Persbericht: 16 december 2002, no. 219
Eindrapport van de Raad voor de Transportveiligheid verschenen
Eerste reactie gemeente Eindhoven op rapport Herculesramp
De slotconclusie van het eindrapport van de Raad voor de
Transportveiligheid luidt dat de inzittenden van de verongelukte
Hercules in de gegeven omstandigheden niet eerder gered hadden kunnen
worden. Volgens de Raad voor de Transportveiligheid ontbrak het
systeem daarvoor.
Het rapport biedt veel inzichten in de kritische factoren die tot de
ramp hebben geleid in relatie tot de verschillende
verantwoordelijkheden van de betrokken instanties. Nationale en
internationale regelgeving, personeelscapaciteit en beschikbare
middelen zijn daar voorbeelden van.
De commissie onder leiding van mr. Pieter van Vollenhoven betreurt het
feit dat er nog weinig is veranderd sinds 1996. Betrokken partijen
zullen op basis van het rapport hun verantwoordelijkheid moeten nemen.
In het rapport staan aanbevelingen gericht aan het adres van de
ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninksrijksrelaties, Defensie
en Verkeer en Waterstaat. Deze betreffen herbezinning op
brandweercapaciteit van vliegvelden, aanscherpen van internationale
regelgeving en toetsing daarvan op specifieke situaties binnen
Nederland, stroomlijning van verantwoordelijkheden, verbetering van
samenwerking - ook regionaal, oefening en toezicht op de naleving van
wet- en regelgeving.
De verantwoordelijkheid die de gemeente Eindhoven eerder al heeft
genomen, is het verbeteren van het rampbestrijdingsplan voor de
vliegbasis en het grootschalig beoefenen daarvan. De Tweede Kamer is
nu aan zet om met een reactie te komen. De gemeente gaat er vanuit dat
na het verschijnen van dit rapport de aanbevelingen snel zullen worden
opgepakt.
Tot slot, de gemeente Eindhoven beseft dat ook het verschijnen van het
27ste rapport over de ramp het verdriet over het verlies niet zal
kunnen wegnemen.