Prognose van geluidsoverlast windmolens veel te laag
De geluidsbelasting van een groot (30 MW) windmolenpark is
aanmerkelijk hoger dan in de prognose bij het ontwerp wordt voorspeld.
Dat blijkt uit een langdurig onderzoek van de Natuurkundewinkel van de
Rijksuniversiteit Groningen dat is uitgevoerd naar aanleiding van een
verkennend onderzoek vorig jaar. Het rapport met de definitieve
meetgegevens werd afgelopen week aangeboden aan de wethouder milieu
van Bellingwedde (Oost-Groningen), de gemeente waarin het onderzoek
werd gehouden. Het resultaat van het onderzoek geldt ook voor andere
windparken en is vooral van belang voor de nieuwste generatie van zeer
grote windturbines.
In verband met geluidoverlast wordt bij de bouw van een windmolenpark
altijd een prognose gemaakt van de geluidsbelasting van het park.
Uitgangspunt voor die prognose is de windsnelheid op een hoogte van 10
meter, de hoogte die ook het KNMI als standaard gebruikt. Met dat
gegeven berekent men hoe groot de windsnelheid op de ashoogte van de
windmolen zal zijn. In alle prognoses, ook internationaal, van
geluidsbelasting wordt aangenomen dat de windsnelheid altijd op
dezelfde wijze met de hoogte toeneemt. Hoewel in de meteorologie
bekend is dat die toename afhangt van de stabiliteit van de atmosfeer,
is die kennis nooit toegepast bij het voorspellen van de
geluidsbelasting van windturbines.
Ook in de Nederlandse regelgeving wordt uitgegaan van één enkel
verband tussen hoogte en windsnelheid, op grond waarvan een vast
verband wordt verondersteld tussen windsnelheid op
staandaardmeethoogte en geluidsproductie. Maar juist in de nacht, de
meest geluidsgevoelige periode, geldt dit verband vaak niet. Inwoners
van het buurtschap de Lethe (gemeente Bellingwedde) merkten dat de
geluidsoverlast van het over de Duitse grens gelegen windpark Rhede
toeneemt als 's avonds de wind gaat liggen. Op rustige zomeravonden
gaan de turbines harder draaien en produceren daarbij een laagtonig,
stampend geluid dat doet denken aan heien op afstand. De oorzaak van
die veel hogere geluidsbelasting 's nachts schuilt in de toename van
de windsnelheid met de hoogte. Bij dezelfde windsnelheid op de
standaardmeethoogte van 10 m, waait het 's nachts op ashoogte (98
meter) tot 2,6 keer zo hard als overdag. Het gevolg is dat de maximaal
toegestane geluidsbelasting in het gebied al wordt bereikt als het aan
de grond nog nauwelijks waait en de omgeving, afgezien van de
turbines, nog zeer stil is. In vergelijking met de situatie overdag
zijn 's nachts, bij dezelfde windsnelheid op standaardhoogte, de
geluidniveaus tot 18 dB hoger. Bovendien is het geluid pulserend, iets
waar in de progonoses geen rekening mee wordt gehouden. Het klinkt,
aldus een omwonende, als een trein zonder einde. Deze situatie waarin
de geluidsoverlast zich voordoet is niet uitzonderlijk. Gedurende
tenminste zeventig procent van de tijd is het geluidsniveau op 400 m
afstand van de dichtstbijzijnde turbine 's nachts hoger dan verwacht.
Op 1500 m afstand, waar het geluidsniveau uiteraard lager is en
stoorgeluiden van grotere invloed, is het geluid van het windpark
gedurende tenminste 38 procent van de tijd hoger dan verwacht. Wat de
omwonenden altijd al gezegd hebben, wordt nu ondersteund door metingen
die Groningse Natuurkundewinkel uitvoerde. Bij windstilte aan de grond
gaan de turbines juist harder draaien en meer geluid produceren. Het
onverwachte stampen wordt veroorzaakt doordat de meest nabije turbines
bijna synchroon draaien. Kleine pulsen in het geluid die ontstaan als
een wiek de mast passeert, vallen samen en vormen zo een grotere puls.
De pulsen volgen elkaar op in het tempo van ongeveer één per seconde:
het tempo waarin de wieken een mast passeren. Dit pulserende karakter
maakt het geluid extra onaangenaam. Volgens de Nederlandse regelgeving
(Besluit Voorzieningen Installaties Milieubeheer) hoeft, bij
vergunningverlening op meer dan 300 meter vanaf een windpark de
geluidsbelasting niet meer onderzocht te worden. Het blijkt echter dat
de grenswaarden volgens dat Besluit tot op afstanden tot één tot
anderhalve kilometer worden overschreden.
Het onderzoek heeft plaatsgevonden ten oosten van de buurtschap de
Lethe in de gemeente Bellingwedde. Net over de grens is in Duitsland
het windpark Rhede opgericht dat 17 windturbines omvat met een
ashoogte van 98 meter en een rotordiameter van 70 meter. De turbines
hebben een toerental dat toeneemt met de windsnelheid op ashoogte.
Bewoners op afstanden tot twee kilometer vinden de overlast van het
geluid dat de turbines produceren in de avond en nacht onaanvaardbaar
en hebben daarom aangedrongen op een onderzoek naar de feitelijke
geluidsbelasting, omdat naar hun idee de prognose ('aanvaardbaar')
niet juist kon zijn. Het onderzoek is uitgevoerd door langdurige,
onbemande metingen op twee locaties in het gebied en door aanvullende
handmetingen in het gebied en bij de windturbines zelf. Ook is het
geluidsniveau op meetpunten berekend en het berekeningsresultaat
vergeleken met de gemeten waarden. De uiteindelijke resultaten kunnen
worden vergeleken met de in Nederland en Duitsland geldende normen
voor de beoordeling van geluidshinder. Het geluid van het windpark is
eerder onderzocht door een Duits en Nederlands adviesbureau. In deze
eerdere rapportages is geen aandacht geschonken aan het feit dat de
atmosfeer 's nachts anders is dan overdag en dus ook niet aan de
consequenties daarvan voor de (geluids)productie van windturbines. De
aanvankelijk toegezegde medewerking van de beheerder van het windpark
is na aanvang van het onderzoek ingetrokken. Directe meetgegevens van
de turbines, zoals het toerental, ontbreken daarom of moeten uit de
eigen meetgegevens worden afgeleid. De geluidsbelasting rond
windturbines wordt in het algemeen berekend. Dit onderzoek is,
voorzover de opstellers bekend, het eerste waarin de feitelijke
geluidsbelasting van windturbines op grotere afstand wordt gemeten. Al
eerder was een rapport onder dezelfde (serie) titel uitgebracht met
daarin een verkennend onderzoek. In het nieuwe rapport worden de
eerste metingen door uitgebreidere metingen over een lange termijn
bevestigd.
Titel
Hoge molens vangen veel wind II - geluidsbelasting door windturbines
in de nacht
Auteurs
Frits van den Berg en Richard de Graaf
Uitgave
Natuurkundewinkel Rijksuniversiteit Groningen
Bestellen
Telefoon (050)363 48 67, e-mail: nawi@phys.rug.nl, Het wordt op
aanvraag gratis toegestuurd via een e-mail bericht of in een papieren
versie voor 7,50 euro
Informatie
Natuurkundewinkel, tel. (050)363 48 67,
www.phys.rug.nl/scienceshop.physics
Agenda
Afscheidsrede