieken in
die contreien, maar ook met de eenvoudigere realisatie (minder vaak een hoog gebouw tussen
ISP en klant).
Met de verdergaande prijsdaling van WiFi-componenten komt deze toegangstechniek binnen
het bereik van consumenten. Recent zijn er door twee partijen aankondigingen gedaan over hun
aanbod: IT's Logic is actief in Barneveld en Voorthuizen en werkt in de Betuwe als leverancier
samen met Wireless Betuwe. Daar zijn basisstations in Bemmel en Lent actief, Elst (Gld) is in
aanbouw, en een project is gestart voor Oosterbeek, Heteren en Andelst/Zetten. IT's Logic
hanteert een startdrempel van tenminste 25 gebruikers in een gebied om een basisstation te
stichten en vraagt geïnteresseerden op zijn site zich op te geven. Bij voldoende interesse (ca. 20)
beginnen ze een lokaal marktonderzoek.
Betuwenet is ook actief in Bemmel, dit is dezelfde ISP die in Huissen Internet via de kabel
biedt. Deze ISP is met Heteren overeengekomen daar eveneens een steunpunt in te richten.
Betuwenet gebruikt geen WiFi maar een andere 2,4 GHz spread spectrum techniek van de
Amerikaanse wireless LAN provider Xtratyme.
Tabel 6-1 Wireless LAN toegang in Betuwe en Gelderse Vallei is competitief geprijsd
Provider Abonnementsvorm
Particulier Zakelijk
It's Logic & 49 99
WirelessBetuwe
Light Pro Elite
Betuwenet 29,75 49,50 79,50
6.1.2 Complementair: WiFi als uitbreiding op bestaande toegangsdiensten
Naast het inzetten van wireless LAN-technologie als substituut voor andere toegangsnetwerken
is het ook mogelijk om toegang te bieden die complementair is aan de vaste breedband
technieken. In dit marktsegment wordt ingespeeld op gebruikers die zich verplaatsen en voor
hun Laptop of PDA toegang tot Internet zoeken.
In dit marktsegment is een aantal bewegingen zichtbaar:
1. Grass-roots / Guerilla networking
2. Onbedoelde toegangverlening
3. Commerciële dienstverlening op hotspot locaties
ISP Markt © copyright Stratix 2002 41
Bij termen als Grass-roots en Guerilla networking, wordt gedoeld op de praktijk dat burgers
vrije toegang tot Internet aanbieden aan buren en voorbijgangers door een WiFi base-station te
koppelen aan een breedbandaansluiting (kabelmodem of DSL). Zij maken het uitlenen van hun
breedband-verbinding via een "open basisstation" publiek bekend. Dit is een typisch bottom-up
initiatief vergelijkbaar met open bulletin board systemen zoals Fidonet, welke eind jaren tachtig
opkwamen in de dagen dat Internet nog niet toegankelijk was voor partijen buiten de wereld van
defensie en academisch onderwijs. Vaak wordt dit door een groep van enthousiaste burgers
opgezet. Een voorbeeld van zo'n initiatief in Nederland is Wireless Leiden, die een net van open
basisstations door de stad wil realiseren. De webpagina www.wirelessnederland.nl probeert een
forum te creëren en geeft initiatieven aan in Arnhem, Eindhoven, Leeuwarden, Nijmegen, en
Utrecht.
Echter ook onbedoelde toegangverlening komt voor. Dit zijn WiFi-basisstations die onbeveiligd
of onjuist beveiligd zijn. Een steeds populairdere bezigheid is het zogenaamde War driving en
war walking. Hierbij gaan mensen in een stad op zoek naar open wifi-basisstations en
publiceren die met kaartjes c.q. co-ordinaten op Internet of men maakt met krijt het teken " )( "
in de buurt van een open station om anderen er op te attenderen dat daar open toegang tot
Internet te verkrijgen is.
Bij commerciële dienstverlening op hotspot locaties wordt gebruik gemaakt van het volgende
concept: een bedrijf of persoon die een basisstation voor hen wil neerzetten en zijn
Internetverbinding deelt met passanten krijgt "betaald" in toegang tot andere opstelpunten die
zich aansluiten (d.w.z. betaling in natura). Op een beperkt aantal attractieve locaties wordt de
investering door de aanbieder op eigen risico verricht of zelfs de landheer betaalt in pecunia
voor het bieden van het opstelpunt. Passanten dienen bij een commerciële Wireless ISP (WISP)
een zakelijke relatie te hebben met die ISP om gebruik te mogen maken van de toegang die
wordt geboden. Grootschalige commerciële initiatieven zijn in Nederland nog niet gelanceerd
i.t.t. bijv. Stockholm waar incumbent Telia al in 2001 haar HomeRun WiFi-dienst heeft
uitgerold. In het Westland heeft ISP Kabelfoon in Naaldwijk haar eerste publieke hotspots
gerealiseerd met WiFi in het lokale winkelcentrum.
Attingo levert een password tegen betaling op Schiphol. Wireless ISP's als Aervik en HubHop,
beogen een netwerk in Nederland van de grond te krijgen door contracten te sluiten met
beheerders van (semi-) publieke ruimten (Aervik) en/of met behulp van een ruilhandel systeem
(Hubhop).
6.1.3 Conclusie
Draadloze netwerktoegang komt van de grond, veelal gerealiseerd door zelfstandige ISP's. Als
substituut is het vooral in de regio's buiten de steden van de randstad te vinden. Als een
complementaire dienst zijn er veel starters net begonnen met hun uitrol. Die hebben voor hun
basisstations echter vaak een inkoopbehoefte voor breedbandtoegang. Kabelfoon is de eerste
volledig geïntegreerde partij (ISP, band met kabelneteigenaar) die deze dienst heeft gelanceerd.
ISP Markt © copyright Stratix 2002 42
6.2 Glasvezel naar woningen en bedrijven
6.2.1 Ontwikkelingen in de markt voor toegang via glasvezel
In 2001 heeft Bredband Benelux geprobeerd een glasvezelinfrastructuur uit te rollen naar
appartementen-complexen, woningen en kleine bedrijven. Daarbij maakte men gebruik van
LAN-switches in de gebouwen en legde nieuwe bekabeling aan op basis van standaard
technieken voor computernetwerken bekend uit de kantoorautomatisering. Dit initiatief is kort
na de oplevering van de eerste pilot-complexen gestopt, omdat het moederbedrijf besloot zich
op de zweedse markt terug te trekken.
