Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

DEN HAAG

Directie Veiligheidsbeleid

Nucleaire Aangelegenheden en Non-proliferatie

Bezuidenhoutseweg 67

2594 AC Den Haag

Datum

17 december 2002

Auteur

Peter Potman

Kenmerk

DVB/NN-447/02

Telefoon

070-3485555

Blad


1/2


Fax

070-3485684

Bijlage(n)

E-mail

peter.potman@minbuza.nl

Betreft

Irak

C.c.

Naar aanleiding van vragen van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken over het voorlopige regeringsstandpunt inzake het door Irak d.d. 7 december jl. aan de VN overhandigde wapendossier, wil ik u graag als volgt informeren.

Op 7 december jl. overhandigde Irak aan de Uitvoerend Voorzitter van UNMOVIC, Blix, en aan de Directeur-Generaal van het Internationaal Atoomagentschap (IAEA), El-Baradei, de declaratie van zijn programma inzake massavernietigingswapens. Deze was geëist in Veiligheidsraadsresolutie 1441.

UNMOVIC en IAEA zijn thans doende de declaratie te bestuderen. Verwacht wordt dat in de loop van deze week aan de leden van de Veiligheidsraad een versie van de declaratie ter hand zal worden gesteld, die geschoond is van proliferatiegevoelige informatie.

Daarnaast zal deze worden geschoond van informatie over bedrijven die volgens de Iraakse autoriteiten goederen aan Irak hebben geleverd. De voorzitter van de Veiligheidsraad heeft tevens besloten dat Uitvoerend Voorzitter Blix een exemplaar van de declaratie beschikbaar kon stellen aan de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad. Het is overigens een noviteit dat de Iraakse declaratie nu ook buiten de twee inspectie-organisaties bekend wordt gesteld. In het verleden werden Iraakse declaraties door UNSCOM en het IAEA geheim gehouden.

Of en in hoeverre de declaratie na verspreiding onder de leden van de Veiligheidsraad openbaar zal worden gemaakt is aan de Veiligheidsraad zelf om te besluiten. De Nederlandse regering heeft hierin geen inspraak. De Regering beschikt niet over de Iraakse declaratie en kan er dan ook geen oordeel over vellen. Bovendien is het in eerste instantie aan de Veiligheidsraad om een oordeel te vellen over de inhoud van de Iraakse declaratie en de vraag of er wel of niet sprake is van zogeheten material breach. Voor het verifiëren van de declaratie zijn UNMOVIC en het IAEA Action Team in het leven geroepen. De Regering vertrouwt erop dat het proces waartoe in VR-resolutie 1441 werd besloten, zal leiden tot een evenwichtige oordeelsvorming. Uitvoerend Voorzitter Blix heeft aangekondigd in de loop van deze week, mogelijk donderdag 19 december, de Veiligheidsraad een eerste, voorlopige analyse van de Iraakse declaratie te zullen verstrekken. Ook de IAEA zal naar verwachting in de loop van deze week een voorlopige analyse verstrekken aan de Veiligheidsraad over de nucleaire aspecten van de Iraakse declaratie. Uiteraard zal de Regering het verloop van de ontwikkelingen terzake nauwlettend volgen en de Kamer hiervan op de hoogte stellen.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Mr. J.G. de Hoop Scheffer

===