CBS

Vaak zelfdoding onder jongere mannen

In 2001 zijn in Nederland bijna tienduizend personen vóór hun vijftigste overleden. Dit is zeven procent van het totaal aantal overledenen. Van de bijna zesduizend mannen die vóór hun vijftigste overleden, stierf een kwart aan niet-natuurlijke doodsoorzaken, vooral zelfdoding (595) en verkeersongevallen (479). Bij de vrouwen is dit aandeel twee keer zo laag. Van de vierduizend vrouwen die vóór hun vijftigste overleden, stierf een derde aan kanker. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.

Merendeel ouder dan 75 jaar
In 2001 zijn ruim 140 duizend mensen overleden, waarvan het merendeel op gevorderde leeftijd. Meer dan de helft van de overleden mannen en ruim twee derde van de vrouwen is ouder dan 75. Niettemin overlijden jaarlijks duizenden mensen op relatief jonge leeftijd. In 2001 ging het om bijna tienduizend mensen jonger dan vijftig jaar, gemiddeld 26 personen per dag.

Zesduizend mannen vóór hun vijftigste verjaardag overleden In 2001 overleden bijna zesduizend mannen vóór hun vijftigste verjaardag. Driekwart van hen overleed aan een ziekte, vooral kanker en hart- en vaatziekten. Een kwart kwam om het leven door een niet-natuurlijke doodsoorzaak, vooral zelfdoding en verkeersongevallen.

Vrouwen overlijden minder vaak aan niet-natuurlijke doodsoorzaak Het aantal vrouwen dat op relatief jonge leeftijd overlijdt, is lager dan het aantal mannen. Dit komt vooral doordat ze minder vaak door een niet-natuurlijke doodsoorzaak om het leven komen. Het aantal vrouwen dat overlijdt door zelfdoding is op jongere leeftijd minder dan de helft van het aantal mannen. Ook verongelukken veel minder vrouwen in het verkeer. Verder overlijden minder vrouwen op jongere leeftijd aan ziekten. Vooral de sterfte aan hart- en vaatziekten ligt lager dan bij mannen. Daar staat tegenover dat meer vrouwen op jongere leeftijd overlijden aan kanker, omdat borstkanker een relatief grote rol speelt. In 2001 overleden ruim vierhonderd vrouwen jonger dan vijftig aan borstkanker. Het aantal jongere vrouwen dat aan longkanker overlijdt, ligt even hoog als bij mannen.

Sterfte tussen 50 en 75 vaak door kanker
Van alle overleden mannen waren in 2001 vier op de tien tussen de 50 en 75 jaar. De belangrijkste doodsoorzaak in deze leeftijdsgroep is kanker. Bijna elfduizend mannen van deze leeftijd overleden aan kanker. Vooral longkanker eist een hoge tol. Na kanker komen hart- en vaatziekten op de tweede plaats. In 2001 overleden bijna negenduizend mannen tussen de 50 en 75 aan hart- en vaatziekten. In ruim drieduizend gevallen ging het om een acuut hartinfarct. Van de overleden vrouwen was een kwart tussen de 50 en 75 jaar. De belangrijkste oorzaak van voortijdig overlijden van vrouwen is kanker. Dit geldt voor bijna de helft van de vrouwen die tussen de 50 en 75 jaar overlijdt. Vooral borst- en longkanker komen vaak voor. Dat er op de leeftijden van 50 tot 75 jaar minder vrouwen overlijden dan mannen komt door de lagere frequentie van hart- en vaatziekten. Verder overlijden op deze leeftijd minder vrouwen aan longkanker. Dit laatste verschil wordt echter kleiner doordat vrouwen, in tegenstelling tot mannen, in de afgelopen decennia meer zijn gaan roken.

Sterfte op hogere leeftijd vaak door hart- en vaatziekten Van de 140 duizend mensen die in 2001 overleden, waren er 86 duizend 75 jaar of ouder. Hart- en vaatziekten zijn verreweg de belangrijkste doodsoorzaak op hogere leeftijd. Op de tweede plaats staat kanker. Bij de mannen is naast longkanker ook prostaatkanker een belangrijke doodsoorzaak op hogere leeftijd. Bij oudere vrouwen komt na borstkanker kanker van de dikke darm op de tweede plaats. Verder overlijden relatief veel ouderen aan longziekten, vooral CARA en longontsteking.

Technische toelichting
De hier gepresenteerde gegevens zijn afkomstig uit de Doodsoorzakenstatistiek. Deze wordt door het CBS samengesteld op basis van doodsoorzaakverklaringen die door artsen worden ingevuld. De cijfers hebben betrekking op personen die in de Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA) staan ingeschreven. Dit houdt onder meer in dat dodelijke verkeersongevallen van niet-ingezetenen die in Nederland hebben plaatsgevonden niet zijn meegeteld.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persdienst van het CBS. Tel. (070) 337 58 16 Fax (070) 337 59 71 E-mail: persdienst@cbs.nl

PB02-262
16 december 2002
9.30 uur
Centraal Bureau voor de Statistiek
Persbericht