De technologische aanpak van Bredband was niet uniek. Diverse studenhuisvestings-corporaties
hadden al vergelijkbare plannen in gang gezet, waarbij studenten werden aangesloten op het
universiteitsnetwerk en de investeringen worden terugverdiend met een huurverhoging. De
eerste voorbeelden hiervan zijn al in 1995 en '96 gerealiseerd in Leiden, Delft en op de campus
van de universiteit Twente. Het resultaat staat in tabel 7-2
Tabel 6-2 Ruim 20 duizend appartementen zijn voorzien van Internettoegang via glasvezel17
Glasvezel 10/100 Mbit/s
Datum Aantal aansluitingen
Dec-95 1.0
Dec-96 1.4
Dec-97 2.0
Dec-98 3.0
Dec-00 5.0
Dec-01 11.1
Sep-02 20.1
De 20 duizend appartementen bij studentenhuisvesters en ca. 100 woningen in de Kenniswijk is
een aantal dat goed vergelijkbaar is met het aantal ontvlochten aansluitlijnen. Het betreft hier
echter volledige constructie: aanleg van glasvezel van een knooppunt naar flatgebouwen en
volledige uitrusting en uitbekabeling binnen een gebouw. Omdat in de complexen van
studentenhuisvesters ook niet-studenten (afgestudeerden) wonen, die niet behoren tot de
besloten doelgroep van SURFnet, wordt er door universiteiten en SURFnet gewerkt aan
verkeersscheidingstechnieken op LAN-switches. Deze technische ontwikkeling realiseert de
mogelijkheid van netwerktoegang voor zelfstandige ISP's. Eind 2002 worden die technieken
langzamerhand realiteit op basis van de nieuwe netwerkauthenticatie-standaard IEEE 802.1x.
6.2.2 Eigendoms-, inkoop- en exploitatiemodellen
Het initiatief in deze markt blijkt vooral bij woningbouwverenigingen te liggen. In oktober 2002
maakte woningbouwverenging het Oosten bekend dat haar voortijdig afgesloten pilotwoningen
(236) van Bredband Benelux in het laatste kwartaal van 2002 weer worden aangesloten door de
17 Bron: Stratix onderzoek van deze initiatieven
ISP Markt © copyright Stratix 2002 43
internetaanbieder Concepts ICT. In de Vinex-wijk Amersfoort Vathorst leggen in 2003 de
projectontwikkelaars samen met Telecom Utrecht een glasvezelnet naar de woningen. Dit net
komt daar parallel te liggen aan het kabel- en telefoonnet. Casema en KPN hebben besloten
geen toegang tot de glasvezelkabel te huren of andere overeenkomsten aan te gaan.
In Almere-Poort gaat KPN met haar partners BAM NBM en VSTI het Trilink-model uitrollen.
Daarbij worden BAM NBM en VSTI de eigenaren van het glasvezelnet en KPN koopt die het
op wholesale basis in. Dit model heeft KPN ook voorgesteld voor de woningen in Kenniswijk
Eindhoven.
Daarnaast is in Deventer woningbouwvereniging Rentrée Wonen bezig met een proefwijk voor
2003 en ondersteunt EZ een aantal initiatieven in gemeenten met middelen uit de
subsidieregeling breedbandproeven. In Rotterdam is de gemeente constructeur van een
buizennet naar woningen in de Vinex-wijk Nesselande en ontstaat een discussie over "toegang
tot de vezelbuis". In Appingedam is de gemeente sterk betrokken bij een verglazingsplan, mede
omdat in die kleine noordelijke stad tot nu toe geen (A)DSL en geen kabelinternet te koop is.
Tenslotte is er in de gemeente Nuenen onder de naam Close the Gap een initiatief gelanceerd
voor een Coöperatieve Telecom Vereniging, met gezamenlijke inkoop als doel.
Daarmee start langzamerhand een conceptuele omkering waarbij gebouweigenaren en project-
ontwikkelaars het laatste stukje van het netwerk zelf financieren en mogelijk zelfs in eigendom
krijgen of onder één of andere vorm van collectieve actie blijven besturen. Het beheer en
onderhoud wordt veelal uitbesteed aan datacommunicatieleveranciers. In het geval van de
Rijksuniversiteit Utrecht en de SSHU vervult computerdienstenverlener Cap Gemini Ernst &
Young de beheerfunctie. Behalve als leverancier van onbelichte vezel voor de verbindingen
tussen de centrale LAN-switches en de apparatuur in de gebouwen, is er geen `klassieke'
telecomoperator meer in die opzet te bekennen.
De hier geschetste ontwikkelingen zorgen voor een verkorting van de bedrijfskolom en
aanpassingen in de keten. Dit heeft forse implicaties voor de netwerktoegangsmogelijkheden.
Dit kan zowel positief als negatief uitpakken. Wanneer de gezamenlijke inkoopcombinatie of
eigenaren kiezen voor het afzonderlijk inkopen van internettoegang (d.w.z. per deelnemer c.q.
mede-eigenaar) ontstaat een open toegangsmarkt met alle positieve gevolgen voor zelfstandige
ISP's. Wanneer de inkoopcombinatie of eigenaren echter besluit gezamenlijk bij één partij in te
kopen, ontstaat de kans op het optreden van monopsonie, waarbij zelfstandige ISP's alleen
kunnen concurreren voor toegang tot de gebundelde vraag (d.w.z. concurrentie om de wijk of
gemeente).
Het blijkt dat in de praktijk bij lokale verglazingen vooral de in die stad/plaats gevestigde ISP's
bereid zijn om mee te werken. Een reden is dat die ISP's vaak toch al een transport-dienst
behoefte hebben vanuit hun panden in die plaats naar Amsterdam. Dan is er sprake van een
andere inkooppositie. Bovendien is hun sterkere punt vooral lokale binding.
ISP Markt © copyright Stratix 2002 44
6.2.3 Conclusies
Verglazing van lokale netten is vooral een lokale c.q. regionale activiteit. De eerste
omvangrijkere realisaties in nieuwbouwwijken staan voor 2003 op de rol. De verglazings -
projecten kennen tot nu toe een dusdanige schaal dat ze vergelijkbaar zijn met het huidige
tempo waarin KPN aansluitlijnen ontvlecht en levert aan derden onder het ULL-regime.
Het zwaartepunt verschuift met lokale verglazing naar spelers met een positie in de lokale
markt. Nieuwe toetreders zijn woningeigenaren (o.a. corporaties) en aanneemcombinaties.
Nieuwe beheerders- en onderhouders van de middelen zijn IT systeemintegratiebedrijven. Ook
worden lokale ISP's actief betrokken bij dergelijke initiatieven. Technologische ontwikkeling
voor verkeersscheiding loopt nog, maar is zo langzamerhand in een gevorderd stadium.
