IP/02/1897
Brussel, 17 december 2002
Pensioenen: eerste evaluatie van de nationale strategieën voor
toereikende en betaalbare pensioenen
Vandaag heeft de Commissie voor het eerst haar goedkeuring gegeven
voor een integrale analyse op EU-niveau van de nationale
pensioenstelsels en de mate waarin zij de uitdaging van de vergrijzing
het hoofd kunnen bieden. Uit deze evaluatie van de pensioenstrategieën
in de lidstaten, in de vorm van een gezamenlijk ontwerp-verslag van de
Commissie en de Raad, komt naar voren dat alle EU-landen in meer of
mindere mate hervormingen hebben doorgevoerd, met als doel ouderen in
de toekomst voldoende inkomen te garanderen zonder de openbare
financiën in gevaar te brengen en toekomstige generaties te
overbelasten. De Commissie is echter tot de conclusie gekomen dat de
meeste lidstaten verdere hervormingen moeten doorvoeren om in de
vergrijzende maatschappij toereikende, betaalbare pensioenen te kunnen
waarborgen. Als het vandaag goedgekeurde ontwerp-verslag gezamenlijk
door de Commissie en de Raad is goedgekeurd, zal het in het voorjaar
van 2003 aan de EU-top in Brussel worden voorgelegd. Aangezien de
babyboomgeneratie de komende 10-15 jaar de pensioengerechtigde
leeftijd zal bereiken, de geboortecijfers de afgelopen decennia laag
zijn geweest en de levensverwachting steeds hoger komt te liggen, zal
de verhouding tussen mensen boven de 65 en mensen in de werkende
leeftijd tussen nu en het jaar 2050 verdubbelen. In de meeste
lidstaten zullen de pensioenuitgaven vanaf ongeveer 2015 naar
verwachting sterk stijgen, hetgeen de vraag oproept of de toekomstige
pensioenen voldoende zullen zijn voor een behoorlijke levensstandaard
voor gepensioneerden en de betaalbaarheid op termijn van de
pensioenstelsels. Daarnaast moeten de lidstaten ervoor zorgen dat hun
pensioenstelsels inspelen op de veranderende behoeften van de
maatschappij, zoals de toenemende arbeidsmarktparticipatie van vrouwen
en het groeiende aandeel van parttime en tijdelijke werknemers en
zelfstandigen. Met het oog op deze uitdagingen hebben alle lidstaten
in 2001 ingestemd met 11 gemeenschappelijke EU-doelstellingen om de
toekomst van de pensioenstelsels zeker te stellen, en hebben zij
afgesproken volgens de open coördinatiemethode samen te werken.
Anna Diamantopoulou merkte het volgende op: 'Dit verslag is zonder
overdrijven een mijlpaal in de EU-beleidscoördinatie. Dit is de eerste
keer dat de Commissie een integrale evaluatie van alle
pensioenstelsels in de EU heeft goedgekeurd, op basis van afgesproken
gemeenschappelijke doelstellingen. Dit verslag zal de lidstaten helpen
de nodige hervormingen door te voeren om op de lange termijn
toereikende en betaalbare pensioenen te waarborgen, en ervoor te
zorgen dat de moderne pensioenstelsels de flexibiliteit kunnen bieden
die we ook van de arbeidsmarkten verwachten".
Volgens het vandaag door de Commissie goedgekeurde ontwerp-verslag
hebben de lidstaten er in het algemeen alle vertrouwen in dat zij de
gezamenlijke EU-doelstellingen kunnen waarmaken (zie onder), zelfs met
de huidige vergrijzing. Vergrijzing betekent niet dat de
pensioenstelsels financieel zullen instorten, maar zal ongetwijfeld
wel leiden tot hogere uitgaven, met name op het gebied van pensioenen
en langetermijnzorg. Een financieringscrisis en drastische
bezuinigingen in de toekomstige pensioenniveaus kunnen worden afgewend
door de werkgelegenheidsgraad te verhogen met name onder mensen van
achter in de vijftig en begin zestig en door nu een voorzichtig
belasting- en begrotingsbeleid te voeren, zodat de lidstaten de
toekomstige druk beter aan zullen kunnen.
Volgens de analyse die de Commissie in het ontwerp-verslag maakt,
hebben niet alle lidstaten integrale strategieën op grond waarvan zij
zouden kunnen beweren voorbereid te zijn op de vergrijzing. Daarom
worden in een aantal lidstaten nieuwe hervormingsmaatregelen gepland.
Met het oog op de doelstelling die op de Europese Top van Barcelona is
vastgesteld, namelijk om de gemiddelde leeftijd van de uittreding uit
de arbeidsmarkt tegen het jaar 2010 met vijf jaar te verhogen, is veel
doortastendere actie nodig om de werkgelegenheidsprikkels in de
pensioenregelingen te versterken en om de employability en de
arbeidskansen van ouderen te verbeteren. Verhoging van de effectieve
pensioenleeftijd naar de wettelijke pensioenleeftijd zal er in zeer
belangrijke mate toe bijdragen dat pensioenstelsels op termijn
betaalbaar blijven en dat de niveaus van de pensioenen toereikend
blijven.
Hierbij moet worden opgemerkt dat het verslag geen 'hitparade' of
'schoonheidswedstrijd' van de pensioenstelsels van de lidstaten is.
