Gezamenlijk persbericht van:
* Sector Veiligheid, Regio Noord- en Midden-Limburg
* Gemeente Roermond
* COT Instituut voor Veiligheid en Crisismanagement
Roermond 10 december 2002
Gevolgen brand Jupiterstraat in Roermond naar beste vermogen aangepakt
De hulpverleningsdiensten en de gemeente Roermond hebben in de eerste uren na de woningbrand in de Jupiterstraat in Roermond op 12 juli naar beste vermogen gehandeld. Hetzelfde geldt voor de opvang en nazorg in de dagen na de brand. Deze conclusie trekt het COT na een uitgebreide evaluatie van de gebeurtenissen tijdens en na deze verschrikkelijke dag. Het evaluatierapport, gemaakt in opdracht van de Sector Veiligheid Regio Noord- en Midden-Limburg (Brandweer en Geneeskundige Hulpverlening) en de gemeente Roermond, is dinsdag 10 december aangeboden aan beide opdrachtgevers.
De Sector Veiligheid is relatief jong en het bureau Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) heeft nog weinig ervaring met kritieke situaties. De organisatie is bezig aan de opbouw van de gehele geneeskundige keten, waaronder de psychosociale hulpverlening (PSH). Plannen en draaiboeken zijn nog in ontwikkeling. Voor de Sector Veiligheid Regio Noord- en Midden-Limburg voldoende reden om het initiatief te nemen om deze gebeurtenis te evalueren en met name de wijze waarop was opgetreden. De Sector Veiligheid heeft het COT Instituut voor Veiligheids en Crisismanagement gevraagd deze evaluatie uit te voeren. De gemeente Roermond was eveneens nauw betrokken bij de gebeurtenissen direct na de brand en ondersteunde het idee van een onafhankelijke evaluatie.
In het rapport geeft het COT een beschrijving van de gebeurtenissen vanaf het moment dat de eerste melding over de brand binnenkwam. In een feitelijk relaas worden de activiteiten van alle betrokken hulpverleners beschreven. Hierbij ligt het accent op de alarmering, opschaling, psychosociale nazorg en de gemeentelijke processen zoals opvang en verzorging, uitvaartverzorging en voorlichting. Ook wordt stilgestaan bij activiteiten van derden zoals de politie en de pastoor voor zover deze van belang waren voor de evaluatie. Vervolgens analyseert het COT de gebeurtenissen en plaatst deze in een breder perspectief. Hierbij worden achtergronden, afwegingen, voor- en nadelen en alternatieve keuzes besproken in relatie tot de beschreven gebeurtenissen. Tot slot formuleert het COT enkele lessen voor alle betrokken instanties. Deze lessen vormen geen oordeel in de zin van goed of fout maar zijn het fundament waarop de Sector Veiligheid, de gemeente Roermond en vele anderen verder moeten werken aan de voorbereiding op rampen en ongevallen.
Voor het onderzoek heeft het COT gesproken met circa 30 hulpverleners en vertegenwoordigers van betrokken organisaties. Daarnaast hebben zij gebruik kunnen maken van verschillende schriftelijke bronnen zoals draaiboeken, verslagen, persoonlijke logboeken en gedrukte media.
In een eerste reactie zegt Bert Oord, voorzitter van de Bestuurscommissie
Veiligheid Regio Noord- en Midden-Limburg dat het evaluatierapport
belangrijke handvatten biedt voor de werkzaamheden van de Sector Veiligheid.
"De hulpverleners hebben naar beste vermogen gehandeld tijdens en na die
verschrikkelijke nacht. De leerpunten die in het rapport genoemd worden
bieden veel aanknopingspunten om de voorbereiding op rampen en incidenten in
de Regio verder uit te bouwen. Daarbij kan gedacht worden aan afspraken op
het gebied van procedures, samenwerking e.d. Ook kan de invoering van
Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdingsprocedure (GRIP) hierbij
behulpzaam zijn. Voorbereiding op rampen en incidenten is een continu lerend
proces."
Tot slot waarschuwde Oord iedereen die een verantwoordelijkheid heeft in de
voorbereiding op rampen en ongevallen door te blijven werken aan de
voorbereiding hierop: "De woningbrand was een verschrikkelijke gebeurtenis
die ieder moment weer kan gebeuren in iedere plaats in Nederland, dus ook de
Regio Noord- en Midden-Limburg."
In een eerste reactie zegt Jos van Rey, loco-burgemeester van Roermond, dat
het rapport waardevolle leerpunten geeft voor de toekomst. "De tendens van
het rapport is dat er doorgaans goed is gehandeld door alle betrokken
partijen. Ondanks de tragische afloop spreekt het rapport waardering uit voor
alle mensen die direct dan wel indirect hulp hebben geboden. Die waardering
ondersteun ik van harte! Laat niet weg dat er enkele verbeterpunten aan de
orde zijn. Over deze punten zullen alle betrokken partijen nog eens om de
tafel moeten gaan zitten."