Beveiliging Fortuyn: falen van overheid en politiek verantwoordelijken
Binnenlands bestuur
Thom de Graaf
17-12-2002 - De commissie Van der Haak legt genadeloos bloot, dat alle
betrokkenen bij de beveiliging van Pim Fortuyn hebben gefaald. D66
deelt die conclusie en is van mening dat dit met name de
overheidsinstanties is aan te rekenen.
De commissie Van der Haak legt genadeloos bloot, dat alle betrokkenen
bij de beveiliging van Pim Fortuyn hebben gefaald. D66 deelt die
conclusie en is van mening dat dit met name de overheidsinstanties is
aan te rekenen.
Pim Fortuyn zelf is onduidelijk geweest of hij wel of geen beveiliging
wilde. De LPF en Leefbaar Rotterdam hebben zijn beveiliging niet
serieus opgepakt. Overheidsorganisaties hebben het laten afweten.
Hoewel toenmalig minister Klaas de Vries op de avond van 6 mei 2002
stelde dat er een grondige dreigingsanalyse is gemaakt, moet op basis
van dit rapport de conclusie worden getrokken dat het van een serieuze
dreigingsanalyse nooit is gekomen.
Het onderzoek van de BVD kenschetst D66 als armoe troef. Ook bij de
andere overheidsinstanties liep het inwinnen van informatie niet of
niet goed, net als bij de uitwisseling daarvan tussen de verschillende
instellingen. D66-fractievoorzitter Thom de Graaf: "Opvallend is dat
minister de Vries weliswaar twee maal om een serieus onderzoek naar de
bedreigingen tegen Pim Fortuyn heeft gevraagd, maar dat deze er
desondanks nooit is gekomen. Het ministerie van Binnenlandse Zaken
heeft hier niet goed gefunctioneerd en De Vries is aan te rekenen dat
hij te terughoudend is geweest bij zijn aansturing op dit punt. Ook
heeft hij nooit initiatief getoond om met Fortuyn zelf in contact te
komen."
De Graaf vindt dat ook minister Korthals te passief is gebleven. Hij
heeft na de herhaalde oproep van Fortuyn over diens beveiliging geen
contact opgenomen met de Vries, noch met het College van
Procureurs-generaal om zich te informeren over strafbare bedreigingen
of om zelf actie te ondernemen.
Op basis van het rapport komt D66 tot de conclusie dat ministers de
Vries en Korthals en de overheidsinstanties, waarvoor zij
verantwoordelijkheid droegen, hebben gefaald. De Graaf: "Van hen had
een actievere houding mogen worden verwacht. Zouden beiden nog
minister zijn geweest, dan zou het vertrouwen in hen ernstig zijn
geschaad."
D66 vindt dat langs de lijnen die de commissie van den Haak aangeeft,
het stelsel van de persoonsbeveiliging grondig moet worden herzien om
soortgelijk falen in de toekomst te voorkomen. Ook wil De Graaf
opheldering over het afgeluisterde telefoongesprek tussen twee
dierenrecht-activisten op 7 januari 2002. Daarin zei één van hen zei
dat Pim Fortuyn dood moest, maar dit werd en wordt niet als een
serieus signaal ingeschat.