Vlaamse overheid

Op voorstel van Vlaams minister van Cultuur Paul VAN GREMBERGEN heeft de Vlaamse regering een beleidsnota goedgekeurd voor duurzame culturele initiatieven in de provincie Limburg. Voor de uitvoering daarvan werd een budgettaire enveloppe goedgekeurd van 2,5 miljoen euro gedurende drie jaar, evenals een reglement dat vaststelt aan welke voorwaarden projecten moeten voldoen om voor betoelaging in aanmerking te komen.

De culturele ontwikkeling van een gebied wordt gekenmerkt door een aantal duidelijke factoren. Die hebben onder andere te maken met de mate van (groot)stedelijkheid. Feiten tonen aan dat de provincie Limburg vandaag inzake culturele infrastructuur op een aantal domeinen minder goed is uitgerust dan andere provincies. Met slechts één gesubsidieerd kunstencentrum en één festival eindigt Limburg ver onder het provinciale gemiddelde.

In het beleidsveld van het roerend en immaterieel erfgoed is de situatie minder precair. Van de 36 erkende musea in Vlaanderen en Brussel zijn er 5 in Limburg, tegenover 10 in West-Vlaanderen, 3 in Vlaams-Brabant, 11 in Oost- Vlaanderen en 5 in Antwerpen.

In het beleidsveld van de cultuurspreiding en het sociaal-cultureel werk is Limburg evenwichtig aanwezig. Het openbaar bibliotheekwerk is er goed ontwikkeld en verspreid over alle gemeenten. Limburg beschikt over een volwaardig netwerk van cultuurcentra, het verenigings- leven gedijt er goed. Op dit terrein zijn er geen geografische verschillen.

De voorbije jaren zijn er in Vlaanderen tal van evenementen met internationale uitstraling geweest. In de regio Limburg zijn het voorbije decennium geen gelijkaardige topevenementen georganiseerd of ondersteund.

De bovenvermelde cijfers tonen aan dat een inhaalbeweging noodzakelijk is voor de provincie Limburg. Het geven van duidelijke impulsen is aangewezen om deze inhaalbeweging op gang te brengen en te stimuleren.

Als stimulans wordt voor de regio Limburg gedurende een periode van drie jaar een extra enveloppe vrijgemaakt. Daarvoor zijn er een beleidsnota en een reglement opgemaakt, die vandaag door de Vlaamse regering werden goedgekeurd. De teksten worden ook nog voorgelegd aan de raad voor Cultuur.

De beleidsnota richt zich vooral op de noden op het terrein inzake de artistieke creatie en productie, in het bijzonder wat de hedendaagse beeldende kunst en de podiumkunsten betreffen. Maar even goed zijn er mogelijkheden voorzien op het vlak van het cultureel erfgoed. De impuls-enveloppe kan echter niet worden aangesproken voor infrastructuurprojecten, alleen voor werking.

Elk via dit plan opgezet nieuw of vernieuwend initiatief moet op middellange termijn kunnen doorgroeien, tot het een normale plaats opneemt of subsidie verwerft via de culturele decreten, of selfsupporting wordt.

Globaal wordt gestreefd naar de selectie van projecten van een hoogstaande kwaliteit. Het moet daarenboven gaan om nieuwe projecten of initiatieven of om een grondige aanpassing of uitbreiding van een bestaand initiatief.

Er wordt een beperkt aantal grote 'kaderprojecten' geselecteerd, met daarnaast de mogelijkheid voor kleinere aansluitende projecten volgens het netwerkprincipe. Over de diverse geselecteerde projecten heen dient er een diversiteit aan doelpubliek te blijken.

De selectie van te betoelagen projecten zal gebeuren op basis van een advies van een adviescommissie van experten. Op voorstel van de Vlaamse minister van Cultuur, zal de Vlaamse regering zich uitspreken over de finale selectie van te betoelagen projecten, over de toegekende jaarbudgetten en de subsidieduur. De subsiedieduur bedraagt maximaal drie jaar.

persinfo : Koen Jongbloet, woordvoerder van minister Van Grembergen - tel 02 553 23 11 e-mail: persdienst.vangrembergen@vlaanderen.be
---