Persbericht
Advieswaarden voor polychloorbifenylen in bodem en sediment ter bescherming
van ecosystemen
PCB's (polychloorbifenylen) in bodem of sediment kunnen gevaar
opleveren voor levensgemeenschappen van planten en dieren. Om deze
risico's te beheersen zijn ecotoxicologische advieswaarden nodig. Deze
waarden vormen de basis voor normstelling en daarmee voor beslissingen
over maatregelen bij bodemverontreiniging. Het RIVM heeft een nieuwe
methode ontwikkeld voor het afleiden van advieswaarden voor PCB's in
bodems en sedimenten. De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer vroeg de Gezondheidsraad deze nieuwe methode
te beoordelen. Vandaag brengt de raad rapport uit.
PCB's zijn chloorhoudende verbindingen die in het verleden veel werden
geproduceerd en toegepast, bijvoorbeeld in transformatoren.
Tegenwoordig is de productie in Nederland verboden. De verbindingen
komen echter nog veel in bodems en sedimenten voor, omdat ze in het
milieu moeilijk afbreekbaar zijn. Bovendien kunnen deze stoffen zich
ophopen in de voedselketen.
De methode van het RIVM bestaat uit drie stappen: omrekening van
laboratoriumgegevens naar de praktijk van vervuilde bodem, de
afleiding van advieswaarden voor de afzonderlijke PCB's en ten slotte
de afleiding van een advieswaarde voor een mengsel van dioxine-achtige
PCB's.
De Gezondheidsraad onderschrijft de belangrijkste uitgangspunten van
het RIVM bij de afleiding van advieswaarden voor PCB's in bodem en
sediment. Terecht streeft het instituut ernaar om onzekerheid in de
onderzoeksgegevens bij de afleiding te betrekken en om stoffen met een
zelfde werkingmechanisme die samen in het milieu voorkomen als
mengsels te beschouwen. Kritiek heeft de raad echter op de uitwerking
van de uitgangspunten. Deze doet onvoldoende recht aan de verschillen
in gevoeligheid tussen soorten organismen. Ook worden niet alle
relevante stoffen bij de afleiding van een mengseladvieswaarde
betrokken. Daarom vindt de raad de methode van het RIVM in zijn
huidige vorm niet bruikbaar.
De Gezondheidsraad raadt aan om advieswaarden te baseren op één of
enkele nauw verwante, gevoelige soorten. Vogels óf zoogdieren aan het
eind van de voedselketen komen hiervoor het meest in aanmerking. Een
advieswaarde voor een mengsel zou naast dioxine-achtige PCB's ook
dioxinen en furanen moeten omvatten. Deze stoffen hebben namelijk
hetzelfde werkingsmechanisme als dioxine-achtige PCB's en komen
eveneens in aanzienlijke hoeveelheden in Nederlandse bodems en
sedimenten voor.
Het advies is opgesteld door een commissie bestaande uit:
· prof. dr M van den Berg, hoogleraar milieutoxicologie; Institute for Risk Assessment Sciences, Utrecht, voorzitter · dr JJM Bedaux, statisticus; Vrije Universiteit, Amsterdam · dr AC Belfroid, ecotoxicoloog; Royal Haskoning, Rotterdam (tot 1-1-2002) · dr JP Boon, ecotoxicoloog; Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee; Den Burg · dr NW van den Brink, ecotoxicoloog; Alterra, Wageningen · dr N van der Hoeven, biostatisticus; Ecostat, Leiden · dr SM Schrap, milieuchemicus; Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling, Lelystad · dr MEJ van der Weiden, Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Den Haag, adviseur · dr HFG van Dijk, Gezondheidsraad, Den Haag, secretaris
Nadere inhoudelijke inlichtingen verstrekt de heer dr HFG van Dijk,
tel. (070) 340 7451, e-mail hfg.van.dijk@gr.nl.
16 december 2002