Met collectieve arrangementen in het domein van gebruikerseigendom of bestuurlijke controle
vindt echter een belangrijke wijziging in de keten plaats. Lokale toegang wordt dan door de
klant ingekocht of beheerst en voor de zelfstandige ISP blijft haar vraag naar regionale of
nationale transportdienst als over.
6.3 Overige toegangstechnieken
Tot nu toe weinig voorkomend en laag in volume maar toch in gebruik zijn onderstaande
technieken.
6.3.1 Toegang via GPRS
Deze techniek is tot nu toe door mobiele netwerken vooral gericht op grootzakelijke gebruikers
(toegang tot bedrijfsnetwerken) of ingezet voor eigen "mobiele data-applicaties" zoals i-Mode.
Daarmee wordt toegang voor ISP's tot nu toe vooral toegang op portal niveau of als content-
leverancier.
Een ISP kan op een mobiel net voor GPRS worden aangesloten door een 2 Mbit/s-lijn te huren
naar het schakelplatform van een mobiele aanbieder. Hij kan daarbij aansluiten, eigen IP-
adressen uitdelen en verkeer geleverd krijgen op een wijze die vergelijkbaar is met de Virtuele
ISP en modempool diensten van het vaste telefoonnet (d.w.z. RADIUS Authenticatie en/of
DHCP). Een gebruiker selecteert een ISP door in zijn toestel of applicatie de APN-naam van de
ISP met netwerktoegang te programmeren.
De bandbreedte prijs per MegaByte is nog steeds vrij aanzienlijk voor GPRS. Mede om die
reden is stevig gebruik van GPRS op een wijze vergelijkbaar met het vaste telefoonnet niet
realistisch. Bovendien is en blijft GPRS in de praktijk hangen in het smalbandige domein.
UMTS is nog te veel in het stadium van eerste pilot-uitbouw om daarover veel zinnigs te
zeggen. Deze techniek werkt qua ontwerp voor netwerktoegang in het radio-deel en schakelnet
vergelijkbaar met GPRS. Dat indiceert eerder een route als natuurlijke platform upgrade dan
een "grote doorbraak" vanuit het gezichtspunt van de zelfstandige ISP.
ISP Markt © copyright Stratix 2002 45
6.3.2 Breedband via Satelliet
Deze techniek wordt voor ca. 1500 aansluitingen in Nederland gebruikt. De grootste partij in
deze markt is nl.tree, die het inzet voor 1100 aansluitingen van scholen aan Kennisnet in
gebieden waar geen toegang via de kabel mogelijk was. Internettoegang via de satelliet vereist
een retourkanaal, dat veelal wordt gerealiseerd via ISDN over het vaste telefoonnet.
6.3.3 Optische infrarood-verbindingen (Free Space Optics)
Hiervan zijn er enkele tientallen in Nederland gerealiseerd. Deze techniek heeft echter sterke
afstandsbeperkingen in het geval van zware mist. Een infrarood LED of laserverbinding door de
lucht komt ongeveer twee keer zover als een mens kan zien. Hij wordt vooral gebruikt voor
bedrijfsinterne LAN-LAN koppelingen en is vanwege het spectrumgebruik (infrarood)
vergunningvrij. Capaciteiten zijn uit natuurkundig principe vergelijkbaar met een glasvezel,
maar in de praktijk wordt apparatuur geleverd die is gedimensioneerd voor 10, 100 of
1000 Mbit/s. Verdere prijsval van lasers en de optische middelen kunnen een vergelijkbare rol
impliceren als de WiFi-straalverbindingen. Technologisch heeft o.a. Philips Research in 2000
en 2001 gewerkt aan een gecombineerd lokaal net van optische straalverbindingen naar WiFi-
basisstations. De Rotterdammer Lachman is in 2002 in de publiciteit gekomen met zijn poging
om dit technisch concept in Rotterdam als bedrijf te gaan realiseren.
6.3.4 Gewone en punt-multipunt straalverbindingen
Standaard straalverbindingen zoals gefabriceerd voor telecommunicatie-bedrijven zijn te duur
en prijzig voor de consumenten en kleinzakelijke markt. Deze verbindingen worden per route op
aanvraag vergund. Wireless Local Loop (WLL) met punt-multipunt straalverbindingsapparatuur
is goedkoper maar komt niet van de grond na uitstel van de veiling in maart 2000. Er is nog
steeds weinig zicht op een verdeling van de beschikbare frequenties (o.a. in de band 2,5 2,7
GHz). Het dossier kent een relatief lage beleidsprioriteit mede door het inzakken van de vraag.
In diverse Europese landen zijn veilingen van WLL de facto mislukt, omdat kopers daarna niet
uitrolden, maar failleerden.
WiFi c.q. Wireless LAN is voor datacommunicatie-WLL nu al het alternatief geworden voor
punt-multipunt verbindingen. Gemodificeerde Wireless LAN-apparatuur die in frequentie is
verschoven van 2,4 naar 2,6 GHz is te koop en vergelijkbaar geprijsd. Een deel van deze
apparatuur is zodanig aangepast, of zend op dusdanig lage vermogens dat zij tegenwoordig door
een vergunninghouder zou kunnen worden ingezet in de 2,6 GHz band binnen de eisen die in
het Nationaal Frequentieplan staan beschreven. Hierdoor is technologisch de mogelijkheid
ontstaan voor een ISP, die nu al actief is met vaste aansluitingen in de 2,4 GHz, om zijn
verbindingen uit die band te halen. De bedrijfszekerheid is immers groter in een vergunde
frequentie, omdat met de vergunning garanties op exclusiviteit en non-interferentie worden
gegeven. Het netwerktoegangsprobleem is in deze band echter de vergunningverlening,
waarmee toegang tot de frequenties kan worden verkregen.
In dit spectrumdossier ligt er een advies van het OPT (Overlegorgaan Post en Telecom-
municatie) om één landelijke vergunning in de 2,6 GHz band te veilen. De datum voor de
veiling, die op dit moment wordt genoemd is de tweede helft van 2003, maar staat nog niet vast.
