Instromers in de WAO
In 2000 zijn 97 duizend personen ingestroomd in de WAO. Dit betekent dat gemiddeld 15 van de 1 000 voor de WAO verzekerde werknemers arbeidsongeschikt zijn geworden. Zo blijkt uit cijfers van het CBS. De instroom van vrouwen ligt boven het gemiddelde. Ook ouderen, personen met een hoog loon en personen van Turkse of Marokkaanse herkomst hebben een grotere kans om arbeidsongeschikt te worden. Bedrijfstakken met een bovengemiddeld WAO-risico zijn: schoonmaakbedrijven, sociale werkplaatsen, verpleeg- en bejaardentehuizen en uitzendbureaus.
Vrouwen lopen meer risico dan mannen
Vrouwen lopen een groter risico om arbeidsongeschikt te worden dan mannen. In 2000 zijn 20 van de 1 000 voor de WAO verzekerde vrouwen in de WAO beland. Bij de verzekerde mannen gold dat voor 12 op de 1 000. Hoewel mannen vaker betaald werk verrichten dan vrouwen, zijn in 2000 meer vrouwen dan mannen ingestroomd in de WAO.
Risico neemt toe met leeftijd
De kans op arbeidsongeschiktheid neemt sterk toe met de leeftijd. In 2000 zijn 5 van de 1 000 verzekerden in de leeftijdsgroep van 15 tot en met 24 jaar in de WAO terechtgekomen. Dit aantal loopt in de leeftijdsgroep van 55 tot en met 64 jaar op tot 26 van de 1 000 verzekerden.
Ook het hebben van kinderen maakt verschil
Alleenstaande ouders lopen met een kans van 33 op de 1 000 het grootste risico om arbeidsongeschikt te worden. Partners met kinderen hebben gemiddeld evenveel kans om in de WAO te komen als partners zonder kinderen. Partners met kinderen komen echter vaker op jongere leeftijd in de WAO terecht en partners zonder kinderen vaker op latere leeftijd.
Meer Marokkanen en Turken
Gemiddeld komen 14 van elke 1 000 werkende autochtonen in de WAO terecht. Westerse allochtonen en Surinamers hebben een enigszins verhoogd instroomrisico. Voor Marokkanen en Turken zijn de instroomkansen met respectievelijk 36 op de 1 000 en 47 op de 1 000 aanzienlijk hoger. De instroomkans voor Antillianen en Arubanen en voor de groep overige niet-westerse allochtonen verschilt nauwelijks van die van autochtonen.
Schoonmakers hebben een verhoogd WAO-risico
Van 85 duizend van de 97 duizend ingestroomde WAO'ers kon eenduidig worden vastgesteld welke baan zij hadden één jaar voor het ingaan van het recht op WAO. Hiervan zijn 14 op de 1 000 ingestroomd. Werknemers van schoonmaakbedrijven, sociale werkplaatsen en uitzendbureaus hebben de hoogste instroomkansen. Absoluut gezien leverden de zakelijke dienstverlening, de gezondheids- en welzijnszorg en de industrie de meeste nieuwe WAO'ers. Dit geeft echter een vertekend beeld, omdat dit tevens de bedrijfstakken zijn met het grootste aantal werknemers. Vanuit de industrie stroomden 15 op de 1 000 verzekerde werknemers in. Dit is nauwelijks hoger dan het landelijk gemiddelde. Als de sociale werkplaatsen buiten beschouwing worden gelaten, komt de industrie precies uit op het landelijk gemiddelde. Ook de bouw kent geen verhoogd risico.
Veel WAO'ers uit de gezondheidszorg
De instroom vanuit de gezondheidszorg is niet alleen absoluut maar ook relatief gezien hoog. In 2000 belandden 19 van de 1 000 verzekerden in de WAO. Dit is vooral toe te schrijven aan de verpleeg- en bejaardentehuizen.
Grote bedrijven hebben een groter WAO-risico
Personeel in bedrijven van 100 of meer werknemers heeft met 15 op de 1 000 een grotere kans om in de WAO terecht te komen dan werknemers uit het midden- en kleinbedrijf. Uit het kleinbedrijf (1 tot 9 werknemers) zijn 10 van de 1 000 werknemers ingestroomd in de WAO.
Meer instroom vanuit hoogste loonklasse
Personen met een dagloon van meer dan 125 euro zijn sterk oververtegenwoordigd in de WAO-instroom. Zowel het loon als het risico op arbeidsongeschiktheid neemt echter met de leeftijd toe.
Technische toelichting
Vandaag verschijnt het rapport Wie komen in de WAO? Het onderzoek is uitgevoerd door het Centrum voor Beleidsstatistiek van het CBS in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De uitkomsten zijn samengesteld door de gegevens van de in 2000 voor het eerst in de registraties opgenomen uitkeringen WAO te combineren met de gegevens uit de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) en de banenbestanden 1998 en 1999, zoals die zijn ontwikkeld in het kader van het Sociaal Statistisch Bestand (SSB).
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persdienst van het CBS. Tel. (070) 337 58 16 Fax (070) 337 59 71 E-mail: persdienst@cbs.nl
PB02-257
13 december 2002
9.30 uur
Centraal Bureau voor de Statistiek
Persbericht