---

Brieven aan de Kamer
---

Oprichting van de Stichting Het Veteraneninstituut

11-12-2002

Inleiding In mijn brief van 8 november 2002 nr P/2002006652 heb ik de Kamer onder meer geïnformeerd over de verbetering van de samenwerkingsvorm binnen het Veteraneninstituut door de oprichting van een nieuwe stichting. Met deze brief meld ik de Kamer, overeenkomstig artikel 29 van de Comptabiliteitswet, mijn voornemen tot oprichting van de Stichting het Veteraneninstituut. De conceptstatuten van deze stichting -in oprichting- zijn bij deze brief gevoegd.

De aanleiding Een gericht onderzoek naar de toekomstige ontwikkelingen in de zorgbehoefte van veteranen en hun gezinsleden in de periode van maart 1996 tot mei 1997 resulteerde in het rapport van de Commissie-Tiesinga I (1997). In de aanbevelingen kregen vooral de gestructureerde verlening van (immateriële) nazorg en de bevordering van maatschappelijke erkenning veel aandacht. Dit heeft geleid tot de Veteranenbrief (Kamerstuk II 1997-1998, 21490, nr. 21) en de oprichting van het Veteraneninstituut in 1999 (officiële opening op 10 mei 2000 door de Minister President).

In het huidige Veteraneninstituut werken de volgende partijen samen: de Stichting Dienstverlening Veteranen (SDV), de Stichting Veteranen Platform (VP), de Bond van Nederlandse militaire oorlogs- en dienstslachtoffers (BNMO), de Stichting BNMO-Centrum en het Ministerie van Defensie. Zij zijn op één locatie in Doorn ondergebracht en functioneren onder een Koepelbestuur waarin alle partijen zijn vertegenwoordigd. Deze publiek-private samenwerking is vastgelegd in een uitwerkingsconvenant.

Hoewel het Veteraneninstituut uitstekende diensten levert en voor de veteraan een herkenbaar aanspreekpunt vormt, is de gekozen samenwerkingsvorm bestuurlijk gezien voor verbetering vatbaar. De betrokken partijen zijn overeengekomen de samenwerkingsvorm verder te integreren en om te vormen tot een juridisch zelfstandige stichting. Hierdoor ontstaat een duidelijkere en meer transparante situatie, zowel op bestuurlijk als financieel gebied.

De nieuwe bestuursstructuur De nieuw op te richten stichting betreft de samenvoeging van de SDV, het Kennis- en Onderzoekscentrum (KOC) en de Defensiecel. Deze stichting zal nauw samenwerken met het BNMO en het BNMO-Centrum, de partners op het gebied van de zorg aan veteranen. Voor de veteraan blijft er één aanspreekpunt. Een Raad van Bestuur zal sturing geven aan het Veteraneninstituut en is verantwoordelijk voor een doeltreffende en doelmatige taakuitvoering. Hoewel de Raad van Bestuur geen formele zeggenschap heeft over de BNMO en het BNMO-Centrum, dit zijn immers autonome organisaties, strekt haar verantwoordelijkheid zich uit tot de producten van het gehele Veteraneninstituut. Om die reden zijn de voorzitters van de BNMO en het BNMO-Centrum lid van de Raad van Bestuur.

De Raad zal bestaan uit minimaal 7 en maximaal 9 leden. De heer Zijlstra wordt de voorzitter. Verder zullen in de Raad plaats nemen de heer Ch. P. Vermeulen (Dutchbat veteraan), de heer drs. A.P.M. Hogeboom, de heer mr. H.J.F. Reeringh (burgemeester van de gemeente Doorn), prof. dr. J.N. Schreuder , de heer mr H.J. Visser (commodore b.d. Klu), de heer L.H.A.M. Timmermans (Vz BNMO) en de heer A.G.C. Kok (Vz BNMO-Centrum). De uitvoering van de dagelijkse werkzaamheden zal worden ondergebracht bij een directeur.

De rol van de Stichting Veteranen Platform, als representant en belangenbehartiger van alle veteranen, zal meer adviserend van aard worden. De Directeur Plannen en Beleidsontwikkeling van het Ministerie van Defensie zal als adviseur van de Raad optreden.

Middelen Het Ministerie van Defensie zal subsidie verstrekken aan de nieuwe Stichting ter uitvoering van het veteranenbeleid. Hierover wordt overleg gevoerd met de Algemene Rekenkamer en het Ministerie van Financiën. Het volume van deze subsidie zal niet afwijken van het bedrag wat tot nu toe is besteed aan de intensivering van het veteranenbeleid en de subsidies die nu worden verleend aan de betreffende stichtingen.

DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Nieuws Ministerie van Defensie