De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
VVA. 2002/3646
datum
10-12-2002
onderwerp
Nieuwe werkwijze voorbereiding beleidsdraaiboeken bestrijding zeer
besmettelijke dierziekten
TRC 2002/10480
bijlagen
Geachte Voorzitter,
In mijn brief van 7 augustus 2002 aan uw Kamer (Kamerstukken II, 2001-2002, 27.622 en 25.229, nr. 111) over de stand van zaken van de draaiboeken mond- en klauwzeer (MKZ) en klassieke varkenspest (KVP), gaf ik aan dat de totstandkoming van de beleidsdraaiboeken voor dierziektebestrijding voortaan zou plaatsvinden op basis van een proces waarin een omgevingsanalyse een centrale plaats inneemt. Over de invulling daarvan wil ik u in deze brief informeren.
In de brief van 7 augustus jl. heb ik eveneens aangegeven prioriteit toe te kennen aan de opstelling van de beleidsdraaiboeken voor de bestrijding van MKZ en KVP. Teneinde hieraan te kunnen voldoen, is het nog niet mogelijk geweest de omgevingsanalyse een plaats te geven in de totstandkoming van deze beleidsdraaiboeken. In 2003 zal echter worden gestart met de herijking van beide beleidsdraaiboeken aan de hand van een omgevingsanalyse.
datum
10-12-2002
kenmerk
VVA. 2002/3646
bijlage
Kader, definitie en te bereiken resultaat
De MKZ-bestrijding van 2001 heeft geleid tot een ontwrichting van het
maatschappelijk functioneren en daarnaast veel weerstand en emoties
opgewekt ten aanzien van de toegepaste maatregelen. De MKZ-bestrijding
bracht duidelijk aan het licht dat er rond de bestrijding van een
dergelijke besmettelijke dierziekte een veelheid aan belangen in het
geding is. Om recht te doen aan al deze belangen zal vanaf 2003 de
totstandkoming van de beleidsdraaiboeken voor dierziektebestrijding
plaats vinden volgens een proces waarin de analyse van en de
interactie met de omgeving een centrale plaats inneemt. Bij het
totstandbrengen van de aangegeven beleidsdraaiboeken zal LNV
investeren in een brede communicatie, waarbij in het traject voor de
opstelling van het beleidsdraaiboek de relevante maatschappelijke
actoren intensief betrokken zullen worden.
De totstandkoming van de beleidsdraaiboeken via het hierna beschreven
proces van omgevingsanalyse heeft betrekking op de dierziekten die bij
de bestrijding het maatschappelijke functioneren ernstig kunnen
ontwrichten.
Concreet betreft het de zeer besmettelijke dierziekten mond- en
klauwzeer (MKZ), klassieke varkenspest (KVP), Afrikaanse varkenspest
(AVP), vogelpest (AI) en pseudo-vogelpest (NCD).
Het eerste doel van dit breed en intensief betrekken van de omgeving
is het goed inzicht krijgen in de belangen en emoties bij een
bestrijding om die te kunnen betrekken bij de keuze van de in het
beleidsdraaiboek op te nemen maatregelen. Het tweede doel is het
verkrijgen van begrip voor de inhoud van het bestrijdingsbeleid en
voor de wijze van de totstandkoming daarvan. Zonder herkenning en
erkenning van belangen en emoties kan immers nimmer begrip of
acceptatie ontstaan.
Het proces van de omgevingsanalyse heeft betrekking op:
* De inhoud van het beleid(sdraaiboek);
* De identificatie van de bij dat beleid betrokken belangen;
* Het omgaan met c.q. de weging van die belangen.
De inhoud van het beleid(sdraaiboek) bestrijding
De inhoud van het beleid(sdraaiboek) wordt mede bepaald door input
vanuit de omgeving. De input en het overleg daarover zijn gebonden aan
randvoorwaarden. Deze zijn:
* De (voorgenomen) aanpak is in veterinair opzicht effectief;
* De afweging van belangen is niet uitsluitend een vraagstuk van
kosten en baten, maar een confrontatie van verschillende belangen;
* De besluitvorming omtrent de aanpak in concreto (vaststelling
beleidsdraaiboek) ligt te allen tijde bij de minister van LNV,
gelet op diens verantwoordelijkheid voor de bestrijding;
* De bestrijdingsaanpak is in overeenstemming met geldende Europese
regelgeving, maar houdt daarnaast ook rekening met voorgenomen
regelgeving.
Identificatie van de belangen en hoe daarmee om te gaan
Er hebben verschillende onderzoeken naar de MKZ-bestrijding en de
gevolgen daarvan (zoals het B&A-rapport, LEI-rapport, onderzoek
Europees Parlement). In lijn met hetgeen ik reeds stelde, blijkt ook
uit die rapporten dat bij de bestrijding van dierziekten als MKZ een
veelheid van belangen aan de orde is. Het Landbouw Economisch
Instituut (LEI) heeft de diverse betrokken belangen in algemene zin al
in beeld gebracht.