ISP Markt © copyright Stratix 2002 46
De keuze voor één vergunning in de 2,6 GHz band wordt beargumenteerd met het feit dat
regionalisering onder de huidige toegestane standaarden ten hoogste twee regio's (een verdeling
in noord-zuid of oost-west) mogelijk maakt in die band. Het Nationaal Frequentie Plan staat in
de 2,6 GHz band namelijk WLL technieken toe met een relatief hoog zendvermogen en groot
bereik. Hierdoor is regionalisering slechts beperkt mogelijk. Alleen met lagere zendvermogens
is regionalisering mogelijk, maar daarmee zouden bedrijven die andere vormen van inzet van
deze band willen realiseren met gebruik van apparatuur met een hoger zendvermogen - op een
veiling worden gedwongen een groot aaneensluitend gebied op te kopen. Zij lopen daarmee het
risico dat op één of meer kavels in dat gebied door anderen fors wordt geboden en de prijs sterk
wordt opgedreven voor een aaneengesloten gebied.
De nu zichtbare uitrol van vaste WiFi/Wireless LAN apparatuur in de naastliggende 2,4 GHz
band maakt duidelijk, dat de vraag nu juist bestaat naar lokale c.q. regionale en semi-mobiele
toepassingen voor datacommunicatie. Diverse pogingen van ISP's om frequenties te verwerven
en apparatuur in de 2,6 GHz band te realiseren zijn, volgens geïnterviewden van de NLIP, bij
beleidsmakers gestuit op het verweer dat ze: "te mobiel zijn om nog als WLL te kunnen worden
bestempeld". Hier botst de technische realiteit van de mogelijkheden van punt-multipunt
verbindingen en het formuleren van bestemmingen van frequentiebanden in het NFP.
Wanneer regionale ISP's zelf willen opereren in de 2,6 GHz, kunnen zij door de keuze voor één
landelijke vergunning op twee manieren toegang verwerven.
1. Door te bieden op de éne landelijke vergunning en na verwerving de frequenties buiten hun
regio leeg te laten staan of aan een derde door te verhuren.
2. Door gezamenlijk met andere regionale ISP's te bieden op deze frequenties en onderling het
gebruik te coördineren en de zendniveaus te verlagen.
Vanuit de vraagstelling voor dit rapport, de beschrijving van de mogelijkheden voor netwerk-
toegang voor ISP's, leiden deze beleidskeuzes tot een situatie waarbij de markt voor WLL door
de beleidskeuze voor één landelijke vergunning zeer sterk wordt gestructureerd:
· Of er ontstaat één netwerktoegangsaanbieder, waarbij onbekend is of die ook breedbandige
toegang gaat aanbieden aan zelfstandige ISP's,
· of er komt een consortium van samenwerkende partijen,
· of er wordt niet geboden, omdat er geen consortium van regionale spelers gevormd kan
worden, terwijl bijv. regionale ISP's niet op de veiling verschijnen, hun kansen lijken
immers op voorhand laag. Daardoor kunnen deze frequenties leeg blijven staan en voorlopig
tot de eeuwige ruisvelden blijven behoren.
De keuze voor één landelijke 2,6 GHz vergunning lijkt alles behalve in het belang van regionale
zelfstandige ISP's, die nu met 2,4 GHz opereren en liever een vergunde band zouden verkrijgen.
Het is ook in het nadeel van zelfstandige ISP's die netwerktoegang zouden willen inkopen. Er
komt immers maar één partij bij, ondanks het feit dat de hoeveelheid te veilen spectrum in de
2,6 GHz band het dubbele is van wat er beschikbaar is in de vrije 2,4 GHz band.
ISP Markt © copyright Stratix 2002 47
Het OPT-advies kiest voor het verhogen van de toetredingsdrempel voor regionale partijen en
verlaging van de drempel voor landelijke partijen. Bij de stabiliteit van consortia in veilingen
kan op grond van ervaringen in frequentieveilingen in Europa een vraagteken worden gezet.
Tenslotte kan één partij uit strategische overwegingen bieden om de frequenties leeg te laten
staan tot 2008 en anderen de toegang te blokkeren. Dat vermindert de kans op concurrentie van
semi-mobiele internettoegang en WiFi-hotspot-achtige dienstverlening, die mogelijk niet
complementair, zoals velen nu veronderstellen, maar substituerend is voor bijv. UMTS-
diensten.
De slepende gang van het WLL dossier doet vrezen dat de 2,6 GHz band tot 2008 niet meer in
gebruik zal zijn. In dat jaar dient de band volgens afspraken op de WRC 2000, ontruimt te zijn
voor 3G. Noodzakelijke afschrijvingstermijnen zorgen ervoor dat vanwege de ontruiming in
2008 het window of opportunity sluit in 2003 of 2004. De tijd begint dus te dringen, verder
uitstel wordt afstel van WLL in de 2,6 GHz band.
Op basis van bovenstaande analyse, en beschreven tijdlijnen, kan nu al vastgesteld worden dat
zonder beleidswijziging er géén of ten hoogste één aanbieder van netwerktoegang in de 2,6 GHz
band toe zal treden, of een consortium van nauw samenwerkende partijen. In alle drie de
gevallen een curieus fenomeen vanuit het oogpunt van innovatie en concurrentiebevordering in
de telecommunicatie, zeker gezien de hoeveelheid beschikbaar spectrum die twee keer zo hoog
is als in de 2,4 GHz band.
ISP Markt © copyright Stratix 2002 48
7 Overzicht van de markt voor netwerktoegang
In dit hoofdstuk vatten wij de bevindingen uit de voorgaande hoofdstukken over de markt voor
netwerktoegang samen. Daarbij maken we een onderscheid in breedband en smalband.
Daarnaast beschrijven we een aantal ontwikkelingen in de markt voor internettoegang die van
invloed zijn op de omgeving waarin ISP's de komende jaren opereren.
7.1 Netwerktoegang, breedband
7.1.1 Overzicht toegangsdrempels
In de voorgaande hoofdstukken is per netwerktoegangstechniek de markt beschreven. Tabel 7-1
geeft een samenvattend overzicht van de situatie op de markt voor breedband.
Tabel 7-1 Breedbandige netwerktoegangsmogelijkheden: knelpunten per techniek
Techniek Aantal aanbieders Beschikbaar voor Vraagstukken netwerktoegang
van Netwerktoegang aansluitingen/huis
houdens
XDSL 4 consumenten 67% Transportkosten op KPN datanet
5 zakelijk geen concurrerend Lite aanbod
andere platformhouders
Kabel 3 groten vele kleinere ca. 75 % Beperking tot zakelijke
gebruikers
Openingsvoorstel is eerst Portal
WiFi Veel starters
De consumentenmarkt voor netwerktoegang via xDSL is recent door Versatel als vierde DSL-
platformhouder betreden. Versatel lanceerde een Familie product in samenwerking met haar
deelneming Zonnet. Wholesale netwerktoegangs aanbiedingen van BabyXL en Versatel zijn op
dit moment minder attractief voor zelfstandige ISP's door hun bescheidener bereik.
