Ingezonden persbericht


Steeds dikker door vetarme voeding

Gendringen - 11 december 2002. De epidemie van vetzucht waar de Raad voor de Volksgezondheid en de Zorg (RVZ) vandaag voor heeft gewaarschuwd, is voor een belangrijk deel te wijten aan twintig jaar verkeerde voedingsvoorlichting door de overheid. Dat concludeert het tijdschrift Ortho in haar december-nummer dat deze week verschijnt. Op advies van het door de overheid gesubsidieerde Voedingscentrum is de Nederlander de afgelopen jaren beduidend minder vet gaan eten, maar hij is desondanks dikker geworden. Vet eten kan daar dus niet de oorzaak van zijn.

De campagnes die overheden in westerse landen al twintig jaar voeren teneinde de bevolking minder vet te laten eten, blijken nauwelijks op wetenschappelijk bewijs tegen vet te zijn gebaseerd. Wetenschappers hebben geprotesteerd tegen de anti-vet-campagnes, maar er werd niet geluisterd. Wageningen University onderzoeker prof. Martijn Katan in Ortho: "Voorlichters wilden zo graag de mensen iets meegeven Maar we hadden eigenlijk niks tegen vetzucht of kanker, en toen heeft men in arrenmoede maar gegrepen naar laag vet, dat leek er toch wel op. Ik denk dat er eerder mensen zoals ik heel hard hadden moeten roepen van: dit deugt niet".

De Amerikaanse onderzoeker Walter Willett van Harvard University leidde de afgelopen decennia grootschalige epidemiologische studies naar het verband tussen voeding en gezondheid. Zijn totale onderzoekspopulatie beslaat 300.000 mensen. Deze autoriteit zegt nu: "De fixatie op de negatieve effecten van vet kan hebben bijgedragen aan de epidemie van overgewicht".

Het is illustratief dat de bevolking van Finland en de bevolking van Kreta beiden veertig procent van hun energie halen uit vet. Toch is de sterfte aan hart- en vaatziekten onder de Finnen de hoogste in Europa en onder de Kretenzers de laagste. De verklaring zit hem dus niet in de totale hoeveelheid vet die men consumeert, want die is gelijk, maar in de soort vetten. De Finnen eten veel ongezonde verzadigde vetten, de Kretenzers veel olijfolie.

De eet-minder-vet campagne van het Voedingscentrum heeft volgens Ortho een aantal negatieve gevolgen. Mensen gaan hierdoor meer producten eten op basis van meel en suiker (koolhydraten) en die kunnen net zo dikmakend zijn. Producten op basis van veel koolhydraten stimuleren de honger immers, terwijl producten op basis van vet eerder een verzadigd gevoel geven. Vetarme producten suggereren dat men er maar op los kan eten, maar calorieën blijven calorieën.

Daarnaast leidt de aandacht voor vet in het algemeen ('totaal-vet') de aandacht af van het feit dat er hele slechte vetten (verzadigde: boter, kaas, vet vlees) zijn en hele goede (olie). Van de eerste soort zouden we veel minder moeten eten, van de tweede meer. Vervanging van nuttige vetten, zoals bijvoorbeeld olie in slasauzen, kan bovendien bijdragen aan een tekort van kankerbestrijdende vitamines. Zo kan vetarm ook nog kanker-stimulerend zijn.