LTO NEDERLAND
LTO: lessen leren uit dalende inkomens land- en tuinbouw
Doornbos: cijfers zijn signaal voor overheid en agribusiness LTO: lessen leren uit dalende inkomens land- en tuinbouw
Nederland kan het zich niet permitteren om met nationaal beleid voor
land- en tuinbouw uit de pas te blijven lopen met andere Europese
landen. Mede als gevolg van afwijkend beleid ten opzichte van andere
EU-landen en te weinig aandacht voor de concurrentiepositie van het
agrarisch bedrijfsleven, komt de van oudsher sterke positie van boeren
en tuinders op de internationale markt steeds verder onder druk te
staan. Meerdere partijen moeten derhalve lessen trekken uit de sterk
dalende inkomens in de agrarische sector.
Dit stelt LTO Nederland in een reactie op de inkomenscijfers over
2002, die het Landbouw Economisch Instituut vanmorgen bekend heeft
gemaakt. Al zijn de verschillen per sector en in dezelfde bedrijfstak
per onderneming groot, de gemiddelde inkomensdaling van 15% is volgens
LTO een niet mis te verstaan signaal voor de agribusiness en de
overheid. Volgens LTO-voorzitter Gerard Doornbos heeft de overheid de
land- en tuinbouw jarenlang verwaarloosd en nauwelijks meegeholpen aan
de noodzakelijke vernieuwing van de sector.
Fors gedaalde opbrengstprijzen van producten als aardappelen, melk,
varkensvlees, kippenvlees, champignons, granen en suikerbieten en
stijgende kosten zijn de belangrijkste oorzaken van de malaise op veel
bedrijven. Een aantal plantaardige sectoren steekt gunstig af bij het
sombere beeld, zoals de glastuinbouw (vooral de sierteelt), de
bollenteelt, de boomteelt en de groenteteelt in de openlucht, waarin
wel redelijk tot goed inkomens zijn verdiend.
De toenemende druk op de concurrentiepositie vraagt actie van meerdere
kanten. Het bedrijfsleven en vooral de agribusiness moet zelf meer
actie nemen om posities op internationale markten te versterken,
hetgeen een nauwere samenwerking vraagt tussen de primaire sector en
de agribusiness.
De overheid zal op haar beurt moeten inzetten op lastenverlichting en
zodanige randvoorwaarden, dat agrarische ondernemers een redelijk
inkomen kunnen behalen. LTO meent dat het nieuwe kabinet straks
substantiële aanzetten moet geven voor een kentering, zodat
ondernemers nieuw perspectief krijgen. 'Dat betekent investeren in
innovatie, kwaliteitsverbetering en vernieuwing. Er staat veel meer op
het spel, want ook de kwaliteit van het Nederlandse platteland komt in
de knel', waarschuwt Doornbos.
LTO maakt zich grote zorgen over tal van bedrijven, waarvan de
financiële positie over een reeks van jaren is uitgehold. Daarom komen
de zwaar tegenvallende cijfers van dit jaar extra hard aan in sectoren
als de varkenshouderij, de akkerbouw en de glasgroenteteelt. In de
pluimveehouderij hebben de vleeskuikenhouders te maken met een
dramatische inkomensachteruitgang, die ook hún vermogenspositie sterk
aantast.
Extra aandacht is volgens LTO nodig voor het snel teruglopend aantal
bedrijven in enkele sectoren. De daling is over de hele linie ruim 3%,
maar was in de melkveehouderij en de varkenshouderij het afgelopen
jaar respectievelijk 6 en 7 procent. Er zijn nieuwe initiatieven nodig
met als doel de mogelijkheden voor bedrijfsovername te verbeteren. Het
aantal jongeren dat in ons land serieus denkt over overname van een
agrarisch bedrijf ligt in Nederland zeer laag in vergelijking met
andere EU-landen.
16 dec 02 13:06