Naast KPN is alleen BBned op een vergelijkbaar aantal nummercentrales (ruim 300) actief op
de markt voor wholesale netwerktoegang. De overige aanbieders van xDSL zijn regionale ISP's
of op eigen midden- en grootzakelijke klanten georiënteerde aanbieders. Dat laat een
zelfstandige ISP vooral de keus tussen BBned en KPN ADSL als leverancier van DSL-
netwerktoegang.
ISP Markt © copyright Stratix 2002 49
Het belangrijkste kritiekpunt waar het netwerktoegang betreft is de hoge kostprijs van het
transport tussen de DSLAM en de ISP. Dit werd overkomelijk geacht bij de producten die voor
50 of meer op de retailschappen lagen. Bij de producten met een retail prijskaartje van 30
excl. BTW en een KPN-wholesale prijs van 17 lijkt een forse marge te bestaan. Circa 8 à 9
Euro wordt echter nog aan het transport door Nederland betaald en aan andere additionele
voorzieningen. Zelfstandige ISP's ervaren daarom een prijs squeeze en constateren dat alleen
verticaal geïntegreerde partijen met een aanbieder in de DSL-platformmarkt wel met de recente
prijzenslag met "Light", "Family" of "Easy"-producten van ca. 30 meegaan. Tiscali en
BabyXL, Versatel en Zonnet, KPN en haar dochters, kunnen zichzelf (deels) beleveren en
daardoor op andere wijze behalen. De enige grote DSL-platformhouder die niet aan een eigen
consumentenmarkt-ISP is gerelateerde is BBned. BBned biedt geen vergelijkbare dienst aan
omdat naar hun zeggen dat prijsniveau een verliesgevende dienst oplevert. Als gevolg daarvan
raken zelfstandige ISP's nu snel inbelklanten kwijt die overstappen naar toegang via DSL-
diensten tegen ca. 30 per maand.
Opmerkingen over andere problemen op de markt voor DSL-netwerkttoegang (bijv. op-
leveringen, collocatie e.d.), die voorgaande jaren sterk speelden, zijn niet meer naar voren
gekomen. Met de inkrimping van het aantal DSL-platformhouders is de spanning op deze
aspecten verdwenen. Overigens blijkt dat in Europa alleen in Nederland, Finland en
Denemarken meer dan 10% van de DSL-lijnen in handen zijn van andere operators dan de
incumbent.
Netwerktoegang kabel
De knelpunten bij toegang tot de kabel zijn tweevoudig. Allereerst wordt zeer beperkt toegang
geboden en dan nog met sterke restricties en alleen gericht op het bedienen van zakelijke
klanten. ISP's die toegang tot de kabel hadden verkregen zijn vaak, na overname van het
kabelnet, vervangen door de eigen ISP. Het aanbod dat nu voor netwerktoegang wordt
ontwikkeld wordt met scepsis bekeken. Het lijkt na een jaar besprekingen eerst te gaan om een
portal op het kabelnet en pas daarna zou er diepere toegang mogelijk zijn, met een met ADSL-
vergelijkbare controle van enkele kwaliteitsparameters. Of een curator bij UPC het netwerk
voor toegang opent en het innovatiebudget aanspreekt om de technische oplossing te
implementeren is ook de vraag. Er heerst wantrouwen bij de ISP's over de daadwerkelijke
bereidheid van kabelexploitanten om de netten te openen.
Een ISP als @Home is in haar contracten exclusiviteitsclausules aangegaan. Hierdoor is
netwerktoegang voor zelfstandige ISP's veelal beperkt tot het bedienen van de zakelijke markt.
Ook UPC verkoopt wholesale-toegang, maar dan aan universiteiten.
Daarnaast speelt de versnippering bij de toegang via de kabel een belangrijke rol. De drie
grootste kabelmaatschappijen hebben weliwaar 85% van aansluitingen onder beheer, echter
geen van drieën kan een landelijk platform bieden. Dit is, ondanks de nog steeds geringere uitrol
van KPN en BBned, wel mogelijk bij ADSL-platformhouders. Voor regionale ISP's, zoals
Introweb is dit probleem minder relevant omdat zij zich richten op de lokale of regionale markt.
ISP Markt © copyright Stratix 2002 50
Een aantal kabelnetten werkt nog met twee ISP's. Zo blijkt Kabel Noord in staat te zijn om op
één net zowel Chello als @Home te realiseren. Dit gebeurt meestal door inzet van de Com21
modems, die intern op ATM zijn gebaseerd, net als de DSL-platforms. Het nieuwe
EuroDOCSIS-platform waarop de grote 3 kabelexploitanten standaardiseren, is nog in test. Het
is de vraag of deze standaardisering voldoende
Netwerktoegang Wireless LAN's - WiFi
Behalve toegang of vergunning tot het mogen inrichten van antenne-opstelpunten en het hebben
van een lokaal klantenbestand zijn er geen barrières voor zelfstandige ISP's om zelf WiFi-
basisstations te gaan installeren, voor een WLL-aanpak of een WISP. De 2,4 GHz laat open
toetreding toe, zonder vergunning vooraf voor spectrumgebruik, het is daarmee, hoewel vaak
vergeleken met de vuilnisbak, ook de meest belangrijke frequentieband voor innovatieve
toepassingen geworden. De omvang van het aantal gebruikers dat in de WLL vorm een
aansluiting heeft is nog klein. Echter de recente prijsaankondigingen van beide ISP's die
gebruik maken van WLL in de Betuwe zijn volledig marktconform met de retailprijzen voor
xDSL en kabelinternet.
Netwerktoegang Wireless Local Loop
De knelpunten bij netwerktoegang tot andere frequentiebanden dan de `vrije' 2,4 GHz wordt in
zijn marktstructuur veroorzaakt door de wijze waarop de vergunningverlening wordt ingericht.
Met het volgen van de OPT-aanbeveling om één landelijke vergunning te veilen voor de
2,6 GHz wordt een enorme leverage gegeven op deze vergunning, die optimaal tegen de vrije
2,4 GHz aan ligt. De keuze voor het structureren van de veiling in één vergunning leidt van een
een aansluitnet duopoly van KPN en een kabelexploitant tot een potentieel aansluitnet tripoly
op het gebied van netwerktoegang, met als enige bypass-mogelijkheid de ongegarandeerde vrije
2,4 GHz band. Tegelijk worden daarmee de transactiekosten opgehoogd van mogelijke
regionale spelers, waarvan er enkele nu al actief zijn in de 2,4 GHz band. Met de nog maar
relatief beperkte terugverdientijd tot 2008, lijkt het in maart 2000 gestrande WLL dossier voor
de 2,6 GHz definitief te leiden tot een bestuurlijke gecreëerd eeuwig ruisveld.
