Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Slachtoffers legionella-epidemie Bovenkarspel

De Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

POG/ZP-2343223

16 december 2002

Hierbij ontvangt u een afschrift van mijn brief aan de Consumentenbond waarin deze mij verzocht om extra aandacht voor de slachtoffers van de legionella-epidemie in Bovenkarspel.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

drs. Clémence Ross-van Dorp

Geachte heer Cohen,

De Minister-President heeft mij verzocht de behandeling van uw brief d.d. 23 oktober 2002 over te nemen. Dit antwoord staat los van de momenteel lopende en door u aangespannen procedure over aansprakelijkheid. Uw verzoek heb ik dan ook geheel los hiervan beoordeeld. In uw schrijven aan de Minister-President verwijst u naar het Strategisch akkoord van het inmiddels demissionaire kabinet, waarin het kabinet aangeeft dat het een antwoord zal moeten geven op het geschokt vertrouwen in samenleving en overheid. U vraagt in dit verband om aandacht voor de slachtoffers van de legionella-besmetting in Bovenkarspel, door u legionella-ramp in Bovenkarspel genoemd.

Het Strategisch akkoord inzake geschokt vertrouwen in samenleving en overheid noemt de rampen in Enschede en Volendam. U geeft aan dat de slachtoffers van de legionella-epidemie dit zien als een bevestiging van hun indruk dat zij door de overheid worden vergeten. Zelf betrekt u in uw schrijven ook het Hulpfonds Gedupeerden Bijlmerramp.

Er zijn inmiddels meer gebeurtenissen geweest waarna voor getroffenen tegemoetkomingsregelingen in het leven zijn geroepen zoals bijvoorbeeld inzake de MKZ. Dat deze niet genoemd zijn in het strategisch akkoord wil niet zeggen dat de getroffenen van deze gebeurtenissen door de overheid zijn vergeten.

Voor ieder van de bovengenoemde gebeurtenissen, die niet allemaal officieel tot ramp zijn bestempeld, geldt dat het specifieke en unieke gebeurtenissen zijn. De met de gebeurtenis of ramp samenhangende tegemoetkomingsregelingen zijn op maat gemaakt en bevatten criteria die zijn ontwikkeld en afgestemd op de betreffende specifieke gebeurtenis. Verschillen tussen de regelingen zijn dus verklaarbaar. Door de complexiteit waar het om gaat is onderlinge vergelijkbaarheid moeilijk.

In uw schrijven heeft u het niet alleen over de tegemoetkomingsregelingen die na de diverse gebeurtenissen zijn ingevoerd.

Bij de Bijlmer heeft u het over tegemoetkomingen die verband hielden met door de ramp veroorzaakte zaakschade en over het Hulpfonds Gedupeerden Bijlmerramp. Voor de Vuurwerkramp in Enschede heeft u het over de twee regelingen die zijn ingevoerd en die uitdrukkelijk als tegemoetkoming zijn aangemerkt, als uiting van maatschappelijke solidariteit. Dit betreft tegemoetkomingen in de functionele invaliditeit en tegemoetkomingen in kostenregelingen. Aangaande de nieuwjaarsbrand in Volendam heeft u het ook over de reeks van maatregelen die ook in Enschede zijn getroffen, zoals inrichting van een informatie- en adviescentrum, psychosociale hulpverlening, waaronder ook begrepen kunnen worden ondersteuning in het onderwijs, geld bestemd voor onderzoek zoals naar de Brandwondenstichting is gegaan, etc. Het kabinet heeft de voorbereidingen hiervoor steeds in handen gegeven van een onafhankelijke commissie. In Enschede en Volendam was dit bijvoorbeeld de Commissie Financiële Afwikkeling I en II, waarbij Volendam geen commissie I kende. Beide commissies hebben geleid tot voorstellen aan het kabinet, dat vervolgens via de betreffende bewindslieden de gemeenten onafhankelijke stichtingen de uitvoering ter hand heeft laten nemen. Ieder van de stichtingen heeft binnen de marges van de voorwaarden om voor een tegemoetkomingsregeling in aanmerking te komen hiertoe voorwaarden/uitkeringsreglementen opgesteld aangaande periode van aanvragen, criteria voor toekenning, mogelijkheden van beroep en dergelijke. Veelal zijn deze opgesteld na kennisneming van andere regelingen.

Bij de legionella-epidemie heeft het kabinet besloten een financieel gebaar te maken als tegemoetkoming voor geleden immateriële schade naar de slachtoffers en de nabestaanden in de vorm van een éénmalige uitkering uit een fonds. Het uitkeringsreglement is opgesteld door de Stichting Fonds Slachtoffers Legionella-epidemie. Daarbij is nauw aangesloten bij de wijze waarop eerder een regeling voor slachtoffers van de Bijlmerramp was vormgegeven. Bovenstaande maakt wel duidelijk dat er ten behoeve van iedere gebeurtenis specifiek op die gebeurtenis betrekking hebbende acties zijn ondernomen, waarover veelal in kabinetsverband de finale besluitvorming heeft plaats gevonden.
Mijns inziens is door de Stichting Fonds Slachtoffers Legionella-epidemie op een zorgvuldige manier omgegaan met de bejegening van de slachtoffers. Ik heb van de Stichting begrepen dat zij geen signalen heeft ontvangen van een gevoel van willekeur bij de slachtoffers. De Stichting heeft zelf aangegeven dat de benadering door de cliënten positief is gewaardeerd en dat geen bejegenings- of behandelingsklachten zijn ontvangen. Totaal zijn door de Stichting 172 basisuitkeringen van f 4.000,--, 132 aanvullende uitkeringen van f 4.000,-- en 18 uitkeringen van f 10.000,-- aan nabestaanden toegekend. Bovenop de genoemde bedragen is aan alle belanghebbenden een aanvullend bedrag van f 1.750,-- toegekend.

Totaal zijn bij de Stichting Fonds Slachtoffers Legionella-epidemie 20 bezwaren ingediend waarvan er 17 gegrond zijn verklaard en er loopt nog 1 beroepsprocedure. Dit duidt mijns inziens niet op grote ontevredenheid bij de betrokkenen. Uw mening dat de overheid ten aanzien van de Legionella slachtoffers schromelijk tekort is geschoten deel ik op grond van het bovenstaande niet. Ik zal dan ook mijn besluit over het beschikbaar stellen van de hoeveelheid middelen voor het Fonds Slachtoffers Legionellaepidemie niet herzien.

Wel kan ik u mededelen dat de minister van BZK naar aanleiding van de vuurwerkramp in Enschede aan de Kamer heeft toegezegd een Commissie (Commissie Tegemoetkoming bij Rampen en Calamiteiten) te zullen instellen die voor de toekomst de problematiek van de schaderegelingen bij rampen en calamiteiten ten fundamente zal bezien. Hierdoor moet ook helder worden wat de burger wel en niet mag verwachten van de overheid in geval van een ramp of calamiteit.

Hoogachtend,

de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
drs. Clémence Ross-van Dorp

Slachtoffers legionella-epidemie Bovenkarspel 1. Slachtoffers legionella-epidemie Bovenkarspel
Kamerstuk, 16-12-2002

Om het kamerstuk op te halen: Zie het origineel http://www.minvws.nl/document...er=393&page=18903 .