Openbaar Ministerie

Deurwaarder komt langs bij niet betalen verkeersovertreding

Automobilisten die overwegen hun verkeersboete niet te betalen krijgen niet alleen een substantiële verhoging van het boetebedrag, maar lopen ook de kans dat ze een deurwaarder langs krijgen of dat hun rijbewijs of auto wordt ingevorderd. In het uiterste geval lopen zij de kans te worden gegijzeld; zij blijven dan in de cel zitten tot het bedrag, inclusief verhogingen, is betaald. Verhalen als zouden verkeersovertreders vaak vrijuit gaan, berusten op een fabel. Het artikel in een landelijk ochtendblad dat er een probleem is met het straffen van verkeersovertreders en dat verkeersboetes massaal niet worden betaald is dan ook een indianenverhaal.

Automobilisten die overwegen hun verkeersboete niet te betalen krijgen niet alleen een substantiële verhoging van het boetebedrag, maar lopen ook de kans dat ze een deurwaarder langs krijgen of dat hun rijbewijs of auto wordt ingevorderd. In het uiterste geval lopen zij de kans te worden "gegijzeld"; zij moeten dan - per overtreding - maximaal zeven dagen de cel in. De boete blijft dan overigens openstaan. De krant geeft haar lezers dus niet alleen verkeerde informatie, maar kan er ook de oorzaak van zijn dat mensen worden geconfronteerd met hogere kosten of een bezoek van de deurwaarder. Uit de meest recente cijfers van het Centraal Justitieel Incasssobureau (CJIB) blijkt dat 95,8 procent van de beschikkingen betaald wordt in het "acceptgiro-traject". Het deurwaarderstraject levert nog eens twee procent "betalers" op (97,8 procent). De eerste mogelijkheid in dit traject is het sanctiebedrag van de rekening van betrokkene af te halen. Dit kan zonder zijn toestemming; wel moeten de persoonsgegevens en het rekeningnummer van vorige boetes bij het CJIB bekend zijn. Als dit niet het geval is, gaat de zaak naar de deurwaarder die eventueel beslag kan leggen op de goederen van betrokkene. De uiterst kleine categorie die volhardt in de weigering te betalen, gaat het dwangmiddelentraject in, bestaande uit stap één, inname rijbewijs, stap twee, buitengebruikstelling voertuig en stap drie, gijzeling (let op: de boete is hiermee niet afgedaan!). In deze drie fasen wordt nog eens 0,6% van het totaal aantal boetes betaald (het inningspercentage nadert de 100%). Minder dan 1 procent komt uiteindelijk in het gijzelingstraject terecht. Dat betekent echter dat de boete gewoon blijft openstaan. Een soort uitstel van betaling dus voor de overtreder. Er is geen sprake van dat zij hun straf ontlopen.

Celcapaciteit uitgebreid
De foute berichtgeving over uitlatingen van procureur-generaal mr. D. Steenhuis komt voort uit een inleiding waarin hij nog eens de noodzaak onderschreef van de veiligheidsnota van de ministers Donner (Justitie) en Remkes (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties). In die nota wordt voorzien in een uitbreiding van de celcapaciteit. Door capaciteitstekorten bij zowel het gevangeniswezen als de reclassering wordt het steeds moeilijker om celstraffen ten uitvoer te leggen. Minister Donner van Justitie heeft voorgesteld spoed te zetten achter een aantal maatregelen om de capaciteitstekorten bij het gevangeniswezen het hoofd te bieden. Behalve meer cellen stelt hij ook voor bestaande wet- en regelgeving aan te passen. De maatregelen staan genoemd in de brief van de minister aan de Tweede Kamer van 9 december 2002. Het terugdringen van het cellentekort moet een oplossing vormen voor de al langer bekende problemen bij de tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen en vervangende hechtenis. Het gaat hier met name om cellen voor veroordeelden die van de rechter een (meestal korte) vrijheidsstraf opgelegd hebben gekregen, maar tot aan het vonnis niet in voorlopige hechtenis zaten. Verder gaat het om mensen die de boete die zij van de rechter opgelegd kregen niet betalen. Zij moeten in plaats daarvan een aantal dagen of weken "zitten". Capaciteitstekorten zijn er verder bij de reclassering, die onder meer is belast met het ten uitvoerleggen van taakstraffen. Ook dit probleem is al langer onderkend. In zijn brief van 16 oktober aan de Tweede Kamer stelt de minister van Justitie - behalve het tekort aan cellen - ook de taak- en werkstraffen aan de orde en doet hij voorstellen voor maatregelen ter modernisering van de sanctietoepassing.