Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Conferentie Tweede Wereldoorlog

Speech van de staatssecretaris van VWS, Clémence Ross-van Dorp, voor de werkconferentie Herdenken, vieren en leren op 10 december 2002 in Den Haag.

Conferentie Tweede Wereldoorlog 1. Conferentie Tweede Wereldoorlog

Speech van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Clémence Ross-van Dorp, voor de werkconferentie `Herdenken, vieren en leren' op 10 december 2002 in Den Haag.

Dames en heren,

Ik ben twaalf jaar na de Tweede Wereldoorlog geboren. Ik heb die periode dus niet, zoals mevrouw Borst, aan den lijve meegemaakt. Maar denkt u niet dat ik geen affiniteit heb met dit bijzondere beleidsterrein. U moet weten: ik woon aan de grens met Duitsland, in de omge- ving van Aalten en Dinxperlo. Tijdens de oorlog zijn in die omgeving veel families ontwricht geraakt. Daar heb ik heel wat verhalen over gehoord. Maar ondanks alle ellende stonden de mensen altijd voor elkaar klaar. De solidariteit was groot, zowel onderling als met mensen van buiten de streek.
Een grensstreek is van oudsher een gebied waar cultuur, taal en familiebanden in elkaar over- vloeien. Zo hoort het natuurlijk ook. Want grenzen zijn kunstmatig. Maar tijdens de oorlog was alles gericht op wat ons verdeelt. En niet op datgene wat ons bindt. De sporen daarvan zijn nu, vele jaren later, nog niet uitgewist. Zeker niet bij de mensen die moeite hebben het oorlogsleed te verwerken. U als vertegenwoordigers van de belangenorganisaties weet dat

beter dan ik.

Maar de generatie die de oorlog heeft meegemaakt wordt steeds kleiner. En de historische afstand neemt toe. Daarom moeten mensen van mijn generatie en de volgende generaties het stokje overnemen. Wij zijn aan zet om de getroffenen te herdenken, de vrijheid te vieren en de lessen door te geven die Nederland heeft geleerd tijdens en na de Tweede Wereldoorlog.

Eén van de belangrijkste lessen die we hebben geleerd is, hoe gevaarlijk het is om een bevolkingsgroep te stigmatiseren.

In een multi-culturele samenleving als de onze ontstaan snel vooroordelen, en vooroordelen doen altijd onrecht aan mensen.

Natuurlijk zijn de omstandigheden nu heel anders dan voor en tijdens de Tweede Wereld- oorlog. We moeten dan ook oppassen voor te gemakkelijke vergelijkingen. Maar de ervaringen

van toen verplichten ons wel om extra waakzaam te zijn. In de eerste plaats natuurlijk tegen herleving van het antisemitisme. Maar we moeten ook voorkomen dat allochtonen teveel de schuld krijgen van wat er verkeerd gaat in onze maatschappij. Het gaat allemaal soms een beetje te kort door de bocht. Want het gaat ook bij criminaliteit en vandalisme altijd om een

2

kleine minderheid die het verpest voor de goedwillende meerderheid. En dat leidt tot verkeerde beeldvorming. Ik hoef u dat, denk ik, verder niet uit te leggen.

Deze ontwikkeling raakt aan discussie die onlangs is uitgebroken over normen en waarden. Die discussie gaat onder meer over verantwoord burgerschap. Over de vraag: blijven we aan de kant staan of grijpen we in als onze veiligheid, vrijheid of rechten in gevaar komen? Ik moet daarbij onwillekeurig denken aan die indrukwekkende regels van verzetsman, schrijver, dichter en oprichter van Vrij Nederland, Henk van Randwijk: `Een volk dat voor tirannen zwicht
zal meer dan lijf en goed verliezen:
dan dooft het licht'

Natuurlijk mogen we niet zwichten voor de tiran. Of die tiran zich nu manifesteert in de vorm

van een echte vijand of in de vorm van een aantasting van de waarden en normen die we als samenleving belangrijk vinden. Maar wie bestrijdt de tiran? Denken we: dat moet een ander maar doen, wie of wat dat dan ook is? Of komen we zelf in actie? Kortom: zijn we een samenleving van toeschouwers of van deelnemers?

Bij het beantwoorden van die vragen kunnen we teruggrijpen op ervaringen uit het nog vrij recente verleden. Want bij het herdenken van de Tweede Wereldoorlog en het vieren van onze vrijheid ervaren we weer de waarden die ons binden. Bijvoorbeeld: willen leven in vrijheid en elkaar die vrijheid ook gunnen. De vrijheid om te zijn zoals je bent en te doen zoals je wilt. Zonder dat dit tot vrijblijvendheid leidt. Want vrijheid brengt ook verantwoordelijkheid met zich mee. De verantwoordelijkheid om die vrijheid te respecteren, te handhaven en zonodig te verdedigen.
Die verantwoordelijkheid is een zaak van ons allemaal. Van de overheid, van de maatschappe-

lijke organisaties en van de mensen zelf. We moeten allemaal onze verantwoordelijkheden kennen en onze verantwoordelijkheden nemen. Niet alleen door je aan de regels te houden, maar ook door zonodig anderen erop te wijzen dat ze die regels overschrijden.

Ik weet dat dat misschien nogal moralistisch overkomt. En ik weet ook dat het gemakkelijker is gezegd dan gedaan. Maar: verbeter de wereld en begin bij jezelf. Geef het goede voorbeeld en laat anderen zien hoe het ook kan. En het zijn niet alleen de overheid en de politiek die dat goede voorbeeld moeten geven. Iederéén moet dat en kan dat. Op die manier kunnen we her- denken en vieren als inspiratiebron gebruiken om het begrip `verantwoord burgerschap' invulling te geven.

3

Het beleidsterrein 'Tweede Wereldoorlog' heeft dus nog steeds een maatschappelijke beteke- nis. Ook al hebben we het inmiddels over een tijdvak uit de eerste helft van de vorige eeuw. Het handen en voeten geven aan die betekenis biedt kansen voor u als belangenorganisaties en ook voor het ministerie van VWS. De kans om de lessen waar ik het al eerder over had in de praktijk te brengen. Want het licht mag, om met Henk van Randwijk te spreken, niet doven. De fakkel moet blijven branden om hem door te kunnen geven aan de volgende generaties.

Bij dat doorgeven spelen wel een paar actuele dilemma's. Zoals: hoe bereiken we de jeugd? Is dat een verantwoordelijkheid van de school, van de ouders of van organisaties zoals de uwe? En: moeten we daarbij rekening houden met het verschil in culturele achtergrond van de jongeren?

Dat laatste speelt ook bij allerlei groepen nieuwkomers in Nederland. Veel van deze mensen komen uit oorlogsgebieden of hebben anderszins met geweld te maken gehad. Ook zij zijn dus getraumatiseerd. De vraag is hoe we hen het beste kunnen betrekken bij het herdenken en vieren. Kunnen ze van joodse of Indische mensen leren hoe ze traumatische ervaringen kunnen verwerken. Een volgende vraag is, hoe ze in de Nederlandse maatschappij kunnen integreren met behoud van hun eigen identiteit. En kan je wel integreren in eenmaatschappij die je niet kent.

Deze conferentie is bedoeld om over dit soort kwesties na te denken en te discussiëren. En met creatieve oplossingen te komen natuurlijk.
Gezien uw expertise twijfel ik er niet aan dat die er ook komen. Ik wens u daarom een aangename, zinvolle en creatieve dag toe.