7.1.2 Marktpositie in breedband internettoegang
Figuur 7-1 biedt een visueel overzicht van de marktposities van de grootste spelers op de markt
voor Internet-toegang voor huishoudens en het aantal aansluitingen dat zij aan het eind van het
derde kwartaal hadden. Uit deze figuur blijkt duidelijk dat deze markt volledig wordt geleid
door partijen met sterke banden met eigenaren van aansluitnetten. Essent@Home blijkt in 2002
sneller te zijn gegroeid dan KPN DSL. Hun groei in het derde kwartaal was groter dan alle
ISP's op het KPN platform.
ISP Markt © copyright Stratix 2002 51
Marktaandelen platformhouders
BBned Rendo de Kooi BabyXL
Studentenhuisvesters 2% 1% 1%
glasvezel
2% Overigen
2%
Kabelfoon
4% UPC
Multikabel 27%
5%
Zeelandnet
7%
Casema
13%
KPN
Essent@Home 20%
16%
Figuur 7-1 UPC is nog steeds de marktleider in aantallen breedbandaansluitingen
Het beeld dat DSL op dit moment harder groeit in absolute of relatieve zin dan het aantal
kabelaansluitingen is onjuist. Beide technieken groeien in 2002 ongeveer even snel in aantallen
nieuwe aansluitingen. Het lijkt er sterk op dat KPN, net als de telefoonnetoperators in de
Verenigde Staten te laat heeft gereageerd op de opkomst van kabelmodems en nu blijvend
achter de twee tot drie jaar eerder gestarte marktleiders aanloopt.
7.2 Netwerktoegang, smalband
Tabel 7-2 Smalbandige netwerktoegangsmogelijkheid: knelpunten
Techniek Aantal aanbieders Beschikbaar voor Vraagstukken netwerktoegang
van Netwerktoegang aansluitingen/huishoudens
Telefoonnet 5 grote partijen >95% FRIACO slechts één aanbieder
Tariefstructuur bij inzakken
verkeer
Het aantal knelpunten voor netwerktoegang op het telefoonnet dat is gevonden is niet zo groot.
Eind 1999, begin 2000 heeft zich een sterke consolidatie voltrokken tot 5 omvangrijke
platformhouders. Deze vijf platformhouders controleren samen 98% van de wholesale
inbeldienstenmarkt. Zo'n 20% van de ISP's bezitten nog eigen modems. De rest huurt ze in bij
de grote platformhouders..
Het belangrijkste genoteerde knelpunt is het aanbod door slechts één wholesaler van FRIACO.
Het aantal afnemende ISP's die Flat Rate Internettoegang over het telefoonnet actief vermarkten
is echter beperkt. De enige partij die ook de consumentenmarkt met flat rate Internettoegang
betrad, Netsource/FRIACO zag zichzelf gedwongen door een scherpe avondpiek op de con-
sumentenmarkt een ander aanbod te lanceren dat gebruik tijdens kantooruren stimuleert.
ISP Markt © copyright Stratix 2002 52
Een vergelijkbaar vraagstuk kan ontstaan voor alle partijen die betrokken zijn bij Internet-
toegangsdiensten via het telefoonnet. Hoewel het geheel verdwijnen van het verkeer niet
onmiddellijk zal gebeuren, is de kans zeer groot dat in de loop van 2003 het Internetverkeer via
het telefoonnet gaat dalen. Dat veroorzaakt niet alleen leegstand van apparatuur (mogelijk
stranded costs) maar vooral ook behoefte aan een vrijer prijsbeleid (wholesale en retail) om
bijv. een Happy Internet Hour te kunnen lanceren. Het is de vraag of het huidige MIACO tarief,
opgedeeld in dure kantooruren en goedkope avonduren, overeenkomt met de economisch
optimale prijscurve voor een piekbelasting in de avonduren. Partijen zullen een andere
prijsstrategie moeten gaan volgen voor het efficiënt managen van de bezettingsgraad.
7.3 Dynamische markteffecten op de vraag naar internettoegang
De markt voor internettoegang is sterk in ontwikkeling. Door technologische vooruitgang
ontwikkelen zich enerzijds in snel tempo nieuwe netwerktoegangssystemen en anderzijds
worden de mogelijkheden van bestaande toegangssystemen steeds groter. Dit betekent dat er
sprake is van een dynamische markt. In een dynamische markt is sprake van een zich
herhalende cyclus van `early adopters' die altijd het nieuwste van het nieuwste willen hebben en
een grote groep consumenten en bedrijven die daarachter aan komen. Deze cyclus heeft zich al
meermalen voorgedaan op de markt voor internet (bij de start van internet, bij de introductie van
`flat rate abonnementen' en bij de introductie van gegarandeerde snelheden).
Op deze markt is sprake van een groep van ongeveer 25.000 tot 30.000 zogenaamde SOHO's
(Small Office, Home Office) en `early adopters' die voor op lopen. Dit zijn vaak consumenten
met een eigen bedrijf aan huis die vanaf de start van internet altijd op zoek zijn geweest naar de
kwalitatief beste en snelste vorm van internettoegang. Daarachter komt de zakelijke markt
(volgers), gevolgd door de grote groep kleingebruikers (met name consumenten).
Het diffusietempo van het aantal breedbandige (always on) aansluitingen vertoont sterke
gelijkenis met de ontwikkeling van het aantal actieve internetaansluitingen. Het is vooral een
verschuiving in de tijd. Van 1993 tot eind 1998 liep het aantal actieve aansluitingen op tot 1
miljoen. Dezelfde ontwikkeling heeft zich voorgedaan bij het aantal breedbandige aansluitingen
alleen dan 3 jaar later. Na 1998 is het aantal internetaansluiting explosief gestegen tot bijna 4
miljoen in 2002. Eenzelfde ontwikkeling verwachten wij bij breedband.
Op de markt voor netwerktoegang voltrekken nieuwe ontwikkelingen zich in een dusdanig rap
tempo dat het voor een regulator moeilijk te bepalen is waar en wanneer ingrijpen nodig en
gewenst is. Een half jaar geleden was er bijvoorbeeld nog geen enkele partij die grootschalige
plannen had om via WiFi internettoegang te gaan bieden en nu begint een aantal partijen op
regionaal niveau deze techniek al actief toe te passen. Wel is duidelijk dat beleidsbeslissingen
nog steeds een forse invloed hebben op de marktstructuur voor netwerktoegang.
