Samenwerkende Commerciële Radiostations
Persbericht
Amsterdam, 13 december 2002
.
De overheid is voornemens om de frequenties voor de commerciële radio te verdelen middels een vergelijkende toets. Door het hanteren van subjectieve en niet kwantificeerbare criteria krijgt het Ministerie van OC en W de vrije hand om naar eigen oordeel commerciële stations toe te laten en uit te sluiten. Hetzelfde ministerie is verantwoordelijk voor de publieke radio. Door het hanteren van subjectieve criteria wordt het ministerie in staat gesteld om de publieke radio verder te beschermen en de reeds bestaande oneerlijke concurrentie te versterken.
Het strategisch akkoord van het Kabinet Balkenende bepaalt dat de frequenties voor de commerciële radio worden toegewezen "op basis van een vergelijkende toets aan de hand van objectieve criteria". Door het hanteren van subjectieve criteria handelt het kabinet in strijd met het strategisch akkoord hetgeen gezien de huidige demissionaire status onaanvaardbaar is.
Verkapte veiling
Om mee te dingen naar frequenties dienen gegadigden een bedrijfsplan in te
dienen dat onder regie van het Ministerie van OC en W wordt beoordeeld. Het
kabinet schrijft hierover dat het "bedrijfsplan bij aanbieders voor de
ongeclausuleerde kavels niet zodanig onderscheidend zal zijn dat het
doorslaggevend is voor de keuze voor één aanbieder. In die gevallen geeft
het bod de doorslag". Dit betekent dat het Ministerie van OC en W, tevens
verantwoordelijk voor de publieke radio, op basis van subjectieve criteria
bedrijfsplannen als gelijkwaardig kan beoordelen. Het bod geeft dan de
doorslag, hetgeen betekent dat feitelijk sprake is van een veiling en niet
van een vergelijkende toets. Het bod bestaat uit een eenmalige bieding (in
een gesloten enveloppe, oftewel "sealed bid"), waardoor partijen worden
gedwongen om bedragen te bieden die een verdere oneerlijke concurrentie met
de publieke radio tot gevolg zal hebben en een gezonde bedrijfsvoering
onmogelijk maakt.
In strijd met het strategisch akkoord heeft het kabinet hiermee derhalve
gekozen voor de slechts denkbare variant van een veiling waaraan uitsluitend
gegadigden mogen meedoen die op basis van te manipuleren criteria door het
Ministerie van OC en W worden toegelaten. Hiermee wordt de branche grote
schade toegebracht. Deze branche bestaat uit tientallen landelijke en
niet-landelijke radiostations en een aantal potentiële nieuwkomers, waar
direct ruim 1.400 personen werkzaam zijn en meer dan 12 miljoen Nederlanders
wekelijks naar luisteren.
Opgebouwde belangen genegeerd
Bovendien gaat de overheid voorbij aan jurisprudentie (College voor Beroep
van het Bedrijfsleven) waarin is bepaald dat bij de verdeling van schaarse
middelen zoals radiofrequenties rekening dient te worden gehouden met door
bestaande partijen opgebouwde belangen.
De voorzitter van de belangenvereniging de Samenwerkende Commerciële
Radiostations, Robin Linschoten: "Al meer dan tien jaar is deze branche
onderworpen aan de willekeur van de overheid en met name het Ministerie van
OC en W. Bij een vergelijkende toets dienen criteria gebaseerd op in het
verleden bewezen ervaring en kennis een belangrijke rol te spelen. Ook
nieuwkomers kunnen zich daarmee kwalificeren. Dergelijke kwantificeerbare en
objectieve criteria dienen te worden getoetst door een onafhankelijke
instantie. Hiermee moet worden voorkomen dat de verdeling uitdraait op een
slechte variant van een veiling waarbij het Ministerie van OC en W de vrije
hand krijgt om te bepalen wie daaraan mee mag doen".
Commerciële radiostations opgezadeld met publieke taak
Het kabinet heeft tevens aangegeven twee extra geclausuleerde landelijke
kavels in het leven te roepen, namelijk afwijkende populaire muziekzenders,
"die zich niet alleen richten op het uitzenden van hits en top-40 werk".
Kortom programma's die, voor zover door het publiek gewenst, behoren tot de
taak van de publieke radio. Door commerciële stations te dwingen dergelijke
minder commerciële programma's uit te zenden wordt de concurrentiepositie
van de publieke radio verder beschermd. Dergelijke eisen worden niet gesteld
aan Radio 2 en 3, die samen met de andere publieke radiostations ongeveer
50% van de reclamegelden uit de markt halen, en daarnaast ook nog met
gemeenschapsgelden worden gefinancierd. Linschoten: "Deze en andere
uitwassen van oneerlijke concurrentie heeft de SCR inmiddels aanhangig
gemaakt bij de Europese Commissie. Dit geldt tevens voor het feit dat
uitsluitend de publieke radio een landelijke dekking heeft. Ook na de
komende herverdeling hebben commerciële radiostations een beperkte
landelijke dekking".
---
---
---
---
Noot voor de redactie (