LTO Nederland

Arbeidsinspectie komt tot strengere eisen dan CTB

LTO wil eenduidige interpretatie risico's gewasbeschermingsmiddelen

Dinsdag 10 december 2002 - LTO Nederland vindt dat de overheid eenduidig moet zijn in de interpretatie van risicos van gewasbeschermingsmiddelen. Glastuinders weten nu niet aan elke normen ze zich moeten houden, omdat er verschil van inzicht bestaat tussen het College voor de Toelating van Bestrijdingsmiddelen (CTB) en de Arbeidsinspectie. LTO zal de zogeheten interdepartementale werkgroep gewasbescherming verzoeken een oplossing te vinden voor deze ongewenste situatie.

Het CTB gebruikt Risico Index-cijfers bij de toelating van de gewasbeschermingsmiddelen op grond van de Bestrijdingsmiddelenwet. De Arbeidsinspectie hanteert dezelfde cijfers bij haar risicobeoordelingen van haar inspectiebeleid op grond van de Arbowet. Het gaat hierbij specifiek om middelen met een Risico Index groter dan één. Op grond van dezelfde RI-cijfers komt de Arbeidsinspectie tot scherpere eisen dan de etiketvoorschriften in het toelatingsbesluit van het CTB. Dit heeft aanzienlijke gevolgen voor de teelt en de bedrijfsvoering.

Afgelopen zomer startte de Arbeidsinspectie in de glastuinbouw met een project gericht op de risicos bij gewas- en oogstwerkzaamheden (re-entry) in gewassen na een bespuiting met een gewasbeschermingsmiddel. De Arbeidsinspectie betrok ook het sorteren en verpakken bij de inspecties. LTO zet grote vraagtekens bij de wijze waarop de Arbeidsinspectie de Risico Index cijfers hanteert en persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijft. Daarom organiseerde LTO onlangs een gesprek over het nu lopende project. Hiervoor zijn alle direct betrokken partijen uitgenodigd, namelijk de Arbeidsinspectie zelf, de ministeries van SZW en van LNV, de AID, het CTB, en Nefyto. Naar aanleiding van dit overleg besloot LTO Nederland tot het verzoek om een eenduidige interpretatie van de risicos.

LTO Nederland gaat verder samen met Nefyto een lijst maken met alle in de glastuinbouw toegelaten gewasbeschermingsmiddelen en de daarbij behorende RI-cijfers. Hierdoor zal duidelijk worden bij welke middelen komend jaar eventuele knelpunten te verwachten zijn als de Arbeidsinspectie haar controles op grond van haar huidige beoordelingseisen zal gaan uitbreiden naar alle andere gewasbeschermingsmiddelen.

LTO Nederland zal in overleg met Nefyto ook nagaan of het mogelijk en haalbaar is om de sector per gewas-middel-combinatie(s) via zogenaamde veiligheidskaarten voor de werkplek te informeren over de risicos en de te nemen maatregelen. Dit in navolging van andere branches (schildersbedrijven, drukkerijen enz.) waar dergelijke kaarten al langer in gebruik zijn, wanneer met giftige/gevaarlijke stoffen gewerkt wordt.

Relan Arbo heeft na overleg met LTO Nederland toegezegd om de problemen met de persoonlijke beschermingsmiddelen in kaart te brengen in de hoop daarmee tot adviezen te komen om het draagcomfort van deze beschermingsmiddelen verder te kunnen verbeteren.

Voor wat betreft het nu lopende project, constateert LTO Nederland dat de Arbeidsinspectie met betrekking tot de re-entry inspecties tot nu toe terughoudend optreedt door slechts op een zeer beperkt aantal middelen te controleren. Ook worden er alleen waarschuwingen afgegeven, hoewel boetes en stilleggen van werkzaamheden uitdrukkelijk tot de mogelijkheden behoren. De Arbeidsinspectie heeft inmiddels aangekondigd dat het nu lopende project (tot mei 2003) in november 2003 vervolgd wordt met een nieuw project. Dan zal op alle middelen met een Risico Index groter dan één gecontroleerd gaan worden en strenger opgetreden worden. De Arbeidsinspectie heeft toegezegd dat de sector hierover wel tijdig geïnformeerd zal worden.

Wilt u hierop reageren? Stuur dan uw e-mail naar: info@lto.nl

(Auteur: LTO Nederland)