ISP Markt © copyright Stratix 2002 53
8 Business concepten en conclusies
Dit rapport wordt afgesloten met het beschrijven van een aantal business concepten rond het
innemen van een positie en rol als zelfstandige ISP in het hiervoor geschetste speelveld. Daarna
volgen enkele voorlopige conclusies.
8.1 Specialisatie en segmentatie
Nu de markt voor ISP's een aantal jaren bestaat begint zich een duidelijke specialisatie voor te
doen. De internettoegangsmarkt begint zich hierdoor steeds meer te ontwikkelen van een markt
met een aantal standaardproducten naar een markt waarin steeds meer sprake is van
gespecialiseerde producten, aansluitend op de verschillende segmenten. In bepaalde
marktsegmenten begint naast prijs kwaliteit een belangrijk concurrentiemiddel te worden.
Naast specialisatie aan de `downstream' kant van de markt, richting de klant, is er aan de
`upstream' kant sprake van standaardisatie waar het gaat om het inbellen. Het in eigendom
hebben van modems is inmiddels voor de meeste ISP's verleden tijd. NLIP vertegenwoordigers
taxeren dat hoogstens zo'n 20% ze nog in bezit heeft. Deze techniek heeft zich inmiddels zo
geconsolideerd dat inkoop daarvan bij een van de grote partijen (KPN, Enertel, Worldcom,
Versatel, BT Ignite) het meest voordelige is. Aan deze kant is sprake van een oligopolie. Omdat
er sprake is van levering van een standaardproduct levert dit weinig problemen op.
In de markt voor internet is een duidelijke segmentatie te vinden18:
· SOHO's & `early adopters'
· Zakelijke gebruikers (MKB)
· Kleinverbruikers (consument en kleine bedrijven)
De ISP's die zich richten op de `early adopters' richten zich met name op het bieden van
maximaal gegarandeerde bandbreedte, hoge kwaliteit en veel mogelijkheden op hun systemen.
Deze ISP's vervullen een rol als technisch tussenpersoon (technological mediator) en zijn
voornamelijk bezig met het op de markt zetten van nieuwe producten en het combineren van die
producten voor hun klanten. Deze partijen gaan ook op zoek naar de nieuwste toegangs-
technieken, zoals Wifi en Fiber to the Home concepten. Deze ISP's richten zich op een beperkte
groep klanten die bereid is te betalen voor vernieuwing. In dit segment bevinden zich met name
de kleinere ISP's qua personeelsaantallen. Economy of scale is namelijk funest voor de
innovatiekracht. Het leveren van grote hoeveelheden en voorop lopen in vernieuwing zijn
bedrijfsvoerings-technisch moeilijk verenigbare concepten.
Daarnaast zijn er ISP's die zich richten op de zakelijke markt. Op deze markt is met name
sprake van een concurrentie tussen internettoegang via de kabel of via xDSL. Omdat toegang tot
18 De grootverbruikers, die veelal via huurlijnen zijn aangesloten, worden hier niet genoemd, die vallen
buiten de scope van dit onderzoek.
ISP Markt © copyright Stratix 2002 54
de kabel moeilijk te verkrijgen was, is de interesse van veel ISP's hiervoor afgenomen en
hebben veel ISP's zich gericht op toegang via xDSL. De geïntegreerde partijen (met een eigen
ISP) hebben niet zo'n sterke positie op de zakelijke MKB-markt. De ISP's die zich op deze
markt richten hebben veelal een sterke behoefte aan geavanceerde toegang en technologie.
De kleinverbruikers maken veel gebruik van toegang via telefonie en betalen op basis van het
aantal `tikken' en een abonnement. Helemaal aan de onderkant in deze groep zitten de ISP's die
gratis internettoegang bieden. Zoals eerder aangegeven proberen ISP's steeds meer over te
stappen naar betaalde abonnementen. Sinds de introductie van goedkope kabel aanbiedingen en
daaropvolgend de `Lite' producten voor ADSL, stappen echter steeds meer kleinverbruikers
over naar flat rate toegang via kabel en ADSL. Deze concepten slaan erg aan bij de
kleinverbruikers. De klacht van een aantal ISP's is dat KPN deze Lite versie van ADSL tegen
een te lage prijs aanbiedt door te rekenen op basis van dubbele marginalisatie (zowel marge op
toegang als op de dienst)19. ISP's die in deze categorie actief zijn, richten zich met name op het
leveren van standaardproducten en het realiseren van grote aantallen klanten. De geïntegreerde
partijen hebben in dit segment een sterke positie.
Dubbele marginalisatie
Dit economisch fenomeen kan optreden in een situatie waarin (twee) verschillende, in een vaste
verhouding geconsumeerde complementen worden geproduceerd door onafhankelijke monopolis-
ten. Netwerktoegang en Internettoegang is een situatie van twee complementaire partijen met ieder
een vrij stevige greep op de klant door aanzienlijke omschakelkosten. De één heeft aansluitingen
onder controle, de ander bijv. e-mail adressen en de persoonlijke websites. Dit zijn geen absolute
monopolies, maar bij beperkte prijsvariatie zal niet snel door de klant worden overgestapt.
Stel partij A verdient een marge van 5 bij een prijs van 15 voor haar deel en B een marge van
5 bij een prijs van 20 voor zijn deel, en de vraag bij een gezamenlijke prijs van 35 is 10 stuks,
dan wordt er door ieder 50 verdiend. Een verticaal geïntegreerde monopolist kan echter ontdekken
dat bij een gezamenlijke prijs van 31 er 20 stuks kunnen worden afgezet. Hij verdient dan in totaal
120 (20 keer 6) aan zijn productie. Staat de prijs van A vast, met vaste marge, dan wordt er
echter niet op het efficiëntere prijsniveau van 31 door B geproduceerd. 20 keer 1 voor zijn deel
betekent substantieel minder inkomsten dan 10 keer 5. Bij dubbele marginalisatie houden partijen
onvoldoende rekening met het voordeel dat de ander ontleent aan een lagere gezamenlijke prijs,
beiden hebben minder prikkels tot prijsverlaging dan een verticaal geïntegreerde monopolist heeft.
De vanuit maatschappelijk oogpunt efficiënte oplossing zou in bovenstaand voorbeeld zijn dat partij
A de prijs voor haar deel verlaagt tot 13 en partij B de prijs verlaagt naar 18. In dat geval
verdienen beiden 60 en zullen ze gezamenlijk 20 stuks produceren. In de aanwezigheid van
economische schaalvoordelen (bijv. een 1 grotere marge bij tweemaal zo grote productie) is de
logica compleet om tot prijsverlaging over te gaan.