Ten aanzien van de weging van de belangen en keuze van
bestrijdingsstrategieën, merk ik op dat dit eerst en vooral een
politiek-maatschappelijke afweging is.
Voor de weging van de belangen zijn daarnaast technieken beschikbaar
die dit proces ondersteunen. Het LEI heeft aanzetten gegeven voor een
weging van de diverse belangen met behulp van de zogenaamde Multi
Criteria Analyse. Het toekennen van de gewichten aan de
wegingsfactoren is hierbij cruciaal en wordt nog nader ingevuld. Voor
de ondersteuning van de identificatie en weging van de verschillende
belangen zal aan de Raad voor het Landelijk Gebied (RLG) worden
gevraagd een advies uit te brengen.
Bij het in beeld brengen van de maatschappelijke belangen wordt
gekozen voor een aanpak vanuit drie te onderscheiden categorieën:
a. De direct belanghebbenden (vertegenwoordigers van allerlei
organisaties, niet alleen uit de landbouw);
b. De indirect belanghebbenden ('het brede publiek');
c. De partijen die aan de bestrijding meebetalen (het Productschap
Vee en Vlees (PVV), het Productschap voor Pluimvee en Eieren (PPE)
en het Productschap Zuivel (PZ)).
a) Direct belanghebbenden
Tot de direct belanghebbenden worden organisaties gerekend die
gedurende de bestrijding van een besmettelijke dierziekte rechtstreeks
in hun belangen worden geraakt. De inmiddels uitgevoerde onderzoeken
van de MKZ-bestrijding geven een goed inzicht over de identiteit van
de direct betrokkenen. LNV zal deze direct betrokkenen actief en
rechtstreeks benaderen en een startdocument toezenden. Om te voorkomen
dat eventueel toch andere direct belanghebbenden worden gemist, zal
aan het begin van het proces hieraan bekendheid worden gegeven door
middel van een persbericht. Op die manier wordt iedere direct
belanghebbende in de gelegenheid gesteld zich aan te melden.
Gelet op de verantwoordelijkheid voor de realisatie draagt LNV zorg voor de opstelling van het startdocument, voor het uitnodigen en voor het betrekken van de direct belanghebbenden bij het proces. Het startdocument zal de probleemstelling bevatten van de te bestrijden dierziekte, de randvoorwaarden en het te bereiken doel.
Gedurende het proces zullen alle belanghebbenden geïnformeerd worden
over het proces door middel van bijeenkomsten. Voor het
voorzitterschap van deze bijeenkomsten gaat mijn voorkeur uit naar een
onafhankelijke voorzitter.
b) Indirect belanghebbenden
Tot de indirect belanghebbenden reken ik het brede publiek. Voor het
betrekken en informeren van deze doelgroep bij de ontwikkeling van een
beleidsdraaiboek is een andere aanpak nodig dan bij de direct
belanghebbenden. Van belang is eerst de geïnteresseerden te
identificeren. Vervolgens wordt de aldus afgebakende doelgroep gericht
informatie verstrekt. De respons die naar aanleiding hiervan verkregen
wordt, wordt in het verdere beleidsproces betrokken. De reacties uit
het brede publiek zullen in geaggregeerde vorm in de hierboven
genoemde bijeenkomsten worden ingebracht en via internet worden
gepubliceerd.
Ook zal met het oog op de communicatie met het brede publiek een
publieksversie van de (concept) beleidsdraaiboeken worden geschreven
en openbaar worden gemaakt.
Door middel van deze acties wil ik het brede publiek informeren om
daarmee te voorkomen dat een verkeerd beeld ontstaat als gevolg van
onjuiste of onvolledige informatie.
c) Financiers
Een belangrijk deel van de kosten van de bestrijding betalen de
productschappen als gevolg van het 'Convenant financiering bestrijding
besmettelijke dierziekten LNV - PVV - PPE - PZ'. Alhoewel de
productschappen tot de direct belanghebbenden behoren en daartoe in
het kader van deze categorie bij de beleidsontwikkeling worden
betrokken, vergt het feit dat deze organisaties de kosten
meefinancieren een specifieke aanpak.
Deze aanpak houdt in dat de verschillende beleidsdraaiboeken voor
dierziektebestrijding voor finale reactie worden voorgelegd aan de
betrokken productschappen. Eerst na ontvangst van de reactie daarop
zal ik - alles overwegende - een definitieve versie van het
beleidsdraaiboek vaststellen.
Samenvatting
De MKZ-bestrijding van 2001 heeft meer dan ooit laten zien wat de
gevolgen kunnen zijn van de bestrijdingsmaatregelen bij een dergelijke
besmettelijke dierziekte. Om die reden wil ik de 'maatschappelijke
omgeving' intensiever en uitgebreider betrekken bij de totstandkoming
van de te treffen bestrijdingsmaatregelen. In deze brief heb ik het
kader daarvoor aangegeven.
De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,
dr. C.P. Veerman
---