HBO-Raad

verschenen op: 12-12-2002

Opleidingen commerciële economie en small business gevisiteerd

De opleidingen Commerciële Economie (CE) en Small Business & Retail Management (SB&RM) in Nederland hebben sinds de vorige visitatie in 1996 veel vooruitgang geboekt op onderwijsinhoudelijk en onderwijskundig terrein. Positief is ook dat de opleidingen de weg richting competentiegericht onderwijs zijn ingeslagen. Op de terreinen kwaliteitszorg en personeelsbeleid dienen de opleidingen zich echter nog verder te verbeteren.

Dit zijn de belangrijkste conclusies van de visitatiecommissie CE en SB&RM in haar eindrapport Een veelbelovend product. De voorzitter van de visitatiecommissie CE en SB&RM, prof. drs. J. Bunt, overhandigt op 12 december 2002 het eindrapport aan prof. dr. F. Leijnse, de voorzitter van de HBO-raad. De visitatiecommissie heeft de kwaliteit beoordeeld van 24 CE-opleidingen en 4 opleidingen SB&RM.

De visitatiecommissie vindt het veelbelovend dat vrijwel alle opleidingen hebben besloten hun onderwijs competentiegericht op te zetten. In haar rapport beveelt zij de opleidingen CE en SB&RM aan om de landelijk overeengekomen competenties daarvoor als uitgangspunt te nemen. De competenties moeten volgens de commissie wel verder uitgewerkt en aangevuld worden. Belangrijk aandachtspunt hierbij is de kenniscomponent. Die verdient volgens de commissie versterking.

De commissie heeft geconstateerd dat in het CE-onderwijs veel aandacht uitgaat naar (markt-)onderzoek en diagnose. Zij vindt dat positief, maar adviseert de opleidingen om de andere fasen in het managementproces niet over het hoofd te zien. CE is een management-opleiding. Daarom dient in de opdrachten die de studenten tijdens hun opleiding uitvoeren ook veel aandacht uit te gaan naar besluit- en beleidsvorming, implementatie van nieuw beleid en berekening van de kosten van deze processen.

De commissie concludeert dat de voltijdse en de duale varianten de meeste ontwikkelingen hebben doorgemaakt. In tegenstelling tot de deeltijdse variant, die nog erg veel lijkt op de opleiding tijdens de vorige visitatie. Een uitzondering maakt de commissie voor de deeltijdvariant CE-Compact, die enkele jaren geleden in vijf hogescholen is ingevoerd. De eerste resultaten van deze CE-Compact variant zijn veelbelovend. De studenten die deze variant volgen verwerven een deel van de competenties via hun eigen werkplek. De commissie adviseert de opleidingen om het reguliere deeltijd onderwijs meer te laten profiteren van de verworvenheden van CE-Compact en van het voltijdse onderwijs.

De commissie oordeelt positief over de wijze waarop de opleidingen hun studenten begeleiden. De meeste opleidingen letten bij de begeleiding niet louter op problemen. Zij besteden tijdens de begeleiding ook aandacht aan de competentie-ontwikkeling van de student. Zij maken daarbij gebruik van leerportfolios en persoonlijke ontwikkelingsplannen van studenten.
Gunstig volgens de commissie is de wijze waarop de opleidingen aankomende studenten voorlichten over de studie en het beroep. Ook de aanpak van aansluitingsproblemen is goed.

Het viel de commissie op dat vrijwel alle opleidingen intensieve contacten met het werkveld onderhouden. Deze contacten zijn breed gespreid en op meerdere doelen gericht. Dat is positief. De commissie adviseert de opleidingen er op toe te zien dat de kennis die deze contacten opleveren niet verloren gaat. Zij beveelt de opleidingen daarom aan een procedure te ontwerpen waarmee de extern verworven kennis in het curriculum kan worden ingebracht en ten goede komt van de studenten. Hetzelfde advies is volgens de commissie ook van toepassing op de wetenschappelijke oriëntatie van de opleidingen.

Hoewel de meeste hogescholen de laatste jaren grote veranderingen in de organisatiestructuur hebben aangebracht, sluit het personeelsbeleid daar vaak nog niet bij aan. Er worden functioneringsgesprekken gevoerd, maar deze hebben nog te weinig een toekomstgericht karakter. Integrale personeelsplannen en scholingsplannen ontbreken in de meeste gevallen. De commissie beveelt de opleidingen aan in het personeelsbeleid meer aandacht te besteden aan persoonlijke ontwikkelingsplannen, intervisie en coaching. Ook het kwaliteitszorgsysteem is bij veel opleidingen nog in ontwikkeling. Weliswaar hebben alom onderwijsevaluaties plaats en worden tevredenheidsonderzoeken gehouden, een systematische aanpak ontbreekt veelal.

Tot slot adviseert de commissie de opleidingen CE en SB&RM meer met elkaar samen te werken. In hogescholen en landelijk. De curricula van de opleidingen vertonen veel overeenkomsten. Bovendien zijn de meeste doelen die de opleidingen stellen gelijkluidend. De hogescholen hebben volgens de commissie erg veel baat bij samenwerking.

De commissie wenst de opleidingen CE en SB&RM een goede toekomst toe. Die is volgens haar veelbelovend.