De zwakste partij (bijv. met de minste schaalvoordelen of de laagste drempel in omschakelkosten
voor de klant) levert het eerst in op de marge, of verliest de concurrentie met de geïntegreerde
aanbieder. Wanneer een zelfstandige ISP via meerdere gelijkwaardige vormen van netwerktoegang
zijn klant kan bereiken, dan is hij echter de sterkste partij.
19 Dubbele marginalisatie is als economisch fenomeen al beschreven in A. Cournot, 'Recherches sur les principles mathémathiques de la théorie des richesses', Parijs (1838). ISP Markt © copyright Stratix 2002 55
Naast de segmentatie naar verschillende doelgroepen is in een aantal gebieden sprake van ISP's
met een sterke regionale positie. In Zeeland levert het kabelbedrijf bijvoorbeeld bijna alle
internettoegang. Ook in andere regio's (bijv. Twente, Betuwe en het Westland) zijn regionale
bedrijven aanwezig met een zeer sterke profilering. Deze bedrijven maken vaak maximaal
gebruik van de technologie en hebben een zeer stevig regionaal of lokaal netwerk. Zij richten
zich met name op het middensegment en de kleinverbruikers.
8.2 Business concepten
In deze paragraaf belichten we een aantal in onze ogen interessante business concepten voor
onafhankelijke, niet geïntegreerde ISP's:
"Voorlopersconcept"
Dit concept gaat niet uit van kwantiteit maar van kwaliteit. Geen economy of scale. De klanten
zijn bereid te betalen voor de nieuwste technologie. Het bedrijf moet de flexibiliteit hebben om
snel aanpassingen in aangeboden producten te kunnen maken.
Voor ISP's in dit model is het kunnen leveren van kwaliteit cruciaal. Dit betekent dat ze of
goede Service Level Agreements (SLA's) af moeten kunnen sluiten of zelf de kwaliteit moeten
kunnen regelen. Het af kunnen sluiten van SLA's is in de markt voor netwerktoegang nog geen
algemeen geaccepteerd gegeven. Nieuwe toegangstechnieken zoals, draadloze verbindingen,
zorgen hierbij voor extra mogelijkheden voor de voorlopers.
"Regionale concept"
Zowel voor de zakelijke markt als voor de consumentenmarkt liggen er mogelijkheden op de
lokale of regionale markt. Door de concentratie van gebruikers is het mogelijk tegen een
gunstige opbrengsten/kosten verhouding te werken. Regionale en lokale contacten kunnen
bijdragen aan het succes van dit concept.
"Toegevoegde waarde in zakelijke marktconcept"
In de zakelijke markt bevinden zich bedrijven die maandelijks grote bedragen uitgeven aan
internettoegangsdiensten. Bovendien zijn er in de zakelijke markt goede mogelijkheden om
gespecialiseerde toegevoegde waarde te leveren. Het leveren van op de klant toegespitste
producten is voor deze groep van groot belang. In dit concept levert een ISP niet alleen toegang
maar daarnaast ook gespecialiseerde internetdiensten.
"Fiber to the home-concepten"
Fiber to the home begint langzaam maar zeker tot ontwikkeling te komen. Bij Fiber to the home
ontstaat mogelijk een geheel andere situatie. De klant is zelf eigenaar van het netwerk of de
woningcorporatie c.q. projectontwikkelaar is de klant. Voor ISP's biedt dit goede
mogelijkheden voor het ontwikkelen van nieuwe business concepten.
"Wireless LAN-concepten"
ISP Markt © copyright Stratix 2002 56
Draadloze internet-toegang is een in Nederland nieuwe product-markt combinatie zonder
duidelijke voorloper. Daardoor liggen marktposities nog open. Men kan zich zowel ontwikkelen
in de richting van een Wireless Local Loop bedrijf met eigen infrastructuur, als in de richting
van een bedrijf dat bewegende klanten wil gaan bedienen bijv. op hot-spots. Technologie is in
dit terrein, net als bij Fiber-to-the-Home nog sterk in ontwikkeling. Voor ISP's met een stevige
radiotechnische ondergrond of marketinglef biedt dit terrein vele nieuwe mogelijkheden.
8.3 Conclusies
In deze laatste paragraaf geven we een overzicht van de belangrijkste conclusies:
· De toename in het aantal aansluitingen is sterk afgevlakt maar het gemiddelde gebruik per
klant neemt sterk toe, de markt groeit daardoor nog steeds fors in omzet.
· xDSL en Kabel winnen snel terrein van internettoegang via telefonie; zeker met de komst
van Lite DSL en de vergelijkbare goedkopere producten op de kabel.
· De geïntegreerde partijen hebben een sterke positie op de xDSL en de Kabelmodem markt
waar het de consumenten betreft, de positie op de klein- en middenzakelijke markt is meer
voor de ISP's.
· het percentage van ontvlochten aansluitlijnen (unbundled local loops) en DSL-verbindingen
van anderen dan KPN groeit en, is relatief hoog vergeleken met andere Europese landen,
maar het percentage is laag, afgezet op de totale afzet van breedbandaansluitingen.
· Specialisatie en segmentatie creëert nieuwe mogelijkheden voor ISP's, met name bij `early
adopters' en op de regionale markt
· Nieuwe toegangsmogelijkheden met de klant als eigenaar van het netwerk creëren
opportunities
· Kabelexploitanten staan relatief zwak in de markt voor Internettoegang voor het MKB,
stagnatie wordt verwacht, het contract met nl.tree voor Kennisnet is opgezegd. Dit contract
betreft nu ongeveer de helft van de MKB-markt op de kabel.
· Stagnatie van hun marktpositie in het MKB en wegvallen van Kennisnet kan kabel-
exploitanten commercieel dwingen samenwerking te gaan zoeken met en netwerktoegang te
verlenen aan ISP's die gespecialiseerd zijn in dit marktsegment.
· De Internettoegangsmarkt is een sterk dynamische markt. Beleidsbeslissingen hebben
daardoor al snel een marktstructurerend effect.
Maatregelen kunnen zowel partijen in hun gedrag remmen, als een nieuwe optie voor het
realiseren van een lokale breedbandige verbinding scheppen voor een deel van de zelfstandige
ISP's. Dat betekent dat bepaalde maatregelen sommige ISP's bevoordelen en voor anderen geen
noemenswaardige impact hebben.
In het algemeen geldt echter dat des te meer opties zelfstandige ISP's hebben, des te sterker hun
onderhandelingspositie wordt met netwerkeigenaren over toegang.
ISP Markt © copyright Stratix 2002 57