CDA-Kamerlid weigert religieus dierenleed te stoppen
DEN HAAG, 20021217 -- Annie Schreijer-Pierik van het CDA vond het nodig om vragen te stellen over de jaarlijkse kerstactie van de Dierenbescherming. Onder het motto Zalig Kerstfeest... Maak 't niet te wild vraagt de Dierenbescherming via posters en kaarten aandacht voor de verborgen bio-industrie. De afbeelding van de heilige maagd Maria met een stervend konijn in haar armen wordt volgens Schreijer door sommige katholieken als kwetsend ervaren.
Zij vroeg de ministers van Justitie en van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij of met deze campagne de grenzen van het recht op vrije meningsuiting en de goede smaak worden overschreden. Zelf vindt ze kennelijk dat ze een zeer goede smaak heeft. Het slachten van wild is voor haar geen enkel probleem, zolang de heilige maagd Maria er maar niet mee geassocieerd wordt. Met kerst zet Schreijer een "lekkere haas" op tafel. Dat zei ze afgelopen zaterdag in het programma Kopspijkers, waar ze een modderfiguur sloeg in een discussie met een woordvoerder van de Dierenbescherming. Hij legde uit dat de campagne niet bedoeld is om te shockeren, maar om de andere kant van het serene Kerstfeest te laten zien. "Wild" wordt namelijk vaak onder erbarmelijke omstandigheden vetgemest.
In tegenstelling tot Schreijer, trekt Kamerlid Jeroen Dijsselbloem (PvdA) zich het dierenleed rond de Kerst wel aan en stelde minister Veerman van LNV vragen over het stropen van wild in natuurgebieden. Aanleiding hiervoor was een artikel in NRC Handelsblad dat boswachters en opzichters te weinig middelen hebben om adequaat op te treden tegen stropers die steeds agressiever te werk gaan. In totaal dienden Kamerleden afgelopen week bijna evenveel vragen in als vorige week; de PEX daalde met slechts 2,4 procent van 41 tot 40 punten.
Na Amsterdam heeft Den Haag nu ook zijn eigen officiële exchange index. In de vorm van de Parlementaire Exchange Index (PEX Index) wordt wekelijks bijgehouden hoeveel officiële Kamervragen er gesteld worden en aan wie. Het aantal punten geeft een indicatie van de bedrijvigheid in het parlement dan wel van de onduidelijkheden in het beleid. Naast het weektotaal wordt ook per minister bijgehouden hoeveel vragen hij voorgeschoteld krijgt.