Het is een middel om de gemeenschappelijke doelstellingen voor de
pensioenstelsels in de EU te verwezenlijken.
Particuliere pensioenen
Het verslag constateert dat in veel lidstaten de particuliere
pensioenvoorziening wordt aangemoedigd als aanvulling op openbare
pensioenen, hoewel deze laatste waarschijnlijk de voornaamste bron van
inkomen voor oudere Europeanen zullen blijven. Fiscale
stimuleringsmaatregelen zijn een populair middel om particuliere
pensioenen te stimuleren, maar een bijzonder doeltreffende manier om
het aansluiting bij bedrijfspensioenregelingen te stimuleren, is
volgens het verslag invoering van deze regelingen door middel van
collectieve overeenkomsten, die vaak op hele sectoren van toepassing
zijn.
Vrouwen en pensioenen
In het verslag wordt vastgesteld dat het grootste deel van de ouderen
vrouwen zijn bijna 60% van mensen ouder dan 65 jaar en bijna tweederde
van mensen ouder dan 75. Door hun lagere arbeidsmarktparticipatie en
lagere inkomens hebben vrouwen gemiddeld veel lagere individuele
pensioenrechten opgebouwd dan mannen. Deze situatie zal waarschijnlijk
verbeteren naarmate meer vrouwen die langere loopbanen en hogere
inkomens hebben gehad, met pensioen gaan. Hoewel het een prioriteit
moet zijn de individuele pensioenrechten van vrouwen te verhogen door
een hogere arbeidsmarktdeelname te stimuleren en door de
inkomensverschillen tussen vrouwen en mannen weg te nemen, blijkt uit
de nationale strategieverslagen dat het nog lange tijd nodig zal zijn
de inkomenssituatie van oudere vrouwen te verbeteren, door hun
pensioenrechten toe te kennen voor perioden waarin zij kinderen
opvoedden en door middel van afgeleide uitkeringen
(nabestaandenpensioenen).
Achtergrond
Het door de Commissie goedgekeurde verslag zal eerst door de Raad
worden bestudeerd, voordat het als gezamenlijk verslag van de
Commissie en de Raad zal worden voorgelegd aan de Europese Raad die in
maart 2003 zal plaatsvinden.
Op de Europese Top van Laken in december 2001 is afgesproken dat de
lidstaten verslagen bij de Commissie zouden indienen, waarin zij
zouden toelichten hoe zij toekomstige generatie gepensioneerden
behoorlijke inkomens willen garanderen zonder de toekomstige
beroepsbevolking te zwaar onder druk te zetten. In deze 'nationale
strategieverslagen', die in september 2002 bij de Commissie zijn
ingediend, kwamen de volgende 11 afgesproken gemeenschappelijke
EU-doelstellingen met betrekking tot pensioenstelsels aan de orde:
Toereikendheid
Sociale uitsluiting van ouderen voorkomen;
Mensen in staat stellen hun levensstandaard te handhaven;
Solidariteit tussen de burgers en tussen de generaties bevorderen.
Betaalbaarheid op termijn van de pensioenstelsels
Het niveau van werkgelegenheid verhogen;
Werknemers stimuleren om langer te blijven werken;
Betaalbare pensioenen in een kader van verantwoorde openbare
financiën garanderen;
Uitkeringen en bijdragen dusdanig aanpassen dat de financiële
consequenties van de vergrijzing evenwichtig over de generaties
worden verdeeld;
Garanderen dat de particuliere pensioenvoorzieningen toereikend en
financieel verantwoord zijn.
Tegemoetkomen aan veranderende behoeften
Zich aanpassen aan flexibele vormen van werkgelegenheid en
loopbaanverloop;
Tegemoetkomen aan het streven naar een grotere gelijkheid tussen
vrouwen en mannen;
Pensioenstelsels doorzichtiger maken en aantonen dat zij in staat
zijn de toekomstige uitdagingen het hoofd te bieden.
De pensioenstelsels vallen onder de bevoegdheid van de lidstaten. Artikel 2 van het EG-Verdrag bepaalt echter dat het bevorderen van een hoog niveau van sociale bescherming tot de taken van de Gemeenschap behoort. Bovendien heeft de Europese Raad tijdens zijn vergadering in Lissabon op 23-24 maart 2000 besloten «de Groep op hoog niveau inzake sociale bescherming opdracht te geven om, rekening houdend met de werkzaamheden van het Comité voor de economische politiek , als eerste prioriteit, op basis van een mededeling van de Commissie een studie te verrichten naar de toekomstige ontwikkeling van de sociale bescherming, gezien op de langere termijn, met bijzondere aandacht voor de houdbaarheid van de pensioenstelsels binnen verschillende tijdsbestekken tot 2020 en daarna ». Onder verwijzing naar de noodzaak tot een modernisering van de sociale bescherming werd in de conclusies van Lissabon gesteld dat "deze uitdaging beter kan worden aangegaan als onderdeel van een gezamenlijke inspanning".
Voor de 'vaak gestelde vragen' (FAQ's= zie MEMO/02/298)
Zie voor het volledige verslag en de nationale strategieverslagen.
http://europa.eu.int/comm/employment_social/news/2002/dec/joint_pensio
ns_report_en.html
http://europa.eu.int/comm/employment_social/news/2002/dec/joint_pensio
ns_report_fr.html
http://europa.eu.int/comm/employment_social/news/2002/dec/joint_pensio
ns_report_de.html